instrumentele ontwikkelingen wegen. Het bedrijf begint hierdoor een echt fabriekje te worden (serieproduktie), dat zijn eigen mensen gaat opleiden. In die tijd heeft de firma Breithaupt meerdere mensen een opleiding gegeven, die daarna voor zichzelf zijn begonnen; de bekendsten zijn: Otto Fennel, die in 1851 een eigen bedrijf in Kassei begon, Rudolf Winkel, die in 1857 een eigen bedrijf begon in Göttingen, dat later door de firma Zeiss werd overgenomen, en Johann Christian Dennert, die in 1862 mede-oprichter was van de firma Dennert Pape in Hamburg, ons allen wel bekend onder de produktnaam Aristo, vooraanstaand fabri kant van rekenlinealen enz. Zo blijkt, dat dit boek niet alleen de geschiedenis van de firma Breithaupt beschrijft, maar ook het ontstaan van enkele andere be drijven. Al met al een schitterend boek, voorzien van 130 afbeeldingen (waar van 51 in kleur!). De Duitstalige tekst laat zich eenvoudig lezen, zo dat die taal geen bezwaar behoeft te zijn om het boek aan te schaffen. De leverancier van Breithaupt in Nederland, de firma Wanrooy BV, geeft de gelegenheid om het boek (formaat 21,5 x 30,5 cm) via haar te bestellen. Een prachtig boek, dat de verzamelaars onder ons zeker zouden moeten aanschaffen, en dat ook in de bibliotheken thuishoort. Van harte aanbevolen. Jan Stehouwer INTERNATIONAL JOURNAL OF GEOGRAPHICAL INFORMATION SYSTEMS Sinds 1987 verschijnt deze uitgave elk kwartaal bij Taylor Francis Ltd., 4 John Street, London, WC1N 2ET, U.K. ISBN 0 85066 870 0. Een abonnement kost voor natuurlijke personen 27. Abonnee administratie: Publications Expediting Inc., 200 Meacham Avenue, Elmont NY 11003, USA. PUBLIKATIEREEKS VAKGROEP MATHEMATISCHE EN FYSISCHE GEODESIE, TU DELFT Verschenen in de publikatiereeks van de Faculteit der Geodesie, Vakgroep Mathematische en Fysische Geodesie van de TU Delft: Publikatie 88/1,,On the connection of geodetic pointfields in RETrig and related tests for model errors", door A. J. M. Kosters. Publikatie 88/2: Performance Analysis of Kalman Filter", door P. J. G. Teunissen en M. A. Salzmann. RECHENVERFAHREN UND AUSWERTEMODELLE DER LANDES- VERMESSUNG Bern hard Heek, Rechenverfahren und Auswertemodelle der Landes- vermessung Klassische und moderne Methoden. Herbert Wich- mann Verlag GmbH Karlsruhe, 1987. ISBN 3-87907-173-x, 466 p., f 105,—. Het boek is ontstaan uit colleges die de auteur heeft gegeven in de mathematische geodesie en de satellietgeodesie aan de Faculteit der Geodesie van de Universiteit van Karlsruhe in de periode 1975 - 1985. Het boek is uitgegaan van een voorkennis van de wis kunde, zoals die is verkregen in de propaedeutische studie. De leidraad van het boek is de opvatting van de auteur, dat de moderne waarnemingstechnieken en hun hoge precisie op de lange re termijn de traditionele uitwerking ervan in de twee- en ééndimen sionale rekenmodellen van situatie en hoogte ongewenst en over bodig maken. Voorlopig echter zullen deze modellen naast het zoge naamde geïntegreerde driedimensionale model nog wel worden ge hanteerd. De auteur rekent het nu tot zijn taak zowel de traditionele als de moderne methoden te behandelen, waarbij de eerste worden gezien als een afgeleide van de tweede. In didactisch opzicht is deze aanpak prijzenswaardig. In tegenstelling tot wat we geneigd zijn te veronderstellen, is de drie dimensionale geodesie niet moeilijk te begrijpen. Dit komt waar schijnlijk door het feit, dat de mens in een driedimensionale, meet kundige ruimte leeft. De landmeter doet in deze ruimte al zijn waar nemingen, zelfs al gaat het maar om een lengtemeting van een korte meetlijn. Van „nature" komt het ruimtelijke model hem dan ook be grijpelijk voor. Hoe anders ligt dit met een ellipsoïdisch model. Op zichzelf beschouwd is zo'n model moeilijk te doorzien. De proble matiek van bijvoorbeeld de ingewikkelde reducties van de waarne mingen werd eerst goed duidelijk toen het ellipsoïdische model werd gezien als een afgeleide van het driedimensionale model. Het boek is opgebouwd uit vier gedeelten. In deel 1 wordt in een vier tal hoofdstukken van in totaal 120 pagina's de opbouw van de wis kundige modellen in de geodesie ingeleid. De nadruk valt daarbij op de driedimensionale meetkundige ruimte waarin een aantal rechtlij nige en kromlijnige coördinatenstelsels wordt geïntroduceerd. Eén daarvan, het ellipsoïdische stelsel {cp, A, hl wordt er uitgelicht en uit voerig besproken. Met behulp van een opdeling in twee deelverza melingen [cp, A) en {hj wordt de traditionele, gescheiden behandeling in situatie en hoogte ingevoerd. Alle bekende problemen passeren in vogelvlucht de revue, zoals de transformatie tussen de verschillende coördinatenstelsels, het uitdrukken van de verschillende waarnemin gen in deze coördinaten, en het datumprobleem. Dit eerste deel is bedoeld als een introductie tot de volgende drie delen waar een ver dieping plaatsheeft. Deel 2 beslaat 170 pagina's en is gewijd aan de tweedimensionale modellen voor plaatsbepaling op de bol en de ellipsoïde. De benodig de wiskunde daarvoor is de differentiaalmeetkunde van het gebogen oppervlak, zoals deze werd ontwikkeld door Gauss in het begin van de 19e eeuw. Gauss ontwikkelde deze meetkunde mede met het oog op de praktische toepassing ervan op de ellipsoïde, zoals die toen tertijd werd geïntroduceerd als referentievlak voor de geodetische metingen. In die tijd werden de verschillende Duitse staatjes over dekt met een eigen driehoeksnet, dat werd uitgerekend op een ellip soïde, waarna een afbeelding plaatsvond naar het kaartvlak. Op deze wijze ontstonden in Duitsland vele naast en door elkaar ge bruikte coördinatenstelsels en kaartprojecties waarmee ook de hedendaagse Duitse landmeter nog veelvuldig wordt geconfron teerd. Het tweede deel van het boek gaat daar uitvoerig op in. Aan de orde komen bijvoorbeeld naast de geografische coördinaten op de ellipsoïde, ook de pool- en parallelcoördinaten en de isometrische coördinaten. Veel aandacht wordt besteed aan de omrekening tus sen al deze coördinatenstelsels. Voor de Nederlandse landmeter zijn deze uiteenzettingen weliswaar wiskundig gezien interessant, maar in de praktijk zal hij er nauwelijks mee te maken krijgen. In deel 3 wordt het ééndimensionale model voor de hoogtemeting behandeld. Het beslaat 30 pagina's en geeft in twee hoofdstukken achtereenvolgens de modellen voor de hoogten die gerelateerd zijn aan de fysische zwaartekrachtpotentiaal en de modellen zoals die kunnen worden opgesteld voor de zuiver meetkundig gedefinieerde hoogten. In deel 4 dat 40 pagina's omvat, wordt tenslotte in twee hoofdstukken teruggekomen op de driedimensionale geodesie die in het eerste deel al was geïntroduceerd. In de modelopbouw wordt daarbij nog een tweedeling aangebracht. In het eerste hoofdstuk wordt de mo delvorming besproken die betrekking heeft op de groep van uitslui tend geometrische waarnemingen. Daaronder worden verstaan lengten en hoeken naar en tussen terrestrische en extra- terrestrische punten, zoals satellieten en hemellichamen. In het tweede hoofdstuk worden daarbij nog de waarnemingen betrokken die gerelateerd zijn aan de zwaartekrachtpotentiaal, zoals de waar nemingen van potentiaalverschillen, de zwaartekracht en de afgelei den van de zwaartekracht. Dit laatste onderwerp wordt algemeen aangeduid met de term integrated geodesy". Het betreft de geza menlijke behandeling van alle waarnemingen die een bijdrage leve ren tot de vorm en groottebepaling van de aarde, in één samen hangend model. Een dergelijke aanpak, theoretisch al hier en daar gekoesterd aan het eind van de vorige eeuw, lijkt nu ook praktisch mogelijk te worden door het gebruik van grote computers. Uit ruimtegebrek heeft de schrijver afgezien van rekenvoorbeelden en tabellen. De meeste algoritmen voor de verschillende vraag stukken zijn echter volledig gegeven, zodat de geïnteresseerde lezer deze gemakkelijk kan programmeren indien hij dat wenst. Als dit in een enkel geval toch niet mogelijk zal blijken te zijn, dan helpt een zeer uitgebreide literatuurverwijzing hem wel verder op weg. Bernhard Heek heeft een naar mijn mening een uitstekend leerboek geschreven, dat studenten geodesie uit Delft en Utrecht van harte wordt aanbevolen. Het boek is duidelijk bedoeld voor zelfstudie en daarom zijn in een vijftal appendices van elk ongeveer 15 pagina's de grondslagen van de boldriehoeksmeting, de coördinaattransfor maties, de complexe getallen, de functietheorie en de differentiaal meetkunde beknopt behandeld. Ook de landmeters die tot nu toe in de praktijk niet met de in het boek behandelde problemen in aanra king zijn gekomen, maar die GPS al voor de deur zien staan, kunnen door dit boek kennis maken met de driedimensionale geodesie. ir. G. Bakker ITS VAN SYNERCOMP GEÏNTRODUCEERD Synercomp in Houston, Texas VS, introduceerde in oktober 1988 een „Informap Tektronix Station" (ITS). Dit is een grafisch software produkt, waarmee toegang mogelijk wordt tot Informap III, het geo- NGT GEODESIA 88 575

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1988 | | pagina 31