Vier jaar voorlopige Raad vooir Vastgoedinformatie:
een balans en een vooruitblik
door mr. L. C. G. Marchesini, ir. P. Plantinga en mr. ir. T. J. G. Thiadens, leden van het
secretariaat van de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie.
SUMMARY
Four years preliminairy Council for Land(use)-information: a balance and preview
This article describes the work and the effectiveness of the RAVI (Council for Landinformation) during the
past four years in the Netherlands. The authors also look ahead on the basis of a workprogram for the
future.
Algemeen
Op 15 juni 1984 werd de voorlopige Raad voor Vastgoed
informatie (RAVI) geïnstalleerd door de toenmalige
Staatssecretaris mr. G. Ph. Brokx van het Ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
(VROM). De installatie van de Raad was een direct gevolg
van de opvolging door de regering van een advies van de
Bestuurlijke Overlegcommissie voor Overheidsautomati-
sering (BOCO). Deze wenste tot een grotere mate van af
stemming van vastgoedinformatiesystemen te komen.
Om dit doel te bereiken, moesten maatregelen worden
genomen. De bewindsman voor Volkshuisvesting, Ruim
telijke Ordening en Milieubeheer werd met de taak belast
voor deze maatregelen zorg te dragen. Bij de uitvoering
van deze taak wordt hij geadviseerd door een raad, de
voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie.
Dit artikel geeft aan langs welke lijnen de afgelopen jaren
deze Raad adviezen heeft uitgebracht, waarom voor deze
lijnen is gekozen en wat het effect van deze keuze is en
is geweest. Vervolgens wordt ingegaan op het werk van
de Raad in de komende jaren en de organisatie van de
Raad, zoals deze er na de invoering van de Kadasterwet
mogelijk zal uitzien.
Lijn in het werk vari de voorlopige Raad voor Vast
goedinformatie
Veranderingen in de inrichting van de informatievoorzie
ning van organisaties worden enerzijds veroorzaakt door
het beschikbaar komen van nieuwe technische mogelijk
heden, anderzijds door het stellen van nieuwe eisen,
waaraan een organisatie of een groep organisaties moet
beantwoorden.
Op het terrein van de vastgoedinformatievoorziening heb
ben we de laatste jaren aanzetten tot beide soorten ver
anderingen gezien. Nieuwe technische mogelijkheden
ontstonden door de vooruitgang in de technologie; ande
re eisen werden door organisaties of door klantengroe
pen gesteld aan bijvoorbeeld de verrekening van kosten
door het Kadaster of aan de bepaling en het gebruik van
NGT GEODESIA 88
de waarde van onroerend goed bij de belastingheffing in
ons land.
Indien aanzetten tot verandering optreden, is het van be
lang met adviezen over een gewenste koers te komen.
Hier liggen kansen voor adviesraden en de RAVI heeft
geprobeerd deze kansen te grijpen. Voor een Raad be
tekent dit, dat de adviezen op het juiste tijdstip worden
uitgebracht en dat ze voldoende aangrijpingspunten
hebben om op voort te bouwen. Drie soorten adviezen
van de Raad zijn te onderscheiden:
a. Structuuradviezen: adviezen die aangeven wat naar
de mening van de Raad de gewenste ontwikkeling van
de Vastgoedinformatievoorziening in ons land zou
moeten zijn. Hieronder vallen de adviezen van de
Raad over een basisidentificatiesysteem, over de
basisregistraties voor woonverblijven en voor niet-
woonverblijven, enz.
b. Algemene adviezen over onderwerpen als kosten
verrekening. Hieronder valt het advies over de kosten
verrekening van informatieverstrekkingen door het
Kadaster.
c. Specifieke adviezen, bijvoorbeeld over in te voeren
standaards voor presentatie van grafische symbolen,
over uitwisselingsformaten van gegevens, over te ver
richten onderzoek op het terrein van de topografische
basisbestanden en over de bepaling van de waarde.
Bij het uitbrengen van deze adviezen is geprobeerd het
juiste tijdstip te kiezen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volg
orde waarin de Raad zijn structuuradviezen heeft uitge
bracht. Hierbij is rekening gehouden met de wijze waarop
organisaties met de informatietechnologie worden gecon
fronteerd. Invoering van deze technologie in een organi
satie gaat immers veelal stap voor stap. Men start bij de
meer registratieve processen en vervolgt met de inzet
van informatietechnologie bij de meer technische pro
cessen.
549