De toekomstige rol van de
grootschalige basiskaart bij de
gemeente
door ir. L. A. H. Boeije, hoofd Technische Zaken van de gemeente Deurne.
SUMMARY
The future role of the large scale base map in a municipal environment
The author describes the developments in thinking about the requirements of large scale maps in relation
to a municipal Land Information System. He concludes that the Dutch Large Scale Base Map (GBKN) will
be changed in order to accomodate the needs of a municipal LIS.
Inleiding
Mijn allereerste ervaring met het verschijnsel GBKN da
teert uit de beginjaren '70 met het congres in de aula van
de TH Delft over de toenmalige Uniforme Basiskaart
(UBK). Nadien, in 1975, trof ik bij de gemeente Deurne
destijds mijn nieuwe werkgever zowaar een 60-tal
nieuwe UBK-kaarten aan. Kort daarop kwam het Konink
lijk Besluit uit, waarbij de door de toenmalige Neder
landse Landmeetkundige Federatie geadviseerde UBK
als de officiële GBKN werd geboren. Omdat ik de reik
wijdte van dit besluit onbewust besefte, wist ik deze
Deurnese UBK-kaart aan het Kadaster te verkopen en zo
verkreeg zij daardoor ineens een GBKN-project van 300
bladen met een experimentele bijhoudingsregeling. Deze
was gesloten met de verschillende deelnemers, te weten
de gemeentelijke deelnemers en alle nutsbedrijven, op
de PTT na.
Wat gebeurde er met de bijhoudingsregeling na de start
van dit eerste GBKN-project?
De diverse contract-partners, met name de provinciale en
landelijke nutsbedrijven, gingen gedurende de proef
periode van de bijhoudingsregeling met het Kadaster in
discussie over de tarieven en de vrij hard en stringent af
gesproken bijhoudingstermijnen. De gemeente Deurne
moest als medeproducent van de GBKN daardoor af
wachten hoe deze discussie tussen de nutsbedrijven en
het Kadaster zou aflopen en kreeg toen informeel mede
gedeeld, dat de proef van de bijhoudingsregeling voor
lopig werd opgeschort. Bovendien zou een experiment
worden opgezet met een GBKN-kaart, waarvan de inhoud
en de bijhoudingsfrequentie beperkter zouden kunnen
zijn en waarvan de nutsbedrijven het gevoel hadden dat
deze voor hen beduidend goedkoper zou zijn.
Dit experiment was mede gebaseerd op het advies van
de toenmalige Voorlopige Centrale Karteringsraad
(VCKR) uit 1983, waarbij aan de minister geadviseerd
was om meer experimentele projecten te starten en de
financiële bijdrage te beperken tot het kadastraal belang
in de GBKN. Dit leidde ertoe dat rond 1984 een samen
werkingsverband in de provincie Noord-Brabant ontstond
tussen het Kadaster, de PNEM en de PTT, met als doel
de nu welbekende GBKN-B(rabant) te gaan maken. Toen
dit eenmaal rond was, ontstond voor Deurne een vreem-
Aangepaste en samengevatte versie van een inleiding gehouden
tijdens de studiedag GBKN te Utrecht op 25 november 1988.
de situatie. Ze zat ineens met twee basiskaarten, en wel
de officiële GBKN, waarvan een aantal deelnemers zich
had teruggetrokken overigens zonder een officiële
melding van het Kadaster en een door het samen
werkingsverband geproduceerde (uitgeklede) GBKN-B.
Zodoende bestonden er in 1988 in Deurne:
een officiële GBKN van het Kadaster; deze kaart is tot
1983 bijgehouden via een bijhoudingsregeling. Alle
mutaties op deze GBKN zijn tot vandaag de dag nog
verzameld door de gemeente Deurne;
een officiële GBKN-B; deze wordt gemaakt door het
samenwerkingsverband van Kadaster, PTT en PNEM.
Dit is een digitale kaart die voor anderen en dus ook
voor de gemeente te koop is. De bijhoudingsregeling
is nog steeds niet officieel aangeboden.
Waarom beschrijf ik deze typisch Deurnese situatie? Om
dat deze situatie illustratief is en in dit voorbeeld duidelijk
aangeeft hoe de ontwikkeling en de denkbeelden over de
functie en de produktie van de GBKN in Nederland in de
loop van de jaren zijn geëvolueerd. Aan dezelfde evolutie
is ook de visie op de totale gemeentelijke vastgoedorgani
satie, waarvan de GBKN onderdeel uitmaakt, de laatste
jaren onderhevig geweest. Daarom zullen nu de ontwik
kelingen van de basiskaart, alsmede de latere denk
beelden over vastgoedregistratie bij de gemeente worden
geschetst als inleiding op de huidige wensen en eisen
voor een gemeentelijke basiskaart.
Visie op de gemeentelijke vastgoedinformatievoor
ziening
Binnen de gemeentelijke informatievoorziening worden
de volgende basisregistraties onderscheiden:
personen; denk hierbij aan de bevolkingsadministra
tie;
maatschappelijke objecten;
middelen; denk hierbij aan de kantoorinformatiesyste
men;
vastgoed.
Schematisch wordt dit weergegeven in fig. 1.
Nadat de laatste jaren de Basisregistratie Personen in de
met veel horten en stoten ontstane Gemeentelijke Ge
automatiseerde Bevolkings Administratie (GBA) uiteinde
lijk gestalte kreeg, begint de laatste tijd de vastgoedinfor
matievoorziening bij de gemeenten een steeds belang
rijkere plaats in te nemen. In de vastgoedinformatievoor
ziening wordt bij de inrichting ervan uitgegaan, dat een
basiskaart een essentieel onderdeel vormt van de basis
registratie Vastgoed. Waar vanuit het principe wordt
geredeneerd dat deze basisregistratie Vastgoed bestaat
uit administratieve en topografische gegevens (anders
NGT GEODESIA 89
71