Gemeentelijk beleid Gemeentelijke informatievoorziening Gemeentelijk informatiemodel Basisregistraties 1. Personen 2. Middelen 3. Maatschappelijke objecten 4. Vastgoed Fig. 1. Plaats van de basisregistratie Vastgoed binnen het gemeente lijk beleid. praten we niet over vastgoed), moet het voor de lezers volstrekt duidelijk zijn, dat een gecombineerde afbeelding van een aantal van deze administratieve en topografische gegevens een soort kaart oplevert. Definities en afspra ken daarover leiden dan tot een uniforme kaart en deze kan door zijn gebruik voor diverse doeleinden worden be schouwd als een basiskaart. De Grootschalige Basiskaart van Nederland, zoals deze is gedefinieerd in het Koninklijk Besluit, voldoet aan deze doelstelling, maar het zal duidelijk zijn dat een op een an dere manier gedefinieerde kaart óók als basiskaart voor de gemeentelijke basisregistratie Vastgoed kan dienen. Om te kunnen beschrijven waaraan een basiskaart vanuit de gemeentelijke optiek moet voldoen om te passen in de basisregistratie Vastgoed, zal ik eerst een aantal prin cipes van een dergelijke gemeentelijke vastgoedinforma tievoorziening verklaren. Bestuurlijke invalshoek van de informatievoorziening vastgoed De behoefte aan informatie op allerlei niveaus van bestuurders in de steeds ingewikkelder wordende maat schappij, is enorm toegenomen. Er ontstond een toene mende behoefte nadat de neerwaartse tendens, van wat ik de groeimaatschappij noem, bestuurlijk Nederland dwong tot bezinning met betrekking tot een goede be steding van de geldelijke middelen aan de reeds gepleeg de investeringen en de onderhoudslasten daarvan. De niet-groei maatschappij ofwel de beheersmaatschappij kwam op de voorgrond te staan in de tijd van enorme be zuinigingen. De noodzaak was geboren tot een efficiënte inzet van geldmiddelen in relatie tot de gestelde beleids doelen. Beheersprogramma's en beheersinformatie wer den gevleugelde motto's. De verschillende verzamelde beheersgegevens uit de niet op elkaar afgestemde en onafhankelijk van elkaar ontwikkelde beheersprogram ma's bleken achteraf vele gemeenschappelijke zaken te bevatten. Bedrijfsmatig werd daardoor vanzelf de nood zaak voelbaar om te komen tot een gezamenlijke registra tie van deze, toen zo genoemde, basisgegevens. Dit was het ontstaan van de basisregistratie Vastgoed. Een dergelijke basisregistratie Vastgoed bevat: 1. administratieve gegevens; dit zijn adres-georiënteer de gegevens zoals adres, buurt, postcode, huis nummer, kadastraal perceel, soort bebouwing, kwali teit, gebruik, functie, bestemming; 2. geometrische gegevens; dit zijn ruimtelijk georiënteer de gegevens waarmee later diverse verschillende kaartbeelden kunnen worden opgebouwd; 72 3. relaties; dit zijn gegevens waarmee koppelingen tus sen de administratieve en de geometrische compo nenten worden gelegd. Dat het gebruikelijk is hierin onderscheid te maken in administratieve en topografische gegevens, is vanuit de traditionele produktiewereld van de kaarten begrijpelijk. Echter sinds kort weten de lezers van NGT Geodesia dat we om zuiver Nederlands te gebruiken er beter aan doen om in plaats van over topografische gegevens, te spreken over geometrische gegevens (zie een artikel van de hand van ir. R. van der Schans in NGT Geodesia 1988, no. 5). Uit het voorgaande valt te concluderen dat een basis kaart, en dus ook de GBKN, een op een speciale wijze gedefinieerde afbeelding van zowel administratieve als geometrische gegevens is, gekoppeld via de relaties. Dit leidt er in vele gevallen toe, dat gemakshalve wordt ge sproken over koppelingsbestanden tussen de geometri sche en administratieve bestanden. Of je nu wel of niet vindt dat er koppelingen of koppelingsbestanden be staan, in ieder geval is het duidelijk dat zonder relaties tussen de zuiver geometrische en administratieve ge gevens nooit geïntegreerde informatie op een kaart zal kunnen ontstaan. Als deze informatie bovendien be trekking heeft op zaken die hun relatie met een vaste plek op of ten opzichte van de aarde hebben, vormt dit een bestanddeel van wat we nu vastgoedinformatievoorzie ning noemen. Deze vastgoedinformatie kan op diverse manieren en niveaus worden samengesteld en gepresen teerd: 1. op ctefa/7-niveau; détailgegevens worden gekoppeld met bijvoorbeeld de gegevens uit de bevolkingsadmi nistratie of met gegevens uit de beheerssystemen. Op kaartgebied kennen we al jaren een simpele uitvoe ring daarvan, namelijk de straatnaam-/huisnummer- kaart; 2. op abstractie-niveau; détailgegevens worden gekop peld met diverse andere gegevens uit de andere basisregistraties, zoals middelen of bevolking, op een hoger abstractie-niveau. Hierdoor wordt het mogelijk thematische afbeeldingen ofwel thematische kaarten te maken. Het zal duidelijk zijn, dat de detail-presentaties veelal op uitvoeringsniveau worden gebruikt, terwijl de meer abstractere zaken en/of de thematische informatie door managers, maar zeer zeker ook door de beleidsmakers en bestuurders worden gebruikt. Aangezien de geometrische component in de vastgoedin formatievoorziening onmisbaar is, hanteer ik de stelling: ,,Een geometrische gegevensregistratie vormt een es sentieel en onafscheidelijk onderdeel van de gemeente lijke vastgoedinformatievoorziening en dus zeer zeker van de basisregistratie Vastgoed". Reeds eerder heb ik vermeld, dat in het verleden veelal de begrippen administratieve bestanden en topografi sche bestanden werden gebruikt. Daarbij werd in de wel bekende achterhoofden automatisch gedacht aan de topografische basiskaarten en de nog bekendere kaar tenbakken, die vol administratieve gegevens zitten. Dat deze eigenlijk allebei reeds bestaan uit een combinatie van administratieve en geometrische gegevens, wordt duidelijk door het volgende. Zo hebben een adres en een huisnummer in een administratief bestand een soort stek kerfunctie voor het stopcontact van de kaart, omdat nu eenmaal een adres van een vastgoedobject ,,huis" via de NGT GEODESIA 89

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 16