Provincie Produktie Planning oppervlakte ha in bewerking ha gereed ha in bewerking gereed in voorbereiding ha Groningen 252.500 71.735 19.425 28 8 8.000 3 Friesland 368.000 79.150 118.372 22 32 24.700 7 Drenthe 268.000 63.500 16.488 28 6 11.500 4 Overijssel 428.000 77.400 80.890 18 19 20.200 5 Gelderland 514.000 27.650 22.735 5 4 15.900 3 Utrecht 141.000 30.475 44.365 22 32 10.000 7 Noord-Holland 293.000 13.025 31.363 4 11 20.000 7 Zuid-Holland 325.500 3.127 54.310 1 17 29.880 9 Zeeland 181.500 12.600 21.150 7 12 12.600 7 Noord-Brabant 512.000 50.783 222.759 10 44 47.040 9 Limburg 222.500 4.658 14.475 2 7 21.700 10 Nederland 3.506.000 434.103 645.972 12 18 221.520 6 Fig. 3. Stand van zaken betreffende de GBKN-produktie in Nederland. 1. De GBKN-produktie door het Kadaster is intussen volgens de produktiegegevens per 31 december 1987 voor ongeveer 30% van de oppervlakte van Nederland afgerond of in bewerking; zie hiervoor ook het over zicht in fig. 3. Deze produktie wordt vooral de laatste jaren geïnitieerd vanuit de nutsbedrijven, omdat de vraag naar GBKN's vanuit de gemeentelijke wereld duidelijk is gestagneerd. 2. Het einde van het jaar 1988 is een cruciaal moment in de ontwikkeling van de ideeën over de toepassingen van een basiskaart binnen de vastgoedregistratie bij gemeenten. Op 2 december 1988 namelijk heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een Ge meentelijk Functioneel Ontwerp (GFO) van de ge meentelijke vastgoedorganisatie gepresenteerd, ten einde de ontwikkelingen van dit soort systemen bij ge meenten en het bedrijfsleven beter te kunnen sturen. Een dag eerder presenteerde het CMG het integraal CLOVIS-concept voor een gemeentelijke vastgoed registratie; dit aan de vooravond van de te verwachten invoering van allerlei vormen van geïntegreerde vast goedinformatiesystemen bij gemeenten. De hiervoor gememoreerde stagnatie van de vraag naar basis- kaarten heeft hier alles mee te maken. Al enige tijd wordt bij gemeenten veel energie besteed aan de problematiek van informatie- en automatise ringsplannen voor vastgoedinformatievoorziening en andere informatiesystemen, en staan de investerin gen op deelgebieden daarvan en toepassingen, dus ook de basiskaart, op het tweede plan. Deze stagnatie is door mij altijd gezien als een (slechts) tijdelijke. Na dat de bezinningsperiode over het vastgoed, de dis cussie over het tijdstip van de realisatie en de organi satiewijze van een vastgoedinformatievoorziening bij veel gemeenten is beëindigd, zal de vraag bij gemeen ten naar basiskaarten weer fors toenemen. Het zal dan wel een vraag zijn naar een basiskaart die zal die nen te passen in de nieuwe eisenprogramma's van een gemeentelijke vastgoedorganisatie. 3. Op dit moment staat er een onderzoeksrapport van de Commissie Topografische Basisbestanden (CTB) van de RAVI op stapel, dat na acceptatie door de RAVI als een officieel rapport in dit voorjaar zal verschijnen. Dit rapport behelst een inventarisatie van grootschalig topografisch basismateriaal bij een aantal gemeenten, die ten aanzien van de vastgoedontwikkelingen voor oplopen. Daarin wordt de stand van zaken met be trekking tot de produktie, bijhouding en financierings wijzen van grootschalig basismateriaal weergegeven. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de gemeente lijke wensen ten aanzien van een digitale basiskaart, waarbij het accent ligt op de produktietermijnen, de actualiteit en de volledigheid. 4. Ook is in het jaar 1988 binnen de Dienst van het Kadaster een nota uitgekomen, die het toekomstige kaartbeleid van het Kadaster met betrekking tot de GBKN aangeeft. Lezers van NGT Geodesia hebben hiervan kennis kunnen nemen via het artikel van ir. L. A. Koen in het afgelopen decembernummer. Al met al heeft de GBKN na het advies van de Voorlopige Centrale Karteringsraad in 1983 negatieve en positieve ontwikkelingen gekend. Op het gebied van de GBKN anno 1988 is veel aan het veranderen. In de informele en formele circuits van de RAVI wordt door de VNG en de vertegenwoordigers van het Rijk en andere betrokkenen gestreden over de aanpak van de totale vastgoedinforma tievoorziening en dus ook over de basiskaart. Zelf heb ik de laatste jaren deze strijd binnen organen als de RAVI e.d. ervaren als een strijd waarbij de centralistische ten densen van de visie van de rijksoverheid dikwijls haaks stonden op die van de gemeentelijke visie. De GBKN werd ook hierdoor een speelbal in deze strijd en lang leek het erop dat ze ook slachtoffer zou gaan worden van enerzijds de stagnerende afname door gemeenten en anderzijds het voorgenomen privatiseringsbeleid bij het Kadaster, waarbij de eigen investeringsbereidheid van het Kadaster bij nieuwe GBKN-projecten sterk dreigde af te nemen. Op 25 november 1988, tijdens de NGL studiedag over de GBKN, heeft de heer Pistorius namens de nutsbedrijven gesteld, dat ook de nutsbedrijven er voorstander van zijn dat het Rijk haar belang bij een GBKN zal dienen te bewij zen door eigen investeringsmiddelen en een eigen risico bij de start van nieuwe GBKN-projecten in te brengen. Met andere woorden, het Kadaster zal de GBKN risico dragend en sneller moeten gaan afronden*). In het maartnummer 1989 zal de genoemde inleiding van de heer Pistorius worden gepubliceerd. 74 NGT GEODESIA 89

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 18