Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen sedertdien ge
weest op uw vakgebied?
Alberda: Dat zijn er eigenlijk twee: in de eerste plaats de
geweldige ontwikkeling van de computer. Vroeger kostte
het inverteren van een 10 x 10 matrix met een elektro-
mechanische rekenmachine een hele dag werk! Boven
dien is de ontwikkeling van de theorie ook erg gestimu
leerd door de opkomst van de computer, die de hele theo
rie toepasbaar maakte.
Als tweede noem ik de ontwikkeling van de meettechnie
ken, wat overigens niet los staat van het eerste. De moge
lijkheden van eerst de elektronische afstandmeting en
later de satellietmetingen hebben het hele vak op zijn kop
gezet. In vergelijking met vroeger is het ambachtelijke nu
naar de technici overgegaan en is vooral het ontwerpen
van methoden momenteel het echte ingenieurswerk.
De Haan: Voor mij zijn het er drie: als eerste de storm
achtige ontwikkeling van de functionele rechtsgebieden,
ten tweede de veranderingen op het gebied van het ruim
telijk bestuursrecht en tenslotte noem ik het algemeen
bestuursrecht.
Wat betreft het eerste, een functioneel rechtsgebied richt
zich op een zeker maatschappelijk doel, zoals van ouds
her met het agrarisch recht en het waterstaatsrecht het
geval is; dit in tegenstelling tot de hoofdindeling van
publiek- en privaatrecht, die zich baseert op de aard van
de rechtsverhouding. Nu zijn er de laatste decennia op
het gebied van het onroerend goedrecht een groot aantal
uiterst belangrijke functionele rechtsgebieden bij geko
men. Ik noem eerst en vooral het bouwrecht, maar verder
ook het energierecht (naast het mijnrecht), het kadastraal
recht, het milieurecht en het volkshuisvestingsrecht.
Bij de tweede belangrijke ontwikkeling, het ruimtelijk
bestuursrecht, gaat het met name om het publiekrechte-
Levensloop prof. mr. P. de Haan
Professor De Haan werd geboren op 4 november 1927 te
Augustinusga (Fr.). Na zijn studie rechten aan de Universiteit
van Groningen (1950 - 1955), met als afstudeerrichting Burger
lijk en Agrarisch Recht bij prof. Beekhuis, heeft hij korte tijd ge
werkt als adjunct-secretaris bij het Landbouwschap te Den
Haag. Daarna was hij van 1956 tot 1961 wetenschappelijk
medewerker aan de Landbouwhogeschool Wageningen, ver
volgens tot 1974 hoogleraar Burgerlijk en Agrarisch Recht aan
de TH Delft. Van 1974 tot 1978 was hij werkzaam als hoog
leraar Administratief Recht aan de Vrije Universiteit te Amster
dam. Tot zijn VUT per 1 september 1988 was hij tenslotte hoog
leraar Onroerend Goedrecht en Systeemontwikkeling van de
Administratieve Wetgeving aan de TU Delft en tegelijk hoog
leraar Grondgebruikrecht aan de VU.
Professor De Haan is sinds 1972 voorzitter van het Instituut
voor Bouwrecht, vanaf 1975 lid van de Raad van Advies voor
de Ruimtelijke Ordening en vanaf 1979 lid van de Koninklijke
Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Ook maakt hij
deel uit van de Rijkscommissie voor Geodesie. Bestuursfunc
ties aan de TU Delft bekleedde hij onder meer als prorector
voor de bestuurshervorming van 1970 - 1972 en als voorzitter
van het College van Beroep voor de Examens sinds de invoe
ring van de tweefasenstructuur in 1981.
Hij heeft veel boeken gepubliceerd, waaronder de driedelige
serie over Onroerend Goedrecht (Bestemming, Stadsinrich-
ting, Landinrichting) en een tweedelig handboek over Be
stuursrecht in de Sociale Rechtsstaat (samen met Th. G.
Drupsteen en R. Fernhout). Voorts verscheen een zeer groot
aantal rapporten en artikelen van hem in diverse tijdschriften.
lijke deel van het onroerend goedrecht. Dit is momenteel
het meest uitgebreide deel van het Nederlandse be
stuursrecht en is echt een hoofdvak geworden in de oplei
ding van bestuursjuristen, notarissen en geodeten.
Het algemeen bestuursrecht heeft een werkelijk giganti
sche ontwikkeling doorgemaakt. Als student ergerde ik
mij er al aan, dat het administratief recht eigenlijk alleen
bestond uit het behandelen van beschikkingen, zoals ver
gunningen en subsidies. Waar was het recht met be
trekking tot het openbaar bestuur als «geheel? Er was
daar duidelijk een vorm van emancipatie nodig voor het
bestuursrecht! Vandaar ook de uitdrukking over ,,het uit
leiden van het bestuursrecht uit het diensthuis van het
privaatrecht", die ik heb gebezigd in het handboek over
het Bestuursrecht in de Sociale Rechtsstaat dat ik met
Drupsteen en Fernhout heb geschrevenHet ingrijpen
van de Staat in het dagelijks leven wordt meer en meer
een instrument om overheidstaken te vervullen! Dat is het
grote belang van het bestuursrecht, naast de rechtsbe
scherming van de burger.
Wat ziet u als grootste resultaat van uw eigen werkzaam
heden?
De Haan: In de eerste plaats ben ik erg blij dat het redelijk
gelukt is de vele aspecten van het onroerend goedrecht
te integreren, ook binnen de geodesie. Eigenlijk moet ik
hiervoor ook enige eer aan Baarda geven. Hij heeft mij in
1972 aangespoord een algemene lijn te zoeken als
grondslag onder alle juridische vakken die indertijd wer
den gedoceerd. ,,Je kunt toch niet telkens weer nieuwe
vakken geven", zo zei hij. Hieruit is het preadvies van
1973 voor de Nederlandse Juristenvereniging voortge
komen met het succesvolle begrippensysteem van: regis
tratie, bestemming, inrichting, beschikking, gebruik, be
heer en belasting van onroerend goed. Het hele veld is nu
in te delen in functionele zin. Ook voor de vastgoedinfor
matie en de planologische geodesie zijn deze begrippen
van groot belang.
Als tweede kom ik weer terug op de emancipatie van het
bestuursrecht: de geslaagde instrumentele benadering
hiervan heeft mij erg veel plezier gedaan. Dit „zendings
werk" is me niet altijd in dank afgenomen, maar het heeft
in ieder geval wel een toenemende belangstelling opgele
verd voor verschijnselen als wetgeving, planning en
financiering, terwijl ook beleidsovereenkomsten en ande
re juridische beleidsinstrumenten aan de orde van de dag
zijn
Alberda: Voor mij is het moeilijker echte „wapenfeiten"
te noemen; ik heb geen kathedralen gebouwd! Een groot
karwei was mijn boek Inleiding Landmeetkunde, dat ik
geschreven heb toen het boek van Schermerhorn en Van
Steenis was uitverkocht. Het is nu buiten de TU een van
de best verkochte boeken van de DUM (Delftse Uitgevers
Maatschappij) en er komt binnenkort weer een nieuwe,
4e herziene druk.
Verder heb ik natuurlijk om te beginnen de eerste 15 jaar
als medewerker onder Baarda een bijzonder fijne tijd
overigens aan allerlei detailonderzoeken gewerkt op
het gebied van de vereffeningstheorie en de puntsbepa-
ling, en
De Haan valt hem in de rede: Je bent veel te bescheiden!
Na Tienstra is Baarda begonnen met het bouwen van een
kathedraal, namelijk het hele systeem van de puntsbepa-
ling, en jij hebt daaraan volop meegewerkt! Je maakt niet
114
NGT GEODESIA 89