Kwalificatiegegevens
Verder moet worden opgemerkt, dat in de BOCO-
standaard wordt gesproken over .adresverfijning" in
plaats van toevoeging huisnummer (4.1). Wij stellen voor
de BOCO-standaard integraal te handhaven. Voor de
eenduidigheid van de schrijfwijze voor straatnamen wordt
dan uitgegaan van een „straatnaamverwijzing" naar een
„straatnaamspelling" in een tabel STRAATNAAM. Het
merendeel der gemeenten beschikt immers inmiddels
over een dergelijke vaste tabel voor alle toepassingen.
Daar een straat in meerdere „woonplaatsen" van een
„gemeente" kan voorkomen, wordt „woonplaats" als
attribuut van PERCEELSADRES gemodelleerd, ook al is
er veelal een functionele afhankelijkheid tussen „woon
plaats" en „straatnaamverwijzing".
PERCEELSADRES
object-identificatie
straatnaam verwijzing (sub 1.1)
[huisnummeraanduiding] (BOCO)
huisnummer (1.2 c.q. 1.1)
[huisletter] (1.3 c.q. 1.1)
[adresverfijning] (1.4 c.q. 1.1, BOCO)
postcode (1.5 c.q. 1.2)
CBS-wijk- en -buurtcode (1.6 c.q. 1.4)
woonplaats (1.7 c.q. 1.2)
STRAATNAAM
straatnaamverwijzing (sub 1.1)
straatnaamspelling (1.1)
BURGERLIJKE GEMEENTE
woonplaats (1.7 c.q. 1.2)
gemeente (1.8 c.q. 1.3)
Bij de attributen „woonplaats" en „gemeente" kan de
onderlinge functionele afhankelijkheid worden opge
merkt. Ook dit leidt tot een afzonderlijke tabel BURGER
LIJKE GEMEENTE. Deze tabel kan overigens achter
wege blijven, indien de registratie op slechts een enkele
gemeente betrekking heeft. Zo is in feite ook het attribuut
„postcode" functioneel afhankelijk van de attributen
„woonplaats", „straatnaamspelling" en „huisnummer".
Daar deze afhankelijkheid echter hoofdzakelijk bij de PTT
systematisch wordt gebruikt, is deze in het voorstel ge
negeerd.
Identificatie van een GEBOUWDEEL middels een adres
geschiedt met een GEBOUWADRES, waarbij een GE
BOUWADRES meer dan één enkel GEBOUWDEEL kan
adresseren. Analoog aan PERCEELSADRES verwijst
deze naar een separate registratie van de STRAATNAAM
en de BURGERLIJKE GEMEENTE.
GEBOUWADRES
gebouw-identificatie (5.1)
gebouwdeelvolgnummer (5.1.1)
straatnaamverwijzing (sub 1.1)
[huisnummer] (BOCO)
huisnummer (1.2 c.q. 1.1)
[huisletter] (1.3 c.q. 1.3)
[toevoeging huisnummer] (1.4 c.q. 1.1, BOCO)
postcode (1.5 c.q. 1.2)
CBS-wijk- en -buurtcode (1.6 c.q. 1.4)
woonplaats (1.7 c.q. 1.2)
Dit geeft het volgende beeld:
110
Voor niet-woonverblijven worden in de voorstellen van de
RAVI enkele gegevens aangedragen, die in de registratie
zouden moeten worden opgenomen. Deze gegevens
komen nagenoeg overeen met de voorstellen voor woon
verblijven, voor zover deze niet specifiek op het wonen
betrekking hebben. De kwalificatiegegevens die op de
soort vastgoedobject (5) slaan, zijn op directe of indirecte
wijze reeds bij de identificatiegegevens aan de orde
gekomen.
Bij de voorgestelde begrippen woonverblijf volgens (ver)-
bouw (5.1.1.1), niet-woonverblijven (5.1.1.2) en object
(5.1.1.2.1) kan worden opgemerkt, dat in ons voorstel het
al dan niet woonverblijf zijn gemodelleerd is door de aard
van een VERBLIJFSRUIMTE en inrichting van een GE
BOUWDEEL te indiceren met een aanduiding van een
„activiteit". Daarmee wordt tevens voldaan aan de be
hoefte de inrichting voor doelgroepen volgens bouw of
verbouw (6) te registreren. Aan de entiteiten GEBOUW en
VERBLIJFSPERCEEL wordt ook het attribuut „activiteit"
toegevoegd om aan te geven welk gebruik volgens een
bestemmingsplan is toegestaan. Hiermee wordt recht ge
daan aan het gegeven over de juridische bestemming
(20). De eventuele eigenschap een onbebouwd object
(5.2) te zijn, is bij de identificatiegegevens impliciet met
de entiteit VERBLIJFSPERCEEL gemodelleerd.
De overige voorgestelde kwalificatiegegevens voor niet-
woonverblijven laten zich eveneens als attribuut toe
voegen aan de reeds gemodelleerde entiteiten OBJECT,
GEBOUWDEEL en GEBOUW. In het conceptuele ont
werp voor de registratie wordt ervan uitgegaan, dat deze
attributen verwijzingen zijn naar een lijst waarin alle
mogelijke activiteiten volgens bestemmingsplan, inrich
ting en gebruik zijn opgenomen.
De bouwlaag van het hoofdvertrek bij woningen en het
aantal bouwlagen van het object (7) zijn in feite een ge
geven van een VERBLIJFSRUIMTE of van een geheel
GEBOUW en daarom als „bouwlaag hoofdvertrek"
respectievelijk als „aantal bouwlagen" aan deze entitei
ten toegevoegd. Onder het facultatieve aantal vertrekken
van een object (8) wordt verstaan het aantal vertrekken
NGT GEODESIA 89