ter teek zich meer te gaan bemoeien met vastgoedinfor
matie. Dit is toch wel in tegenstelling met de huidige
situatie. Is het Kadaster weer terug bij ,,af"?
Besemer: Een aantal jaren geleden was het ook de be
doeling, dat het Kadaster zijn taken zou blijven uitoefe
nen. Hiertoe behoren dus ook de landinrichting en de
GBKN. Het Kadaster heeft nooit de pretentie gehad om
het hele gebied van vastgoedinformatie te bedekken,
maar ook niet om zich alleen bezig te houden met de klas
sieke kadastrale taken, zoals het dienen van de rechts
zekerheid. Ik geloof wel, dat men buiten de kadastrale
wereld een zekere vrees koesterde omtrent bepaalde ont
wikkelingen op dit gebied. De Kadasterwet geeft een
kader van taken en laat de minister de mogelijkheid om
dit kader uit te breiden. We gaan weliswaar meer werk uit
besteden, maar de taken die we als Kadaster hebben
volgens de wet, blijven ook bij het Kadaster.
Minister Deetman heeft te kennen gegeven, dat een vol
gende bezuinigingsronde aan zijn departement mag
voorbijgaan. Ziet u voor het Kadaster al een nieuwe bui
hangen?
Besemer: Het is niet zo belangrijk of ik een nieuwe bui
zie hangen, maar of ik dit wenselijk vind. Kijk, het Kadas
ter heeft ook de operatie „kostendekkend zijn" achter de
rug. Stel dat je dan om financiële redenen weer een af
slankingsoperatie krijgt, dan haalt dat voor het Kadaster
niets uit. Je kunt natuurlijk wel roepen: „er moet bij het
Kadaster een x percentage af", maar het Kadaster is
kostendekkend. Wat bereik je dan. Je betaalt wat minder
Besemer:Natuurlijk heeft een beïnvloeding van de markt plaatsge
vonden. Je kunt ook zeggen dat dit de prijs is die het Kadaster moet
betalen voor de overname van medewerkers".
Na het behalen van zijn gymnasium a-diploma aan het Eras
mus Gymnasium te Rotterdam heeft mr. J. W. J. Besemer
Nederlands Recht gestudeerd aan de Rijksuniversiteit te Lei
den. Na zijn militaire dienst heeft hij achtereenvolgens gewerkt
als medewerker Juridische Zaken (VRO), onderafdelingshoofd
Stadsvernieuwing (CRM), afdelingshoofd Stedelijk Beleid
(CRM), projectmanager (CRM) en als directeur Juridische
Zaken op het Ministerie van VROM.
Op 1 maart 1988 is de heer Besemer toegevoegd aan de
Hoofddirectie van het Kadaster en op 1 januari 1989 is hij be
noemd tot plaatsvervangend hoofddirecteur van het Kadaster.
aan salarissen, met als gevolg dat je geld overhoudt. De
tarieven kunnen omlaag, maar dan voeren we het werk
niet uit, waardoor achterstand ontstaat. Dat moeten we
dus niet doen.
De andere mogelijkheid is, dat het Kadaster meer uit
besteedt, maar dat kost ook geld. De situatie van het
kostendekkende Kadaster blijft dus exact hetzelfde. Om
financiële redenen hoefje bij het Kadaster geen mensen
meer weg te halen. Het kan natuurlijk ook zijn, dat de
Rijksoverheid nog verder moet afslanken; er moeten dus
om die reden mensen weg. Dan zou het Kadaster weer
meer moeten uitbesteden.
Men moet zich goed realiseren dat het Kadaster zo lang
zamerhand op een totaal budget waarvan een niet
onbelangrijk deel zit in de kosten van BJZ (de bewarin
gen) van zo'n 300 miljoen gulden (zonder de kosten
voor huisvesting, enz.), 15% uitbesteedt.
Wil je als bedrijf behoorlijk blijven draaien, dan zit er een
grens in het uitbestedingsniveau. Je kunt niet alleen maar
„directie voeren", dan gaat het niet goed meer. Ik denk
dat we redelijk dicht tegen die grens aanzitten. Met an
dere woorden: ik zal er zeker niet voor pleiten, dat het
Kadaster kleiner moet. Het wil echter ook niet zeggen, dat
het Kadaster altijd met deze bezetting zal blijven draaien.
Door externe ontwikkelingen kunnen er wat dat betreft zo
wel negatieve als positieve aanpassingen zijn. Voorlopig
moet het Kadaster maar met dit aantal personen haar
zaken runnen.
Als achtergrond dient men ook te bedenken, dat het
Kadaster de afgelopen jaren diverse grote veranderings
processen heeft doorgemaakt, hetgeen veel onrust heeft
veroorzaakt. Het Kadaster is er nu aan toe om zich als
bedrijf te gaan presenteren. Zij moet haar taken gaan uit
voeren. Wil je dat goed doen, dan moet er niet al te grote
onrust zijn. Daarnaast zal zij minstens even efficiënt moe
ten kunnen werken als het bedrijfsleven.
Het Kadaster wordt nog steeds gezien als een van de gro
te bolwerken in de landmeetkunde. Blijft het Kadaster
nog toonaangevend in landmeetkundig Nederland?
Van der Gaag: Bij het Kadaster is volop landmeetkundig
potentieel aanwezig. Hoewel het uitbestedingsvolume
toeneemt, blijven de feitelijke taken en de verantwoorde
lijkheid voor de kwaliteit van de produkten binnen het
Kadaster en daarvoor moet zij over voldoende landmeet
kundige kennis kunnen blijven beschikken.
Besemer: Dat is iets wat we niet als directie alleen kun
nen bieden, maar die expertise zit verspreid in de organi
satie. Als directie moeten we de voorwaarden scheppen,
dat we die landmeetkundige kennis in huis houden. Onze
nieuwe organisatie staat daarvoor!
170
NGT GEODESIA 89 - 4