label LOOK-UP TABLE LABEL FILE label arealm2) polygon COORDINATE FILE vertex Integratie GIS In de praktijk wordt vrij ruimhartig met het begrip GIS om gesprongen. Een algemeen geaccepteerde definitie is: Een systeem dat ontworpen is om grote hoeveelheden ruimtelijke gegevens, afkomstig uit verschillende bron nen, te vergaren, op te slaan, te reproduceren, te be werken, te analyseren en te presenteren op een wijze die door de gebruiker is gedefinieerd [13]. Een GIS kan een raster- of een vectorformaat hebben. We beperken ons tot het vectoriële GIS. Een GIS bestaat, zoals elk computerondersteund informatiesysteem, uit drie componenten: hardware, software en gegevens. In het voorbijgaan aan specifieke GIS-problematieken gaan we hier, voor de ontwikkeling van de concepten, uit van een elementair type GIS, in feite niet veel meer dan een digitale polygoonkaart, de topografische schil van een GIS. De fundamentele ruimtelijke elementen zijn: punten, lijnen en oppervlakken. Oppervlakken (percelen) worden van elkaar gescheiden door grenzen, die door knooppunten worden verdeeld in rechte lijnen. De ruimtelijke structuur topologie en geometrie wordt beschreven met positionele kenmerken. In onze primitieve structuur zijn dit de (x,y)-coördinaten van de knooppunten, uiteraard voorzien van een precisieken- merk: o. Voor terrein dat niet vlak mag worden veronder steld, is het nodig om over een digitaal hoogtemodel (DHM) te beschikken. We beschouwen het DHM als impli ciet onderdeel van het GIS. Aan de ruimtelijke elementen zijn attributen toegekend, meestal in de vorm van labels, die de thematische eigenschappen aangeven. Zij kunnen worden verdeeld in: administratieve eigenschappen (bijvoorbeeld eige naar, pachter, waarde); fysische eigenschappen (bijvoorbeeld bodemgesteld heid, vegetatietype, hydrologische toestand en vervui lingsgraad). Een deelverzameling van de fysische eigenschappen kan worden ingewonnen uit beelden. De afgelopen twee de cennia is veel remote sensing-onderzoek verricht naar het bepalen van welke fysische eigenschappen. In het elementaire GIS is alleen aan de percelen en niet aan de lijnen en knooppunten een attribuut toegekend. Elk per ceel heeft slechts één attribuut. Het GIS bestaat uit drie bestanden: de coördinaten van de knooppunten, het attributenbestand en de look-up tabel (fig. 4). Met betrekking tot de ruimtelijke verande- nr 23 TIJD Fig. 5. Ruimtelijke veranderingen in de tijd. Er is een grens weg gevallen en van één perceel is een attribuut gewijzigd. ringen die GIS-mutatie noodzakelijk maken, kunnen de volgende situaties optreden (fig. 5): zowel de positionele als thematische kenmerken blij ven ongewijzigd; de positionele kenmerken blijven ongewijzigd, de the matische veranderen; de positionele kenmerken veranderen, de themati sche blijven gehandhaafd; zowel de thematische als positionele kenmerken ver anderen. De thematische veranderingen kunnen betrekking heb ben op alle drie de elementaire gegevenstypen: knoop punten, lijnen en gebieden. Positionele veranderingen worden veroorzaakt door het vervallen van en/of het ont staan van nieuwe grenzen. Voor de bepaling van de ver anderingen wordt gebruik gemaakt van de kennis in het GIS. Deze kennis bestaat uit de ligging van perceel grenzen en hun labels en de labels van de percelen. Om automatisch beslissingen te kunnen nemen bij optreden de veranderingen, dient aan het systeem een kennis bestand te worden toegevoegd. attribute polygon 35492.5 880 715 785 935 745 666 485 666 710 644 595 490 Fig. 4. De drie bestanden waaruit het elementaire GIS is opgebouwd. NGT GEODESIA 89 - 4 Reeds twee decennia geleden werden de grote voordelen van het integreren van digitale ruimtelijke beelden met name remote sensing data met GIS onderkend. Des ondanks heeft dat weinig praktische toepassing gevon den. Marble en Peuquet [13] noemen enkele redenen hiervoor. De twee voornaamste zijn: het gebrek aan positionele nauwkeurigheid van remo te sensing data; het gebrek aan thematische nauwkeurigheid van remote sensing data. Het gebrek aan thematische nauwkeurigheid wordt ver oorzaakt door de gebreken van de gebruikelijke multi- spectrale (MS) classificatiemethoden. MS-classificatie kent geen segmentatie, daar elk pixel direct na opname al als een segment wordt beschouwd. De ruimtelijke rela ties met de omgevingspixels worden niet in ogenschouw genomen. Dit veroorzaakt enkele ernstige problemen: 177

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 17