n w f1 0 1 0 1 -4 1 0 1 0 M edge Mx -101 mxx-12-1 step ramp roof line line (b) Y>|r ->x Xs,Ys AH AW" AL Xe Xe M Mx ROI Fig. 7. Het masker van de Laplace operator. Vaak ook wordt de Laplace operator gebruikt. Dit is een richtingsonafhankelijke tweede afgeleide. Het masker wordt gegeven in fig. 7. Na opsporing van de randpixels dienen zij te worden verenigd tot samenhangende structuren: de lijrtvolging. Hiervoor staan meerdere methodieken ter beschikking, zoals randrelaxatie, graafmethoden en dynamisch pro grammeren. De positionele lijn hoeft slechts de aanwezigheid van grenzen te toetsen om te controleren of de oude GIS- grenzen nog bestaan (Boundary check), dan wel om de preciese ligging van nieuwe grenzen die via andere min der exacte methoden zijn opgespoord, te bepalen (Boun dary location). Dit kan worden gedaan met zoeken in een benaderde positie. Hierbij wordt een rechthoek getrokken om de benaderde ligging van de grens, de Region of Inte rest (ROI) ofwel Area of Interest (AOI). De ROl-grootte hangt, naast de lengte van de lijn, af van de geometrische en thematische precisie. Om tot een vereenvoudiging van de procedure te komen, kan de ROI worden geroteerd, zodat de zijden evenwijdig aan het grid vallen. Hierdoor kan o.a. met ééndimensionale randoperatoren worden gewerkt. Wel is er resampling nodig. Er zijn verschillende methoden. Met name zijn hier profielzoeken en dyna misch programmeren van belang. Fig. 9. a. Enkele veel voorkomende randtypen in perfecte staat, b. Hun gradiënten berekend met de ééndimensionale Prewitt opera tor (masker: -1 0 1). c. De ééndimensionale Laplace (tweede afgelei de, masker: -12-1). In werkelijke beelden zal men zulke ideale randen niet gauw aan treffen wegens verstoring door blur, ruis en textuur. Fig. 8. Region of Interest, gelegd om een gegeven lijn in een bena derde positie. De ROI is geroteerd, zodat de zijden van de rechthoek parallel lopen met de coördinaatassen van het beeldraster. Profielzoeken gebeurt in het gradiëntbeeld, hoewel het ook in het originele grijswaardebeeld kan worden uitge voerd. Het gradiëntbeeld heeft het voordeel, dat naast de magnitude M ook de richting 0 kan worden gebruikt. Er kunnen meerdere magnitude maxima in een profiel voor komen. Het randpixel waarvan de richting het meest over eenstemt met de richting van de grens, verdient de voor keur. Dit kan worden uitgedrukt in een kostenfunctie [10]. Het dynamisch programmeren is gebaseerd op het zgn. Viterbi algoritme (zie bijvoorbeeld [2]) en toont grote over eenkomst en met kortste-route algoritmen. Meer nog dan voor boundary check is het geschikt voor boundary loca tion van grenzen die in een benaderde positie zijn vastge legd in de thematische lijn. Fig. 8 illustreert de principes van ROI en profielzoeken. Bij boundary check kan met vrucht gebruik worden ge maakt van kennis over de aard van de grenzen. Een weg zal een ander dwarsprofiel opleveren dan een grens tus sen weiland en akkerland. Fig. 9 toont dwarsdoorsneden over enkele ideale typen van veel voorkomende randen en hun eerste en tweede afgeleidingen. NGT GEODESIA 89 - 4 179

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 19