üEt
De feitelijke herplaatsing
Zoals dat meestal gaat met dit soort dingen, is het eigenlijke werk
allang gebeurd als de genodigden aantreden. In de vroege morgen
van de 13e maart 1989 zou dat geschieden. Als ik omstreeks 10
uur op de plaats des onheils arriveer, is er nog niets te zien. In het
naburige café zitten slechts enkele vrachtautochauffeurs. Verbeeld
ik het me, of kijkt er één wat schuldbewust? Ergens bij het café
moet grenspaal 348 hebben gestaan. Na enig zoeken vind ik een
gat in de grond met een bordje ernaast: „grenspaal 348 is tijdelijk
wegens herstelwerkzaamheden verwijderd".
De stilte duurt niet lang, even later komen wat auto's ter plekke,
eerst de Nederlandse landmeter, dan een vrachtauto van de ge
meente Aardenburg en een kraanwagen met paal en al, en natuur
lijk de nodige deskundigen van Gemeentewerken, Provinciale
Waterstaat en het Belgische Kadaster.
Het eerste werk is het leegscheppen van de put, want die is vol
water geregend. Pas dan kan het karwei aanvangen. De kraan hijst
de 372 kg wegende paal van de wagen en langzaam zakt hij in de
put; 90 cm in de grond en 187 cm erboven, luidt het voorschrift. De
internationale meetploeg gaat aan het werk. „Hebt ge jalons mee
gebracht?", vraagt ing. L. Heyboer aan zijn Belgische collega De
Brabander. „Jawel, plus twee theodolieten en een distomat", is
het antwoord. Maar die blijven in de auto, want de plaats van de
paal is allang verklikt. Twee lijnen zijn uitgezet en met het oog
wordt de paal tussengericht. Als er wat erg lang naar links en dan
weer naar rechts wordt gecentimeterd, verzuchten de gemeente
werklieden dat het er toch niet op een halve meter aankomt?
Dan ineens staat hij goed. En even vlug als de optocht verscheen,
is ze ook weer verdwenen. Paal 348 staat verder alleen te wachten
op zijn officiële plaatsing.
De reconstructie was gemakkelijk volgens Heyboer; bij de ruilver
kaveling Aardenburg-Eede is de paal in 1956 nauwkeurig opge
meten door ir. M. Haarsma in een meetlijnenstelsel, dat in coördi
naten bekend was. Transformatie van de meetlijnen naar een in
1978 bepaald kringnet leverde nauwkeurige RD-coördinaten op.
Met behulp van die coördinaten kon de plaats van de paal nauw
keurig worden gerealiseerd in het terrein. Vanuit de meetlijnen
werd de plaats gecontroleerd. Een halve centimeter verschil was
het resultaat. De beide koninkrijken liggen daar verder niet wakker
van.
Behalve in RD is de plaats ook bepaald in het Belgische stelsel
„Lambert 50". Dit kon op eenvoudige wijze, omdat een aantal
kerktorens in België ook bekend is in RD. Door transformatie
konden de paalcoördinaten worden berekend. De aansluiting
rammelt wel wat, maar als je in aanmerking neemt dat Nederland
een stereografische en België een kegelprojectie toepast, is dat
niet zo verwonderlijk volgens de aanwezige heer Lucien van de
Vijver, gewestelijk directeur van de directie Grote Opmetingen en
Algemene Plans.
Het proces-verbaal van nazicht
Dat ging er wel officieel aan toe. Burgemeester Jacobs met zijn staf
ontving de gasten in het gepavoiseerde gemeentehuis van Aarden
burg. Hij opende de plechtigheid met verwijzing naar de Romei
nen, die al grenspalen plaatsten en zelfs een god hadden, die de
grensstenen beschermcfe (Terminus). Opgewekt voegde hij eraan
toe: „Grensstenen maken weliswaar grenzen zichtbaar, maar
scheiden grensbewoners niet. Het leven houdt niet op bij de
grens". Hij nodigde de aanwezigen uit dat bij de grens te gaan
bekijken. In kolonne, als een soort bruiloftstoet, reden we naar de
grens.
Het was inmiddels druk bij de paal. Een aantal grensbewoners was
nieuwsgierig toegestroomd, alsmede de kinderen van de St. Jozef
school uit Eede. Alle aanwezige officials wierpen om de beurt een
schep beton in de put, waardoor het toch weer meer op een begra
fenis ging lijken. Bij elke schep luidde een van de schoolkinderen
de bel.
Daarmee was de paal geplaatst. Getuigen waren er genoeg. Maar
er hoorde nog wat bij vanwege de historische betekenis.
Bij het monument dat aan dit gebeuren herinnert, legden de kinde
ren een krans en deelden mede dat hun school dit monument had
geadopteerd. Burgemeester Jacobs bedankte hen hiervoor en
onderschreef de waarde ervan: „De betekenis van het gebeuren
van 44 jaar geleden mag nimmer worden vergeten. En jullie school
zorgt daarvoor". Enkele oudere buurtbewoners herinnerden nog
de dag dat zij hier als schoolkinderen langs de weg stonden, nu
44 jaar geleden. Zij wisten het nog, maar voor anderen was het niet
voor te stellen hoe het er hier uitzag toen Koningin Wilhelmina te
voet de grens passeerde. De huizen waren ruïnes, kapotgeschoten
door de Duitse en geallieerde artillerie, de wegen en weilanden
kapotgereden door tanks en omgeploegd door vele bomkraters. In
een zorgvuldig bewaard filmpje werd dat even later getoond.
Hoewel de officiële plaatsing was geschied, moest dit nog schrifte
lijk worden bevestigd. In het Aardenburgse gemeentehuis leidde
burgemeester Jacobs dat in. Zichtbaar genietend van deze belang
rijke gebeurtenis vermeldde hij eerst, dat Aardenburg 19 grens
palen op zijn grondgebied heeft en dat er nog enkele in desolate
toestand verkeren. Die zouden ook nog eens bekeken moeten
worden, het liefst vóór 1992. Vervolgens ging hij over tot het voor
lezen van het proces-verbaal: „Proces-verbaal van nazicht van
grenspaal 269. Hier stokte hij even, er klopte iets niet, toen
ging hij aarzelend verder: „Op 18 augustus 1956. heren, ik
geloof dat er nog een kleine correctie nodig is".
Het bleek de schuld van de tekstverwerker van het Kadaster te zijn,
jammer, want de Nederlanders hadden net zo zitten opscheppen
tegen hun Belgische collega's over de vergevorderde automati
sering
Even later werd er toch getekend door de Gouverneur, de Commis
saris van de Koningin van Zeeland, de burgemeesters en de twee
landmeters.
Commissaris Boertien bedankte „mijnheer de Bestendig gedepu
teerde, mijnheer de Griffier, burgemeesters, en de overige dames
en heren". Hij merkte op, dat het herplaatsen van een grenspaal,
zo kort voor de openstelling van de grenzen, wat vreemd moet
overkomen. Maar hij waagde het toch te stellen, dat het een goede
zaak is zichtbare tekenen in het landschap te bewaren, die ons er
aan kunnen herinneren dat de bijna vanzelfsprekende verworven
heden van onze beide rechtsstaten niet uit de lucht zijn komen val
len, maar moeizaam zijn bereikt. Hoe gemakkelijk afgesproken
grenzen weer kunnen worden geschonden, horen we dagelijks en
de plaats van grenspaal 348 heeft dat 44 jaar geleden ook geleerd.
Net als 150 jaar geleden was er na afloop gelegenheid om nog
enige tijd in „gezellige en humoristische sfeer bijeen te zijn". Het
wachten is nu op de volgende paal.
A
Aardenburg Eede, Europese gemeente, grenzen vervagen.
NGT GEODESIA 89 - 4
193