publikaties Bij de tentoonstelling is een catalogus te verkrijgen, die wordt uitge geven door het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genoot schap. De catalogus omvat een historische, een kunsthistorische beschouwing en een beschrijving van alle geëxposeerde tekeningen met afbeelding in full-color. De tentoonstelling is geopend: dinsdag t.m. vrijdag van 10.00 - 16.30 uur en zaterdag en zondag van 14.00 - 17.00 uur. Op 1e Pinksterdag (14 mei) is het museum gesloten; 2e Pinksterdag (15 mei) is het ge opend van 14.00- 17.00 uur. RIJKSCOMMISSIE VOOR GEODESIE In de publikatiereeks van de Rijkscommissie voor Geodesie is ver schenen no. 32: ,,NAVGRAV, Navigation and Gravimetric Experi ment at the North Sea". Auteurs: R. H. N. Haagmans, G. J. Husti, P. Plugers, J. H. M. Smit en G. L. Strang van Hees. ISBN 9061322375. DE (ONZEKERE) TOEKOMST VAN DE LANDMETER Bijeenkomst van de Koninklijke Vereniging van Landmeters experts van Oost-Vlaanderen te Gent Iedere maand komen de leden van de Vereniging, welke is aangeslo ten bij de BUL (Belgische Unie van Landmeters-experts), bij elkaar om gegevens uit te wisselen, wat van elkaar te leren, om zaken te doen. of om een pint te drinken. Op 14 februari was het Nederlandse Kadaster uitgenodigd (en ook NGT Geodesia). Mr. A. Faas, directeur van de Directie Zeeland en A. Schouwenaar, 1e medewerker in dezelfde directie, zouden hun verhaal brengen. Natuurlijk begon de avond met een welkom, niet aan de buitenlan ders maar, zoals voorzitter Daniel van Damme het uitdrukte, aan „onze Nederlandse confraters". Als gevolg van de geboden gastvrijheid in de namiddag begon de avond een stief kwartiertje later, maar daar zat niemand mee. Geïnte resseerd luisterde men naar het verhaal van de heer Faas. Globaal schetste deze hoe vanaf 1832 het Kadaster in Nederland zich heeft ontwikkeld. De minuutplans, de OAT en de oude leggers passeerden de revue; hij memoreerde dat de Wet op de Grondbe lasting tot vandaag een rol speelt en dat er aanvankelijk 33 kantoren waren en nu nog slechts 14, maar wel met een echte hoofddirectie erbij. Ook noemde hij de taakuitbreidingen als de Rijksdriehoeks- NGT GEODESIA 89 - 4 meting. Ruilverkaveling en GBKN werden toegelicht en uiteraard was ook de overgang van het Ministerie van Financiën naar VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) interes sant voor de zuiderburen. Faas belichtte ook de vier opleidingsniveaus waaruit de verschillen de „landmeters" voortkomen (LBO, MBO, HBO en Universiteit). Uit gebreid werden de laatste ontwikkelingen geëtaleerd: de automati sering (AKR en LKI), de privatisering en afslanking (dat is ook in België geen onbekend fenomeen) en de huidige taakuitvoering van het Nederlandse Kadaster. Op de opmerking van Faas dat er de komende jaren weer voor miljoenen zal worden uitbesteed aan het bedrijfsleven, reageerde iemand in de zaal met de opmerking „geen bezwaar". Er was ook een Nederlands ingenieursbureau aanwezig Tenslotte gaf Faas een toelichting op de Kadasterwet, het negatieve stelsel en de rechtszekerheid. Alles bij elkaar kregen de Belgische collega's voldoende informatie om het verschil met hun Kadaster duidelijk te maken. De positie van de landmeter in de toekomst Schouwenaar boeide het gezelschap, via de overheadprojector, met zijn visie op de toekomst van de landmeter, vooral na 1992. Niet vrij van sombere gedachten reageerde hij op de privatiseringsdrift van de Nederlandse regering. Hoe ver zullen ze gaan op de ingeslagen weg? Spreker gaf een overzicht van de taak van de landmeter vanuit het oude verleden. Met behulp van grafschilderingen maar toch minder somber dan je daarvan zou verwachten werd duidelijk ge maakt hoe achtereenvolgens de Egyptenaren, de Romeinen en de Grieken hun werk deden, wat de bijbel ervan zegt en hoe in de middeleeuwen reeds veel landmeters doende waren. Zo kwamen we vanzelf terecht bij Napoleon die vele landmeters het veld instuurde, omdat het gehele land moest worden opgemeten. Altijd was het de landmeter zelf, die alle werkzaamheden moest verrichten. Dat bleef zo tot ver na de oprichting van het Kadaster. Eenmaal per jaar bezocht hij alle gemeenten en volgens Schouwe naar ontstond daardoor de uitdrukking „moeder haal je dochter binnen, daar komen de landmeters aan". De Belgen hadden daar echter een weerwoord op: „De Belgische moeders hebben daar niet zo'n schrik van, ze sturen hier hun dochters zelf naar de landmeters- school". Dat de landmeterstaak na 150 jaar wel wat is veranderd, maakte spreker duidelijk. Tegenwoordig geeft hij leiding, verzorgt de plan ning en organiseert; vooral in de ruilverkaveling is er een heel nieuw werkgebied voor hem ontstaan. De landmeter „pur sang", d.w.z. hij die verantwoordelijk is voor de normale metingen van koop en verkoop, geeft leiding aan een aantal meetploegen (die zelf ook weer landmeters worden genoemd). Alleen al in Zeeland worden per jaar ongeveer 5000 akten gemeten. Welke weg zo'n akte bij het Kadaster volgt, werd ook duidelijk ge maakt. Dit wekte de nodige verwondering, want in België meet men geen akten, nee, men meet voor een verkoop en daarna wordt een akte gemaakt. Dat is veel beter, vond men in Gent. en eigenlijk is daar geen speld tussen te krijgen. 197

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 37