Depot-rente
Verkoop van gedeeltelijke percelen
langen van de woonconsument te dienen, in het bijzonder
wanneer hij belangen van de professionele partij en de
particuliere partij zou moeten dienen.
„De Woonconsument", oktober 1988, vermeldt:
,,Bij zijn contacten met de banken, makelaars en bouw
ondernemers heeft de notaris immers een commercieel
voordeel. Het heeft er de schijn van dat hij meer belang
heeft bij de belangen van de professioneel bij de trans
actie betrokken partij dan de belangen van de woon
consument".
Dit is niet alleen een motie van wantrouwen ten opzichte
van het notariaat, maar tevens worden hier de contacten
van de banken, de makelaardij en de bouwondernemers
met de notaris in een kwaad daglicht gesteld. De Vereni
ging brengt hiermee zichzelf in een isolement. Stelt zij
enerzijds de onderlinge contacten ter discussie, ander
zijds roept zij onder andere de banken en de makelaardij
op als mogelijke vervanger voor het notariaat bij het op
stellen van hypotheekakten en transacties op onroerend
goed.
Als lid van de Vereniging Eigen Huis bevreemdt deze uit
spraak me in hoge mate. Reeds tien jaar lang ontvang ik
het orgaan van de vereniging. Met grote interesse lees ik
iedere maand de rubriek „Uit het Lood". Een inventarisa
tie van het jaar 1988 (vanaf april) van deze rubriek levert
zegge en schrijve niet éénmaal een klacht over het nota
riaat op. Wel worden er misstanden gesignaleerd bij:
de aannemerij (36%)
de gemeenten (23%)
de makelaars (7%)
de banken (7%)
overigen, zoals bemiddelend orgaan, provincie, GAK,
assurantiebedrijf, enz., in 27% van de gevallen.
In totaal werden 30 gevallen hierin betrokken. Ik durf dan
ook te stellen, dat juist in die gevallen waarin het notariaat
niet wordt betrokken bij de totstandkoming van de over
eenkomst, er in de praktijk niet zo nauw met de belangen
van de woonconsument wordt omgesprongen.
Nee, ook hier blijkt, dat een wakend oog op door partijen
opgestelde contracten niet overbodig is. Een wakend oog
van iemand die geen enkel persoonlijk belang heeft bij de
bepalingen en clausules in een overeenkomst. Van een
dubbelrol is hier mijns inziens dan ook geen sprake. De
notaris zal te allen tijde de particulier beschermen tegen
onjuiste passages in overeenkomsten opgesteld door
professionelen. De particulier is in veel gevallen niet thuis
in het juridische jargon. Dit is ook de reden waarom men
er vaak geen prijs op stelt, dat de notaris ten kantore de
complete inhoud van de akte voorleest. Bovendien kent
de notaris in veel gevallen de akten zoals die door de
„professionelen" worden gebruikt en biedt hierdoor een
goede waarborg voor de rechtszekerheid.
Mankeert er dan helemaal niets aan het noriaat?
Natuurlijk wel, zou ik haast zeggen. Niemand is volmaakt.
Echter, dat hiermee het notariaat in veel gevallen over
bodig zou zijn, gaat te ver.
De Vereniging Eigen Huis beticht het notariaat ervan, dat
zij de rente over de gedane aanbetalingen „in haar zak
steekt". In veel gevallen zou de rente dus niet aan de
koper worden terugbetaald. Notaris Groen, woordvoerder
van het Broederschap, geeft aan dat het bij het notariaat
regel is om de werkelijk ontvangen rente aan de koper te
vergoeden. Hij dringt erop aan dat dit ook werkelijk
gebeurt.
Bij de verkoop van gedeeltelijke percelen speelt de nota
ris een bijna onmisbare rol. Hij (of zijn vervanger) verricht
het onderzoek bij het Kadaster. Hierbij gaat hij niet zon
der meer af op deze gegevens (het zijn immers slechts
feitelijke conclusies van een kadastraal ambtenaar, zon
der privaatrechtelijke betekenis). Hij interpreteert deze
gegevens, hij ziet voorgaande akten in, doet een onder
zoek naar de hypothecaire toestand, laat indien nood
zakelijk erfdienstbaarheidsonderzoek verrichten, enz.
Van alle transacties op onroerend goed maken de ver
kopen van gedeeltelijke percelen 20% uit. Geen klei
nigheid dus. De Vereniging Eigen Huis betitelt dit als „uit
zonderingsgevallen".
Echter, bij de opmaak van akten waarbij gedeelten van
percelen overgaan, is het door de notaris verrichte onder
zoek te veel gericht op het juridische vlak. Maar al te vaak
blijkt, dat de notaris niet thuis is op het technische vlak.
Dit brengt met zich mee, dat hij bij de opmaak van de akte
te veel afgaat op de mededelingen van partijen, zonder er
zich van te gewissen of hiermee wel de werkelijke over
dracht (in het terrein) wordt verwoord. Vaak blijkt dan
achteraf (na aanwijs van de nieuwe grens door partijen
aan de Kadasterambtenaar of pas na kartering van de
nieuwe grenzen op de kadastrale kaart), dat de akte fou
ten bevatte.
Aj>
(A/v.y.ê-tj»
TarnrrM
164
NGT GEODESIA 89 - 4