Het: Kadaster op weg naar de formatie 1990
Feiten
Interview met mr. J. W. J. Besemer en F. v.d. Gaag
door W. van Pijkeren en J. H. J. M. Vos, redacteuren.
SUMMARY
The Cadastre is heading for its number of personnel in 1990
Privatising, cut down on staff and reorganisation have been the word over the last years in the Dutch
Cadastral Office and by the end of 1988 these aims have been reached. This process is guided by the
deputy director general and a personnel manager. An interview with them reflects the past and the future
for both the staff concerned and the process.
Het altijd zo rustige Kadaster heeft een uitermate roerig
jaar achter de rug en de storm is nog maar net gaan
liggen. Oorzaken: privatisering, afslanking en bijstelling
van de structuur in de provinciale vestigingen (BSP).
Binnen de Kadasterkantoren werd tot voor kort meer ge
sproken over privatisering, B6 en BSP dan over precisie,
betrouwbaarheid en rechtszekerheid. Reden voor NGT
Geodesia om door middel van een tweetal interviews met
betrokkenen wat achtergronden te belichten.
Deze keer een gesprek met de heren Besemer en Van
der Gaag, respectievelijk plaatsvervangend hoofddirec
teur van het Kadaster en hoofd van de Tijdelijke Eenheid
(TE). In het gesprek zal met name de materie vanuit het
Kadaster worden bezien. In een volgend interview komen
de heren Riemersma (directeur van de B6) en Zijlstra
(directeur Heidemij Vastgoeddiensten) aan het woord.
Deze heren zijn beiden betrokken geweest bij de privati
seringsoperatie.
Hoewel binnen het Kadaster deze hele operatie uiteraard
volop in de.picture" staat, is bij de buitenwacht de priva
tisering wel bekend, maar afslanking en BSP al veel
minder. Kunt u de operatie en uw betrokkenheid hierbij
aangeven?
Besemer: De privatisering is een proces met een buiten
gewoon lange voorgeschiedenis, waarvan ik uitsluitend
het slot heb meegemaakt. Vanuit mijn toenmalige functie
in Den Haag als directeur Juridische Zaken bij VROM
was ik vice-voorzitter van de Stuurgroep Privatisering
Kadaster (SPK). Op 1 maart 1988 ben ik overgestapt naar
het Kadaster en op 1 januari 1989 ben ik de heer Van
Berk opgevolgd als plaatsvervangend hoofddirecteur. In
die tussentijd was de stuurgroep verdwenen en werd de
Stuurgroep Uitvoering Privatisering Kadaster (SUPK) in
het leven geroepen, waarvan ik tevens vice-voorzitter
ben. Onder het vorige kabinet (Lubbers-1) was privatise
ring al een belangrijk item; hierbij werden ook het Kadas
ter of werkzaamheden van het Kadaster genoemd.
Van der Gaag: Het ging destijds om 13% afslanking bin
nen VROM. Bij het Kadaster werd dit 18%, waarvan 7%
te realiseren door middel van privatisering. Op deze
manier kon worden voldaan aan de verkleining van het
overheidsapparaat met tegelijkertijd een versterking van
de marktsector. De groep personen die in aanmerking
zou komen voor privatisering, moest dan ook werkgele
genheid worden geboden.
Besemer: In de SPK is alleen nog maar gesproken over
een vrij forse verhoging van het volume van uitbesteding.
Het Kadaster zou gewoon haar taken die het tot dan toe
had gedaan, blijven vervullen. Dat zou gepaard moeten
gaan met de overname van medewerkers van het Kadas
ter door het bedrijfsleven. Hiervoor zijn in de loop der
jaren diverse aantallen genoemd en diverse constructies
bedacht. Op een gegeven moment is echter duidelijk een
relatie gelegd met de reorganisatie van het Kadaster in
de Provincie, de zogenaamde BSP-operatie (Bijstelling
Structuur Provincie). Daar waar de BSP inmiddels was
gekoppeld aan de afslankingsoperatie, werden BSP, af
slanking en privatisering aan elkaar gekoppeld. Dat heeft
binnen het Kadaster en vervolgens binnen het Departe
ment tot op ministerieel niveau, de Ministerraad en zelfs
de Vaste Commissie voor Volkshuisvesting en Ruimte
lijke Ordening in de Tweede Kamer, geleid tot de geac
cepteerde conclusie, dat er niet onnodig personeel van
het Kadaster naar het bedrijfsleven zou worden overge
heveld om de formatie van 2700 mensen te bereiken.
Ongeveer een jaar geleden werd er nog gesproken over
het oprichten van een bedrijf waar ongeveer 215 man
werkzaam zou zijn. Het bedrijf zou bestaan uit een soort
„joint venture" van zes verschillende bedrijven, te weten:
DHV, Fugro, Grontmij, Heidemij, Oranjewoud en Van
Steenis. Dit was ook een conclusie van de SPK.
Eind april 1988 is dat hele plaatje nogal veranderd. Er
kwam toen sterk de koppeling aan de afslankingsoperatie
naar voren. Daar het niet zinvol was een compleet
zelfstandig bedrijf op te richten, werd in overleg met het
bedrijfsleven besloten de betreffende personen een baan
aan te bieden bij de betrokken zes bedrijven. Toen ging
het nog om ongeveer 80 mensen; half december, bij de
afronding van de BSP, kwam vast te staan, dat het nog
slechts om 66 personen ging. Het aantal is beperkt geble
ven, omdat behoorlijk wat personeel inmiddels met pen
sioen, VUT en wachtgeld is (of gaat). Dit betekent dan
ook in de praktijk, dat er meer werk moet worden uit
besteed dan wat dit aantal mensen had kunnen doen.
Een deel hiervan kan overigens worden opgevangen door
efficiency-verbeteringen en door automatisering.
Van der Gaag: Door privatisering op deze wijze te reali
seren, in samenhang met de afslanking, waarbij voor een
periode van zeven jaar aan betrokkenen werkgelegen
heid wordt geboden, is privatisering binnen de BSP een
herplaatsingsmogelijkheid.
Tot dan was de privatisering voor mij een vrij afstandelijk
gebeuren. Natuurlijk volg je het op de voet en je interes
seert je ervoor, maar mijn directe bemoeienis met de pri
vatisering dateert van medio november. In de maanden
november, december bestond dit o.a. uit het verlenen van
ondersteuning aan de B6 bij de tewerkstelling van de ge
privatiseerde medewerkers bij de zes bedrijven. Vanaf
1 januari 1989 is het de bedoeling dat ik de geprivatiseer
de medewerkers voor een periode van twee jaar ga bege-
166
NGT GEODESIA 89 - 4