OP WEG NAAR H DE FORMATIE 1990 30 Akteposten AFSLANKING BIJSTELLING,an de STRUCTUUR mde PROVINCIE PRIVATISERING leiden. Dit betreft de dagelijkse leiding van de zogenaam de Tijdelijke Eenheid met betrekking tot zaken behorende bij het personeelsbeheer. Deze vorming van de Tijdelijke Eenheid vloeit voort uit het overleg met de vakbonden. Gedurende de periode tot 1991 (het tijdstip waarop de nieuwe formatie moet in gaan) moet indien de formatie die mogelijkheid toelaat de medewerkers de gelegenheid worden geboden om terug te keren bij het Kadaster. Gedurende deze periode zijn zij boven de formatie van Apeldoorn geplaatst en vallen direct onder de plaatsvervangend hoofddirecteur. Hoe stond nu eigenlijk de leiding van het Kadaster tegen over het voornemen van de regering om het Kadaster gedeeltijk te privatiseren? Was dit besluit gebaseerd op politieke ideologie, op signalen van derden, zoals het bedrijfsleven, of kwam dit vanuit het Kadaster zelf? Besemer: Het eerste Kabinet Lubbers was de bakermat van de privatiseringsgedachte. Hierbij werd een speur tocht gedaan naar rijksdiensten, die geheel of gedeeltelijk konden worden geprivatiseerd. Bij deze speurtocht is het Kadaster op de lijst van mogelijke kandidaten gekomen. Het is mij niet bekend hoe toentertijd de leiding van het Kadaster ertegenover stond. Voor zover ik weet, heeft het Kadaster echter nooit uit eigen beweging verzoeken hier toe ingediend. Wel kan ik zeggen, dat ook in die tijd iede re bestuursambtenaar en ook de dienstleiding van het Kadaster gehouden was om die lijn te volgen. Anderzijds was de leiding verplicht om voor de belangen van de Dienst op te komen. Dit kan natuurlijk tot zekere span ningsvelden leiden. Het zoeken naar een behoorlijke oplossing is er de oorzaak van geweest, dat dit vrij lang heeft geduurd. De privatisering en de afslanking zijn door de politiek in gegeven, de BSP is vanuit het Kadaster gestart. Besemer: Die BSP is voor mij ook historie, het ging om een reorganisatie van de structuur van de provinciale vestigingen. Dit was een interne aangelegenheid, terwijl privatisering en afslanking te maken hebben met doel einden van kabinetsbeleid. Door omstandigheden kon de ingrijpende verschuiving binnen de formatie worden ge koppeld aan het kabinetsbeleid. De BSP is bepalend geweest voor de formatie van het Kadaster. In het begin speelde de afslankingsoperatie nog niet. Van een koppeling was toen nog geen sprake, deze is eerst later gelegd. Natuurlijk is door allerlei bedrij ven druk op de politiek uitgevoerd om aan de privatise ring serieus gestalte te geven. Is het verlaten van de filosofie van het zelfstandig levensvatbaar" bedrijf ook door de bedrijven inge geven? Besemer: Het SPK-rapport is in de Ministerraad bespro ken. Uit de situatie bleek toen al, dat vanwege het aantal medewerkers deze gedachte mogelijk moest worden ver laten. De bedrijven hebben na het laatste besluit van de Ministerraad hierover naar voren gebracht, dat zij geen volledig opgetuigd bedrijf meer wilden met dit aantal medewerkers. De medewerkers zouden dan bij de be staande bedrijven worden tewerkgesteld. In overleg met de bonden is toen besloten, dat deze mensen nog twee jaar ambtenaar zouden blijven, waarna een overgang naar het bedrijfsleven zou plaatsvinden. Hiertoe is dus de Tijdelijke Eenheid in het leven ge roepen. NGT GEODESIA 89 - 4 Duidt de formatie 1990 op een uitgekleed Kadaster? Kan het haar werkzaamheden nog wel naar behoren uitvoe ren? Wat blijft er over van het moderne, vernieuwende Kadaster? Besemer: Het hangt ervan af, wat je vindt dat het bedrijf zou moeten doen. Doe je alles zelf, of voer je uitsluitend directie over een aantal werkzaamheden? De nieuwe lijn is deels uitvoerend, deels directievoerend. De grens ligt bij het typisch kadastrale werk. Daar waar de rechtszekerheid in het geding komt, zal niet worden uitbesteed. Voor uitbesteding denken we aan GBKN, uit voerende werkzaamheden bij de landinrichting, analoog- digitaalconversie en voorshands een aantal werkzaamhe den bij de verwerking van akteposten. Dit laatste is een teer punt. Het is niet de bedoeling om akteposten uit te besteden, doch wel een aantal werk zaamheden in dit traject. In de Tweede Kamer is bij de behandeling van de Kadasterwet een vrij uitgebreide beschouwing gegeven over wat wel en wat niet van het aktepostenwerk kan wor den uitbesteed. De achterstand bij de afwerking van akte posten is in sommige vestigingen te groot. Om deze ach terstanden zo snel mogelijk weg te werken, is uitbeste ding een middel. Is die achterstand wel een werkelijke achterstand en qeen reële werkvoorraad, zoals het Kadaster die altijd al kent? Besemer: Natuurlijk moeten wij de niet-meetrijpe akte posten van de achterstand aftrekken. Dan nóg blijft er een te grote werkvoorraad over. De klant mag ervan uit gaan dat voor het betaalde tarief op een fatsoenlijke wijze en binnen een redelijke tijd het werk wordt geleverd. Dit heeft niets met politiek te maken, maar gewoon met klant gericht denken. Ik denk dan, dat een akte binnen ander half jaar gemeten en verwerkt moet zijn. O 167

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 7