B6: van levensvatbaar bedrijf tot tijdelijk
intermediair
Geschiedenis
een administratieve zaak. Wel vormen de ongeveer
16 000 kaarten uit 1832 nu een nuttige bron voor histo
risch onderzoek, omdat ze situaties in het terrein weer
geven, die vaak door allerlei oorzaken zijn verdwenen,
maar die in een ver verleden tot stand zijn gebracht, zoals
de sloten, waarover in het begin van dit artikel is gespro
ken.
De landmeters bij het Kadaster kregen geen eigenlijke
opleiding. Ze moesten zich de kennis en de techniek
maar eigen zien te maken en kregen na een vergelijkend
examen een aanstelling. Eerst in 1919 startte aan de
Landbouwhogeschool te Wageningen een driejarige cur
sus, die in 1936 naar de Technische Hogeschool te Delft
werd overgeplaatst. In 1948 werd deze cursus omgezet in
een volwaardige ingenieursstudie.
Zo komen we dan in de moderne tijd, waarin ook het land
meten en kaarten maken worden geautomatiseerd; de
elektronika heeft zijn intrede gedaan naast de luchtkarto-
grafie. In het terrein worden met elektronische apparatuur
hoek-, lengte- en hoogtemetingen verricht. Het meting
resultaat wordt met magneetbandjes aan de computer
doorgegeven ter verdere verwerking. De landmeetkunde
is zodoende tot enkele simpele handelingen terugge
bracht.
Er zijn natuurlijk ook wel nieuwe plaatsbepalingsproble
men die moeten worden opgelost, zoals in verband met
de luchtvaart, de ruimtevaart en de continentverschui
ving. Dat is echter meetwerk voor zeer gespecialiseerde
deskundigen, met verfijnde apparatuur. Het is alles elek
tronika wat de klok slaat. Langzamerhand gaat de land
meetkunde als zelfstandige discipline onder in die van de
elektronika. Men kan zich afvragen of het millennium van
de Nederlandse landmeetkunde aldus ten einde is. Zijn
we weer terug bij af?
Literatuur
Muller. E. en K. Zandvliet, Admissies als landmeter in Nederland
voor 1811. Alphen aan den Rijn, 1987.
Interview met ir. J. G. Riemersma en ir. J. Zijlstra
door W. van Pijkeren en J. H. J. M. Vos, redacteuren.
SUMMARY
B6: from a viable company to temporary intermediary
Six competitive private companies in landsurveying in the Netherlands have cooperated to establish a new
company: B6. This new company will temporarely take over work and personnel from the privatising Dutch
Cadastre. Interviewing the director of one of the founding companies and the manager of B6 gives a picture
of the privatising process.
Per 1 januari 1989 zijn 66 Kadastermedewerkers gedeta
cheerd bij zes ingenieursbureaus, als uitvloeisel van de
privatisering bij het Kadaster. Najaren touwtrekken heeft
de B6 (Bedrijven 6, ook weieens aangeduid als de Bende
van 6) vorm gekregen, maar wel een heel andere dan
jaren op gekoerst is. NGT Geodesia sprak met twee
hoofdrolspelers, nadat in het aprilnummer de operatie
vanuit het Kadaster is belicht.
Het lijkt ons goed dat eerst jullie beider betrokkenheid bij
de privatiseringsoperatie wordt weergegeven.
Zijlstra: Die betrokkenheid is vanuit het bedrijf natuurlijk.
Heidemij is vanaf het prille begin betrokken geweest bij
de eerste gedachtenwisseling rondom de privatisering.
Dat is een hele tijd eigenlijk niks geweest, niet meer dan
een enkel contact met de directie van het Kadaster, totdat
er op een gegeven ogenblik wat meer voedingsbodem is
gekomen. Daarna is mijn persoonlijke bemoeienis ont
staan in een aantal werkgroepen. Eerst als lid van een
werkgroep Sociale Aspecten, vervolgens ben ik voorzitter
van een werkgroep Personele Aspecten geweest en
tevens lid van de stuurgroep, onder voorzitterschap van
de heer Remijnse. Dit was steeds vanuit mijn functie als
directeur van Heidemij Vastgoeddiensten, één van de zes
uit de B6.
Riemersma: Ik werd in september 1988 gevraagd door
de heren Zijlstra en Jacobs (Oranjewoud) of ik als gepen
sioneerde misschien wat vrije tijd beschikbaar had om te
helpen in dit geheel. Natuurlijk wist ik nog niet wat dit zou
betekenen, want van de privatisering van het Kadaster
had ik tot op dat moment zo goed als niets gehoord. In
mijn vorige baan had ik daar toch al niets mee te maken,
dus dat was voor mij een heel nieuw onderwerp.
Ik ben in oktober, toen de voorlichtingsdagen werden
gehouden, voor het eerst meegeweest. Daar kreeg ik een
indruk van de problematiek. In december ben ik statutair
directeur van de B6 geworden.
We willen graag het traject enigszins chronologisch door
lopen.
Riemersma: Als je de eerste tien jaar net zo uitgebreid
doet als de laatste twee maanden, dan schuif ik voorlopig
achterover.
Zijlstra: Er is in de eerste tien jaar ongeveer net zoveel
gebeurd als in de laatste twee maanden, dus de verhou
ding klopt wel.
Wat mij bijstaat, is dat op een gegeven moment in de
Staatscourant enkele overheidsdiensten onder elkaar
stonden, die voor privatisering in aanmerking kwamen en
daar stond het Kadaster ook tussen.
Hoe heeft het bedrijfsleven daarop ingehaakt en hoe
hebben die zes bedrijven elkaar gevonden?
Zijlstra: Het is begonnen bij het toenmalige SSVI, waarbij
het doel was om de ontwikkelingen die zich bij een univer
siteit aandienden, in relatie te brengen met de praktijk en
daarvoor zou dan een zogenaamde derde geldstroom
gaan ontstaan. Daar kwam het bedrijfsleven regelmatig
NGT GEODESIA 89 - 5
231