Varianten geworden. Natuurlijk speelt ook mee dat er werk zat, dat motiveert ook. Of we er ooit geld mee zullen verdienen en of we de kosten die we tot nu toe hebben gemaakt ooit nog terug verdienen, dat is afwachten, maar het is. afgeschreven dus. Bij de verschillende varianten worden steeds bedragen genoemd van hoeveelheden uit te besteden werk door het Kadaster. Is er door de bedrijven nooit op gekoerst bepaalde taken in zijn geheel bij het Kadaster weg te halen? Zijlstra: Jawel, wat ons betreft was het veel verder ge gaan, maar dan moet je weer terug naar de oorspronke lijke brief van Brokx of zijn voorgangster Langendijk waarin al werd aangegeven welke zaken men bedoelde, als men het over privatiseren had. Wij hebben vanaf het begin gezegd: laten we de discussie verbreden tot de vraag ,,wat is de wezenlijke taak van het Kadaster en wat kun je bij het bedrijfsleven wegleggen. Wat is overheids taak en wat is principieel geen overheidstaak; laat dat het vertrekpunt zijn". Die discussie is regelmatig terugge keerd. Ook nu, want als we het over akteposten hebben, roepen sommige provincie-directeuren: over mijn lijk. Het Kadaster hield als een soort zwaard van Damocles ook nog een andere variant boven ons hoofd en dat was: kijk het Kadaster is kostendekkend en we worden morgen Staats-NV. Toen zagen we de bui helemaal hangen. Zo zagen we ze ook nog in onze markt komen lopen en ver volgens geen BTW declareren, ofwel déprivatisering in optima forma. Maar dat is het uiteindelijk niet geworden. Daar hebben ze ons bijna slapeloze nachten mee be zorgd. Die variant is nadrukkelijk als troefkaart op tafel gelegd. Wij hebben vanaf het begin aangegeven, dat we meer wilden dan over uitbesteding praten. Wat was erop tegen geweest, dat we als zes bedrijven aandeelhouder gewor den waren van de NV Kadaster. Dat is een variant die we op een gegeven moment ook nog hebben voorgelegd. Een jaar geleden stond het levensvatbare bedrijf nog cen traal, ofwel de geboorte van een potentiële concurrent voor de zes. Zo levensvatbaar wil je dat bedrijf helemaal niet hebben, denk ik dan. Bestond er wel de overtuiging dat dat bedrijf levensvatbaar was? Zijlstra: We praten nu over iets wat niet gaat gebeuren, het levensvatbare bedrijf is van de baan. Maar goed, levensvatbaar bedrijf was het uitgangspunt. In theorie, als de markt zich verruimt, is er ook ruimte voor een nieuw bedrijf. Riemersma: Toch heb ik vraagtekens gezet rondom zo'n bedrijf. Zijlstra: Het was ook niet eenvoudig. Ons werd een soort garantie van levensvatbaarheid gevraagd en dat valt niet te geven, dat heeft mijn bedrijf ook niet. Je zult elke dag moeten aantonen dat dat zo is. We hebben dan ook gezegd: we zullen ons best doen om zo goed mogelijke condities mee te geven, maar een garantie geven we niet, want dat kan niet. De markt is er, wordt ruimer, maar zeven jaar vooruitzien? De werknemers met het in feite eeuwigdurende verzeker de dienstverband van het Kadaster zouden bij het bedrijf waar ze komen, meer risico's lopen. Men wilde, dat wij de garantie boden dat bedrijf in de lucht te houden, ook al zouden onze eigen bedrijven de poorten moeten sluiten. NGT GEODESIA 89 - 5 Daarop hebben we gezegd: daar beginnen we niet aan. Er was natuurlijk een positieve instelling om dat bedrijf een kans van slagen te bieden. Als ook het Kadaster aan geeft, dat de markt waarover we nu praten er over zeven jaar wellicht niet meer is, dan was het duidelijk welk bedrijf er het eerste afging; dat was dat bedrijf geweest. Riemersma: Het kan niet goed gaan, als aan een bedrijf dat uit zo'n bepaalde sfeer komt, zeg maar kadastersfeer, de ondersteuning en het management worden toege voegd vanuit die zes moederbedrijven. Afgezien van de goede wil van iedereen; het lukt gewoon niet, omdat de hele werksfeer er niet is. Daarom is de oplossing van nu een veel betere. De mensen hebben nu veel meer garan tie dan in het andere model, zelfs al was de markt goed en had het bedrijf alles mee. Toch boezemde zo'n mogelijke Staats-NV angst in. Die zou het in de markt toch ook moeilijk krijgen? Zijlstra: Staatsbedrijven hebben natuurlijk als groot „na deel" (voor de marktsector), dat ze vertrekken vanuit een volstrekte monopoliepositie. Ik heb geen enkel probleem met privatiseren van het Kadaster, maar dan wel zonder monopolie. Vanuit die monopoliepositie krijgen ze vast financiering en dat zijn heel andere uitgangspunten dan waarmee wij als bedrijf worden gefinancierd. Vanuit de huidige positie kan het Kadaster ook haar eigen tarieven vaststellen. Wij hebben altijd gezegd, dat voor de tarieven die het Kadaster heeft vastgesteld, wij morgen willen ondernemen. Het wonderlijke is, dat wij door het Kadaster toch worden benaderd met: jullie tarieven zijn veel te hoog. We hebben de kadastrale tarieven ernaast gezet en gezegd: kijk, die van jullie zijn hoger. Daarvoor wordt bij het Kadaster ook dienstverlening verricht, die eigenlijk niet doorberekend kan worden en ik denk dat een bedrijf zich daaruit eerder zou terugtrekken. Zijlstra: Dan ontstaat voor mij de discussie hoe een onderneming en hoe een overheid is gefinancierd. Een overheid wordt gefinancierd, terwijl het risico geen rol speelt; een bedrijf wordt gefinancierd met risicokapitaal, waardoor wij met hogere rentes en dividenden te maken hebben. We moeten winst maken als onderneming, anders zijn we geen interessant object meer voor onze financiers; dan krijgen we geen geld meer voor investe ringen en loopt het mis. Er bestaat het eeuwige mis verstand, dat winst wordt gebruikt om zakken te vullen van directeuren, maar zo werkt het helaas niet. Ik loop wel altijd met m'n zakken wijd, maar er komt niets in. Ir. J. Zijlstra is in 1946 geboren. Na het behalen van zijn HBS- B-diploma heeft hij civiele techniek gestudeerd aan de Techni sche Hogeschool Delft. Na het behalen van zijn ingenieurstitel in 1970 trad hij in dienst bij de dienst Gemeentewerken Rotter dam, afdeling havenwerken. In 1971 is hij overgestapt naar Heidemij Nederland BV als projectingenieur weg- en water bouw. In 1978 werd hij als hoofd Technisch Bureau ver antwoordelijk voor een regionaal ingenieursbureau binnen Heidemij Nederland BV, bestaande uit ongeveer 200 mensen. Daarnaast was hij hoofd Technisch Bureau Rheinland, een in Duitsland opererend ingenieursbureau van Heidemij, gericht op Bauleitung en Vermessung, met circa 50 personeelsleden. Sedert 1981 is hij directeur van Heidemij Vastgoeddiensten BV, een werkmaatschappij binnen Heidemij, die zich richt op vastgoedinformatie en vastgoedmanagement, met ongeveer 350 personeelsleden. Ir. Zijlstra is tevens bestuurslid van de Stichting voor Kadastrale en Financiële Administratie (Kafi) en commissaris van ILIS (International Land Information Servi ces), RLAD (RAET Lokale Automatiseringsdiensten) en ING (Inventarisatie Nederlandse Gebouwde omgeving). 233

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 13