Van beperkte dijkbewaking tot de GBKN
Nota Groot
Het verleden spreekt (boek)delen
Beperkte dijkbewaking.
De heer Bekkers popelt ondertussen om uit te leggen hoe
de praktijk werkt. De zeewaterkering spreekt het meest
aan als de nieuwsdienst beperkte dijkbewaking afkon
digt. Veel medewerkers van de waterschappen zien dan
hun bed niet die nacht en lopen diep in hun kraag ge
doken tegen windkracht 9 op te tornen. Dreigt er een
doorbraak dan wordt het dijkleger actief en worden zand
zakken gevuld.
De waterhuishoudingstaak wordt uitgevoerd door regel
matige bemalingen, op een zodanige wijze dat ieder aan
zijn natje en zijn droogje komt. Vooral de afvoer van over
tollig water is van belang. Dit water komt eerst in een boe
zem, een waterbergplaats waarin het water tijdelijk wordt
opgeborgen. In de steden fungeren de vijvers en grach
ten als boezem, op het platteland is dat een aaneenslui
tend stelsel van vaarten en plassen. Als het flink regent,
lopen eerst de sloten vol, daarna wordt het water wegge-
malen via de ringvaarten naar de boezem. De Schermer
boezem bijvoorbeeld wordt gevormd door het Alkmaar-
dermeer, het Noordhollands kanaal en de ringvaarten
van de grote polders. Vanuit de boezem wordt het water
geloosd op zee. Daar zijn grote gemalen voor gebouwd.
In het verleden deden alleen de molens dat werk.
In een van de kamers van het waterschapshuis zijn wat
attributen uit die tijd bewaard, bijvoorbeeld een vlag die
op de molen werd geplaatst als er niet op de boezem
mocht worden gemalen in verband met hoge waterstand,
's Nachts werd die vlag door een lantaarn vervangen. Dat
bericht werd doorgegeven van molen naar molen, van
polder naar polder, maar tegenwoordig pakken we na
tuurlijk de telefoon, zegt Bekkers. De waterkwaliteitszorg
is moderner van opzet. De heer Bekkers toont een dik
boekwerk met mooi gekleurde overzichtskaartjes. Het is
de indeling van alle watertjes gemeten op zuurstof, chlo-
rofyl, fosfaat en stikstof. Detailkaarten geven de plaats
van monsterpunten aan om illegale lozingen te kunnen
vaststellen en te achterhalen. Een ander boekwerk toont
duidelijke kaarten, waarop rioleringen en persleidingen
zijn aangegeven. Die vragen een grotere nauwkeurig
heid.
Van jaar tot jaar worden overzichtskaartjes per gebied ge
maakt. Onderlinge vergelijking geeft in een oogopslag
aan wat er is verbeterd. ,,We zijn erg tevreden", zegt
Groot, „vorig jaar kregen we zelfs een bedankje van een
hengelaarsvereniging over de verbeterde waterkwaliteit".
De watergebieden zijn dan ook ingedeeld in klassen, zo
als: water geschikt voor zalm- of karperachtigen enz. De
kaartjes worden in eigen technisch beheer gemaakt. De
ondergrond bestaat uit topografische kaarten. Nee, de
GBKN komt er (nog) niet aan te pas. Uiteraard is de
nauwkeurigheidseis van het kaartmateriaal niet zo erg
hoog. Toch praat het waterschap wel mee over GBKN's,
bijvoorbeeld in de PKC. Aangezien de belangen van de
waterschappen voornamelijk in de polders liggen, heb
ben zij weinig behoefte aan kaarten van gebouwde kom-
gebieden en zeker niet om daaraan mee te betalen.
Toch signaleert Groot wel bepaalde ontwikkelingen.
Sommige waterschappen laten zelf kaarten vervaardi
gen, bijvoorbeeld door middel van een fotovlucht. Er zijn
ook waterschappen die alle kadastrale kaarten in hun ge
bied laten digitaliseren en daaraan de administratieve ge
gevens ophangen. Dan maakt Rijkswaterstaat ook nog
grootschalige kaarten van door waterschappen beheerde
kusten, oevers en rivierdijken. Kortom, er is niet direct
sprake van een waterschapseenheid.
Enige tijd geleden schreef mr. Groot hierover een nota
aan de gezamenlijke Noordhollandse waterschappen. Dit
resulteerde in de instelling van een werkgroep, die zich
met de toekomstige ontwikkeling gaat bezighouden. Het
eerste werk zal een inventarisatie zijn van de behoefte
aan grootschalige kaarten en natuurlijk hoe de admini
stratieve gegevens aan het digitale kaartenbestand kun
nen worden gekoppeld. En zo komen we midden in de
vastgoedwereld terecht.
Het waterschap beschikt weliswaar over de kadastrale
eigendomstoestand, maar heeft ook behoefte aan een in-
wonerslijst. Immers de vervuiler betaalt en dat is de bewo
ner, niet de eigenaar. De gemeentelijke mutatielijsten vol
doen niet. In aanmerking genomen dat 15% per jaar ver
huist en een groot deel hiervan nooit een adreswijziging
doorstuurt, mankeert er nogal wat aan. Dank zij de ge
gevens van de nutsbedrijven (want daar klopt het wel aar
dig) komt de zaak aardig rond. Veel controle is echter
nodig om de gegevens bij de tijd te houden.
Zo zien we dat de waterschappen, die vroeger het Kadas
ter ver vooruit waren, nu op dat gebied wat in te halen
hebben. Graag laat de heer Bekkers iets zien uit die
mooie oude tijd van het Hoogheemraadschap.
De deur van een grote kluis zwaait open en we mogen de
schatten bewonderen, zoals: de 16-blads atlas van Dou,
minutieus getekende kaarten met daarboven de wapens
van de oude hoogheemraden. De koperplaten waarvan
ze zijn gedrukt, laten de wijzigingen zien als een hoog
heemraad werd vervangen.
Een tweede boekwerk (uit 1729) bevat tekeningen van de
„Lustplaatsen, adellijke huizen en dorps- en stede
gebouwen", die allemaal met de hand zijn gekleurd.
Uitwaterende sluis.
244
NGT GEODESIA 89 - 5