Bij het: KNMI in De Bilt: Het KNMI en het meten Het weerbericht door J. H. J. M. Vos en M. J. Scheele, redacteuren. SUMMARY The Royal Dutch Meteorological Institute KNMI in De Bilt The KNMI forecasts the weather, especially for the Netherlands. Their measurements differ from surveying measurements and include positioning systems, seismical and oceanographical measurements and many other interesting systems. We hebben het altijd al gedacht, maar nu weten we het zeker: ze houden het mooie weer daar voor zichzelf. We vertrokken vanuit twee totaal verschillende delen van het land met mist. en in De Bilt scheen een stralende zon. Nee, ze maken ons niets meer wijs. Dat deden ze trouwens op die reportagedag wel. Er was veel te be leven. We gingen bij het KNMI op zoek naar de raakvlakken met het werk van de landmeter en de geodeet. Enkele raak vlakken kenden we zelf al, met name het weer als je bui ten aan het meten bent. Maar wellicht is er meer. Drs. B. M. Kamp, hoofd van de afdeling Externe Betrek kingen (en dat zijn wij vandaag), vindt al gauw wat rela ties. Eerst wil hij een exemplaar van NGT Geodesia zien. We leggen het meest recente exemplaar op tafel. „Niet overmatig geïllustreerd", merkt hij onmiddellijk op en met een kritische blik op de buitenkant: „De dijk van Enk huizen naar Lelystad staat er ook niet op". Daar zullen we dus wat aan moeten doen. In dit nummer zijn wij alleen bij machte aan de eerste klacht tegemoet te komen. Na deze eerste schermutseling legt de heer Kamp uit hoe het KNMI in elkaar zit. Het instituut bestaat al vanaf 1854 en heeft dus een lange staat van dienst. Natuurlijk werd er ook direct bij vermeld, dat prof. Vening Meinesz (geo deet en fysicus) een tijdlang directeur van het KNMI is geweest. Het instituut is sinds 1897 in De Bilt gevestigd (fig. 1). Dat is een goede greep geweest, waar men nu nog de vruch ten van plukt. Uitbreiding van gebouwen is steeds moge lijk (dat is aan de vele aanbouwen te zien, en aan het ge timmer is te horen dat het nog steeds doorgaat) en er is weinig storing van de stad bij het meten. En zo komen we op het meten terecht. Volgens Kamp wordt bij het KNMI niet veel, maar wel vaak gemeten. Als onderdeel van het Ministerie van Ver keer en Waterstaat (het bedrijf van mevrouw Smit, zoals hij dat noemt) heeft het KNMI vooral te maken met trans port; niet over de weg of water, maar transport van lucht en waterdamp over ons land. Dat transport veroorzaakt het weer in Nederland. En daar is heel wat aan te meten. Drie afdelingen van het KNMI zijn daarbij betrokken: 1. Operationele Dienst (weerberichten verzorgen, klima tologische informatie verzamelen en verstrekken, enz.). Fig. 1. Sinds 1897 gevestigd in De Bilt. 2. Afdeling Wetenschappelijk Onderzoek (o.a. bestude ren van de fysica van de atmosfeer, ontwikkelen van modellen voor weersverwachtingen, oceanografie en seismologie). 3. Algemene Dienst (waaronder administratie, instru- mentenbeheer, computers, enz.) De Operationele Dienst spreekt ons wel aan. Het weerbe richt ontstaat hier en als landmeter heb je daar wat aan. De heer Kamp legt ons uit, dat er veel gegevens nodig zijn om zo'n weerbericht te maken. Het is een eindpro- dukt van een heleboel werk. Op dat moment gaat de deur open en komt Erwin KrolI binnen. Dat is mooi gepland, denken we, maar het blijkt toevallig. „Oh, ik stoor", horen we hem nog zeggen, en weg is Erwin. (Hij heeft zijn weerbericht vast nog niet klaar; fig. 2). Onverstoorbaar gaat Kamp verder met zijn verhaal. De gegevens moeten vaak en op veel plaatsen worden ver zameld. Gegevens over temperatuur, vochtigheid, wind snelheid, windrichting, luchtdruk en bewolking. 222 NGT GEODESIA 89 - 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 2