Testresultaten
-+_
O
1
Fig. 3. Selectietest voor tijnsymboten.
Zouden kaartsymbolen worden getest in een situatie die
de praktijk sterk benadert, dan vergt dit naast een gecom
pliceerde organisatie een grote variatie in de te stellen
vragen. Om een verantwoord aantal respondenten per
vraag te krijgen, zouden zeer veel testen moeten worden
afgenomen. Hier is dan ook van afgezien. Er is gekozen
voor een situatie waarin symbolen zowel op papier als op
beeldscherm voor alle respondenten op een min of meer
identieke wijze voorkwamen. Met kaartmateriaal en met
de genoemde Interpro (fig. 2) werd zodoende een aantal
karteringsdiensten bezocht, waarvan steeds twee tot vijf
respondenten, zo mogelijk uit verschillende afdelingen
werden ondervraagd.
Het eerste deel van het onderzoek betrof ongeveer 30
verschillende topografische elementen. Er is daarbij ge
selecteerd op:
verschillende weergave door verschillende diensten;
weergaven die sterk op elkaar leken, zodat verwarring
kon ontstaan.
De meeste tests werden zowel op beeldscherm als op pa
pier afgenomen, behalve daar waar het ging om het asso
ciëren van een symbool met een topografisch element.
Het is niet mogelijk in het bestek van dit artikel alle testre
sultaten te bespreken. Er wordt nader ingegaan op het
gebruik van kleur, de grootte van symbolen op beeld
schermen, de herkenbaarheid en de leesbaarheid van
een aantal symbolen.
Kleur
Grootschalige kaarten zijn tot nu toe bijna uitsluitend
monochroom, hetgeen om allerlei redenen zeer verklaar
baar is. Met de komst van kleurenbeeldschermen, plot
ters (vector en raster) en kleurenkopieermachines is het
te verwachten dat de toepassing van kleur ook voor deze
groep kaarten betaalbaar en bruikbaar zal worden. Bij
een tweetal tests is bekeken of kleur een kwalitatieve ver
betering betekent voor grootschalige kaarten.
Bij één test werd aan één groep respondenten een wirwar
van bestaande lijnsymbolen op een beeldscherm in
zwart/wit voorgehouden (fig. 3), aan een andere groep
dezelfde symbolen, waaraan kleur was toegevoegd.
Bij een tweede test ging het om vlaksymbolen als voor
wegverharding en beplanting; op een kaart liep een lijn,
waarop een aantal punten was aangegeven, waarvan de
respondenten moesten melden welke verharding/beplan
ting hier aanwezig was. Deze verharding/beplanting was
aangegeven met symbolen die vrij veel voorkomen, dan
wel met tekst. Eén groep kreeg de kaart alleen in
zwart/wit, een ander geheel in kleur. Aangezien de bete
kenis van de kleuren niet algemeen bekend is (wel van de
lijnsymbolen), zijn de bekende symbolen uit de vorige test
hier ook weergegeven, zij het wat minder scherp.
Zoals uit tabel 1 valt af te leiden, is bij beide tests de snel
heid en juistheid waarmee respondenten op de symbolen
reageren, bij kleur beter. Met name bij de lijnsymbolen
gaat de kwaliteit van de waarneming drastisch omhoog.
Bij het selecteren van de juiste lijnsymbolen deden alle
respondenten met een kleurenbeeld het sneller dan elke
andere respondent met een zwart/wit beeld, terwijl zij
bovendien in tegenstelling tot bijna alle respondenten
met zwart/wit geen enkele keer een waarnemingsfout
maakten.
De toevoeging van kleur kan worden gebruikt om meer
dere leesniveaus te creëren, die de selectie van bepaalde
elementen sterk vereenvoudigt.
De scores in tabel 1 maken duidelijk, dat toepassing van
kleur een kwalitatieve verbetering geeft van het kaart
beeld. In de voorstellen voor een nieuwe standaard is
kleur echter niet opgenomen, gezien de momenteel nog
hoge kosten van reproduktie.
Symboolgrootte op beeldscherm
Verreweg de meeste symbolen op grootschalige kaarten
zijn ontworpen in een tijd dat er werd getekend met een
Brandauerpen en vermenigvuldigd met de lichtdruk
machine. Op een beeldscherm, ook op die met een hoge
resolutie, kan de vormgeving van het symbool echter niet
meer voldoen. Met name de minimale grootte van symbo
len moet hoger liggen, gezien het feit dat de resolutie van
veel, ook grafische, beeldschermen niet die fijne lijnen
kan weergeven die momenteel worden gebruikt. In tabel
2 zijn de resultaten weergegeven van een test naar de
minimumgrootte van tien lijn- en puntsymbolen. Voor de
meeste symbolen is een groter symbool nodig om ook op
beeldscherm goed te kunnen worden herkend.
testsymbool
gemiddelde grootte symbool bij juiste
waarneming
vorm
no.
beeldscherm
papier
in mm.
in mm.
1
2,3
0,4
2
6,0
0,4
3
1,5
0,9
4
4,1
2,5
5
0,9
0,5
6
2,0
1,9
7
1,7
0,6
8
1,8
1,5
9
1,8
1,5
10
4,0
0,7
Tabel 2. Minimumgrootte bij tien lijn- en puntsymbolen.
Herkenbaarheid en leesbaarheid van symbolen
Bij het gebruik van kaarten is een goede en duidelijke
leesbaarheid essentieel, zeker wanneer, zoals bij veel
grootschalige kaarten het geval is, de legenda van de
294
NGT GEODESIA 89 - 6