Reactie op „Grafische of geometrische gegevens?" Er is maar één agrarisch bedrijf in het project Drs. F. J. Holsmuller van Logisterion (GIS-adviseur) neemt nu de demo over. Via de PC, geprojecteerd mid dels de overheadprojector, zien we nog eens duidelijk de opbouw van het ARC/INFO-systeem. Holsmuller noemt het de gereedschapskist. Het is een erg gebruiksvriende lijk systeem. Je hoeft niets in te typen, een simpele aan wijzing op het scherm geeft de gewenste info. Zijn mede werker, ing. A. J. M. Spiertz, demonstreert dit voor hem. Als een razende bewerkt hij het toetsenbord en we zien interessante beelden op het drie meter hoge scherm oplichten. Zo zien we een beeld van de negen kaartlagen. Elke afdeling kan alle lagen zichtbaar maken op zijn eigen beeldscherm, maar men kan uitsluitend zijn eigen laag muteren (en dat stelt velen gerust). Enkele toepassingen maken indruk: „Geef aan waar on dergrondse leidingen liggen langer dan tien meter". De computer aarzelt slechts enkele seconden en de lijnen lichten in groen op tussen de huizen. Even snel wordt op de kaart zichtbaar waar de „groenvakken" liggen en wel ke op dit moment aan een onderhoudsbeurt toe zijn. Ook kan het beeldscherm een overzicht tonen van alle huizen waarin meer dan vier personen wonen. De demo heeft ongetwijfeld indruk gemaakt op de aanwe zigen (en dat was natuurlijk ook de bedoeling). Burge meester mr. J. J. M. Dosker spreekt dat ook uit. Hij heeft veel waardering voor het werk dat de studenten hebben verricht en bedankt hen daarvoor. Er is een goed stuk werk geleverd. Het geeft een uitstraling van samen werking. Er is de gemeente Dongen een goede dienst bewezen. Ir. W. J. van 't Noordende bedankt op zijn beurt (na mens de Hogeschool Utrecht) de gemeente Dongen en Logisterion die dit project mogelijk hebben gemaakt en memoreert de hartelijke ontvangst van de studenten in de gemeente. Vervolgens doet hij de burgemeester, secreta ris Spaan en de heer Van Rhee de (Hogeschool)das om. Na afloop van dit binnengebeuren wil ik nog even de wijk „De Biezen" in het echt zien. Het is gemakkelijk te vin den. Het blijkt een nieuwe wijk te zijn met veel (dure) hui zen. Ik herken veel van de demo. Sommige kaartlagen zijn direct te herkennen (de huizen). Griezelig eigenlijk te weten dat het gemeentelijk beeldscherm met een druk op de knop kan laten zien hoeveel mensen in ieder huis wonen. Ik herken ook het groenbeheervak, en dat het aan een onderhoudsbeurt toe is, bewijst de aanwezigheid van twee plantsoenarbeiders met schoffel. Bij de kaartlaag „straatmeubilair" had ik echter onvoldoende opgelet. Als ik even later niet verder kan in een woonerf en moet draai en, ram ik een betonpaaltje dat vanuit de auto net niet zichtbaar was. Nu geeft een mooie deuk in mijn achter bumper een gevisualiseerd beeld van een interessant be zoek aan Dongen in het algemeen en het ARC/INFO- systeem in het bijzonder. door A. S. Booij, projectadviseur bij de afdeling Automatisering Apeldoorn van het Kadaster. Een prima artikel van ir. R. v.d. Schans, NGT Geodesia 1988 no. 5; de verwarring op terminologiegebied moet hiermee verminderen. De opmerking over een totaal verkeerde voorstelling van zaken op de overheadsheet in tig. 2, dat de presentatie van het LKI-project van het Kadaster moet ondersteunen, is mijns inziens overtrokken. De aangebrachte correcties creëren zelf ook weer verwarring en zijn in geen geval een verbetering. Wat te denken van: Gebruik van terrein en werkelijkheid. Wat is het verschil; het ge bruik van twee verschillende woorden geeft de indruk dat er een onderscheid moet zijn, of worden hier twee woorden voor het zelfde gebruikt, hetgeen niet direct is aan te raden. Wat is het computermodel? Een model van een computer? Ook hier weer geen correctie. De benoeming werkelijkheid is niet gecorrigeerd, terwijl het hier een fotografische afbeelding van de werkelijkheid betreft. De schematische voorstelling van de logische gegevensstruc tuur wordt benoemd als het computermodel van het terrein. Deze voorstelling is echter onderdeel van het beschrijvende deel van het computerbestand (zie model G). Wordt uit de werkelijkheid alleen een aantal al of niet zichtbare objecten overgenomen of is er ook nog een beschrijvend deel dat gerelateerd is aan het taalgebruik dat bij de beschouwde werke lijkheid past? Model en werkelijkheid bij het vervaardigen van kaarten Zowel een kaart, een foto en een computerbestand zijn mijns inziens afbeeldingen en, zo gewenst, ook modellen van de beschouwde werkelijkheid. Daar een model moet worden begrepen, moet een beschrijving wor den gemaakt. Deze beschrijving is gerelateerd aan het taalgebruik dat bij de beschouwde werkelijkheid hoort. Het ene model ontstaat uit het andere model door middel van modelconversies; de symbolen van een bepaald model worden omgezet naar symbolen van een ander model. Maar alle modellen op zich kunnen worden gezien als modellen van de werkelijkheid. Welk model de basis voor je geautomatiseerd computersysteem is (een kaart, een foto of een meetresultaat verkregen met behulp van een meetapparaat), wordt mede bepaald door het doel van het systeem en de stand van de techniek. Al deze modellen zijn aan elkaar gerelateerd (fig. 1, het modellenrelatieschema). Inhoud van een model Een model bestaat uit twee delen, namelijk een deel dat fysiek gemo delleerde objecten bevat en een beschrijvend deel. Deze delen samen vormen het model. Dit onderscheid is niet altijd aanwezig, zo dat soms twee verschillende modellen worden onderscheiden, terwijl sprake is van slechts één model. Gebruikte modellen De volgende modellen kunnen in relatie tot geautomatiseerde systemen ten behoeve van de vervaardiging van topografische, kadastrale en thematische kaarten momenteel worden onder scheiden: Model A: Fotonegatief (fotografische vastlegging); fysieke objecten: gradatieaangevende stoffen in een emulsie; beschrijving: begeleidende notities. NGT GEODESIA 89 - 6 299

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 19