4,Klerks J. Veltman Discussie met de inleiders. te dat gaat doen, in welke organisatievorm en wat ze allemaal zullen opnemen in dat gemeentekadaster, zullen de gemeenten zelf wel uit maken. Wel werd duidelijk, dat er een gigantische verandering staat aan te komen en dat daarover het nodige overleg noodzakelijk is, een gespreksplatform. Veel vragen rijzen nu reeds over gegevensuit wisseling met het rijkskadaster en de kostenverdeling. Ook over de GBKN is nog niet alles even duidelijk (bijvoorbeeld de bijhouding). Zo kwam Klerks tot het doel van het IOG: gespreks- en belangenbundeling richting Kadaster; uitwisselen gegevens en van elkaar leren; inspelen op toekomstige ontwikkelingen. Wij worden door amateurs bestuurd H. J. Wintjes, wethouder Ruimtelijke Ordening van de gemeente Uden, was door ziekte verhinderd zijn verhaal te houden; de heer Klerks nam hem waar. Omdat besturen nooit een wetenschap is geweest, zijn wij honder den jaren door goedwillende amateurs bestuurd, die hun ervaring in de praktijk opdeden. Hoe ouder, hoe meer ervaring. Men moest dus oud zijn om goed te kunnen besturen. Hoewel het bedrijfsleven al in de 60-er jaren begon met het opleiden van managers, is de overheid hierin achtergebleven. Hoe komt dit? Volgens Wintjes is 60 procent van de gemeenteraadsleden afkom stig uit de ambtelijke wereld. Bovendien hebben die bestuurders de pecht, dat zij met een geweldig star ambtenarenapparaat moeten werken. En het toeval waarmee iemand op die bestuurdersstoel te rechtkomt (in plaats van de juiste man op de juiste plaats), noemt hij ,,de irrationaliteit van de democratie". Belangrijke tekortkoming in de vorming van de bestuurder is een ge brek aan opleiding hiervoor (en het ontbreken van een leerstoel openbaar bestuur aan de universiteiten). Kentering Vanaf heden, zegt Wintjes, gaat het echter allemaal anders lopen. In de gemeenten is een andere cultuur aan het ontstaan, men is bezig om de output van gegevens van bestuursinformatie beter te structu reren. Ook de privatisering geeft een impuls tot andere stuurmetho- den. De gereedschappen die het bedrijfsleven gebruikt om te bestu ren, zullen ook door de overheid moeten worden toegepast, maar bovenal zal het gebruik van de computer ertoe leiden dat er een kentering ontstaat. Het zal namelijk mogelijk worden informatie in compactere vorm bij de bestuurder te brengen door het inschakelen van een „controllers" functie, waardoor de informatie wordt voorge selecteerd door het toekennen van kengetallen. Hierdoor kunnen ka rakteristieken worden vastgelegd (van jaar tot jaar, van gemeente tot gemeente, enz.) en met elkaar worden vergeleken. Zij kunnen wor den gebruikt als sturingsinstrument. Het belangrijkste voordeel van het computergebruik ziet Wintjes echter in de mogelijkheid van het kwantificeren van de doelen, het planmatig en getalsmatig omschrij ven van wat men wil en hoopt te bereiken en waarom. Het doel wordt meetbaar gemaakt. Dat meetbaar maken moet ervoor zorgen dat een bepaalde activiteit niet eeuwig blijft doorlopen, maar dat kan worden vastgesteld of een doel wel of niet is bereikt. Dat kan ook van invloed zijn op het aanpakken van volgende activiteiten. Dit alles betekent, dat er meer en meer behoefte zal ontstaan aan geïntegreerde administratieve en technische informatie, maar ook dat een en ander enorme revoluties in de ambtelijke structuur zal veroorzaken Het cliëntvriendelijke geautomatiseerde rijkskadaster De langste toespraak kwam van mr. J. Veltman, hypotheekbewaar der te Breda. Hij begon bij het kadastrale perceel, kern van het vast goedinformatiesysteem: een geografische eenheid, opgeslagen en gedefinieerd zowel in administratieve bestand als op de kaart, het geografisch bestand. Hij schetste wat het Kadaster aan gegevens kent en daarna wat er bij een gemeente nog „aanhangt", zoals: ge gevens voor belastingen, ruimtelijk beheer, bestemmingsplannen en stadsvernieuwing. Kadaster en gemeenten staan dan ook niet alleen als bestuurlijke partners naast elkaar, maar zijn ook juridisch burger rechtelijke contractanten met alle rechten, maar vooral ook verplich tingen, tegenover elkaar. (Sprak laatst niet iemand over een gedwon gen huwelijk?) Het Kadaster zal dan ook terdege rekening moeten houden met de inhoudelijke kwaliteit van de gegevens. Men moet elkaar op ondeugdelijkheid en zelfs op wanprestatie kunnen aan spreken. Veltman deelde mede, dat het Kadaster het zou toejuichen als de IOG-samenwerking zou resulteren in duidelijke en eenduidige nor mering van bestandsgegevens. Landelijk bestaan binnen de ge meentediensten nog honderden verschillende informatiesystemen. Samenwerking hierin is meer dan gewenst. Vervolgens ging hij verder in op de activiteiten van de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie (RAVI), hoe de AKR in elkaar zit en de vorderingen van het LKI-systeem. Als nieuwe ontwikkelingen noemde hij de automatisering van de hypotheken (1992 gereed), de beeldplatenproef te Zwolle, de thematische presentatie van gege vens uit AKR en hypotheken, alsmede de registratie van belemme ringen en de waardebepaling van onroerend goed. Van de Kadasterwet stipte spreker alleen dat gedeelte aan wat sloeg op de taak van het rijkskadaster. Veltman besloot zijn verhaal met het onderstrepen van de kadastrale wens om in de toekomst meer cliëntgericht bezig te zijn. Zijn aanbe velingen zijn: het IOG dient klankbord te zijn tussen gemeentekadasters en rijkskadaster; meer terminals bij de gemeenten plaatsen; onderzoeken hoe het Kadaster kan inspelen op de behoefte van de gemeenten; evaluatie van de massale output. Er zijn mensen die agressief worden uit vrees bang te zijn Deze spreuk veranderde de heer F. Hilterman, medewerker van de VNG in „Er is een rijkskadaster dat agressief wordt uit vrees bang te zijn". Vanuit dat vertrekpunt liep hij een stukje geschiedenis na, met name wat nu des gemeentes en wat des rijks zou moeten zijn. Beide overheden vullen elkaar aan, betoogde spreker, samen hebben zij een vrij complete gegevensverzameling op het gebied van vastgoed. In de discussies rondom de Kadasterwet heeft de VNG er steeds voor gepleit, dat hierin wordt vastgelegd dat de ge meenten recht hebben op kadastrale informatie. Verheugd was hij dan ook, dat in artikel 104 het recht op informatie en in artikel 105 de baliefunctie van de gemeenten is vastgelegd. Maar we zijn er nog niet, er moet nog wel wat worden uitgewerkt. Daarvoor is een werkgroep ingesteld onder de vlag van het SKG (Samenwerking Kadaster Gemeenten). Door de problemen rondom de AKR is dit overlegorgaan de laatste tijd weer actief geworden, maar ook de gemeenten zelf zullen wat moeten gaan regelen. De vastgoedinformatie en het automatiseren daarvan zullen de komen de jaren veel aandacht vragen. Het wordt nu al het onderdeel ge noemd, waarin het meest zal worden geïnvesteerd. Verordening gemeentekadaster Wil de baliefunctie volledig tot zijn recht komen, dan zal een ge meentelijke verordening moeten worden gemaakt. Hierin zou moe ten worden geregeld welke registraties in het gemeentekadaster worden ondergebracht. Elke gemeente zal zelf moeten bekijken wat er in die verordening komt, maar het VNG komt binnenkort met een model. Over de AKR zei Hilterman, dat de invoering bepaald niet geruisloos is verlopen. Er zijn de nodige problemen bij de gemeenten ontstaan. In het SKG-overleg tracht men een en ander op te lossen. In dit kader noemde hij de oprichting van de lOG's een goede zaak. Er functione ren al lOG's in Amsterdam, Rotterdam, Alkmaar en nu ook in Noord- Brabant; volgende maand is Friesland aan de beurt, gevolgd door Gelderland, Overijssel en Limburg. Ook het overleg met de waterschappen krijgt steeds meer gestalte. Op hoger niveau functioneert de RAVI. Deze Raad kan de Minister van VROM adviseren over de coördinatie van vastgoedinformatie voorziening. Omdat dit meer omvat dan alleen het rijkskadaster, is het goed dat het secretariaat niet door het rijkskadaster wordt ver vuld, maar onafhankelijk is. Na opsomming van deze positieve zaken kwam spreker nog even te rug op zijn beginspreuk, het agressieve Kadaster. Die tijd is echter voorbij, omdat met name de vrees voor taakovername door de ge meenten wel is verdwenen. Gemeenten en rijkskadaster hebben bei de een taak bij de informatievoorziening op het terrein van vastgoed. Zij zijn complementair. Bij erkenning van wederzijdse taken hoeft niemand bevreesd te zijn en dus ook niet agressief. Na een koffiepauze was er nog een half uur uitgetrokken voor discus sie. Hiervan werd dankbaar gebruik gemaakt, zij het dat de vragen al snel in detailzaken terechtkwamen. Voorzitter Klerks bracht de aanwezigen snel terug naar het hoofddoel van de bijeenkomst, en kon toen al spoedig de middag afronden met de constatering dat hiermede het IOG Oost- en West-Brabant was opgericht. Theo Scheele 310 NGT GEODESIA 89 - 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 30