Toepassing in de landinrichting
worden opgespoord, die in begin- en/of eindpunt twee
keer verwijzen naar hetzelfde lijnadres. Vervolgens wor
den de verwijzingen tussen de lijnen zodanig aangepast
dat één nieuwe lijn ontstaat.
Teksten, respectievelijk oppervlakte-aanduidingen, kun
nen worden verplaatst, de tekst kan worden gewijzigd,
evenals de richting en de coördinaten van de bijpijling. In
dien men is vergeten om aan een oppervlakte-object een
oppervlakte-aanduiding toe te kennen, zijn er verschillen
de mogelijkheden om deze fout op te sporen. De snelste
methode is om alle oppervlakte-objecten binnen een laag
te arceren op een grafisch scherm. Oppervlakte-objecten
waarvan de aanduiding ontbreekt, worden niet gear
ceerd, bovendien wordt een melding gegeven waarin één
van de lijnadressen van de omtrek wordt aangegeven.
Aldus is het mogelijk om de fout te lokaliseren en te ver
beteren.
Gegevenspresentatie. Raadplegen van geometrische
gegevens
FINGIS wordt voor vele doeleinden toegepast. Naast de
produktie van conventionele groot- en kleinschalige topo
grafische, thematische en hydrografische kaarten wordt
het systeem gebruikt in de planologie, voor taxatiedoel
einden, leidingenregistratie, inventarisaties van het
grondgebruik, kadastrale applicaties, enz.
Ten behoeve van de gegevenspresentatie kunnen zo
genaamde levels worden opgegeven. Dit zijn verzame
lingen van classificaties die de gebruiker in samenhang
wil presenteren. De wijze van presentatie kan voor iedere
classificatie worden opgenomen in uitvoerbibliotheken
voor symbolen, lijnen en vlakken. Het aanmaken en bij
houden van deze uitvoerbibliotheken, evenals de defini
ëring van de grafische levels, is mogelijk met behulp van
de FINGIS-module ,,set up". De mogelijkheden voor ge
gevenspresentatie met behulp van de FINGIS-module
„plotten" zijn uitgebreid; dit is voor het gevarieerde toe
passingsgebied van het systeem ook noodzakelijk. Met
name de mogelijkheden om oppervlakte-objecten in com
pacte kleuren te arceren met behulp van rasterplotters
bieden een basis voor de ontwikkeling van specifieke
kaartprodukten met informatie voor iedere rechthebben
de in een landinrichtingsproject.
Er is een reeks algoritmen beschikbaar voor analyse van
geometrische gegevens, zoals profiel- en volumebepa
lingen, lengteberekeningen bedoeld als invoer voor
kortste route algoritmen, objecttellingen, oppervlaktebe
rekeningen, berekeningen van polygon overlays, dus het
zoeken en bepalen van verwijzingsstukjes tussen twee of
drie lijngroepen in lagen met oppervlakte-objecten, enz.
Oppervlakteberekening (analytisch) in de module „inter
actief werken" wordt gestart door middel van het aan
wijzen van een willekeurig punt binnen het betreffende
oppervlakte-object. Vervolgens wordt de dichtstbijzijnde
lijn opgespoord en kunnen via de aanwezige verwijzingen
snel alle andere lijnen worden opgezocht en dus de coör
dinaten die deze lijnen beschrijven. Daarmee kan de om
vang van het vlak worden bepaald. Bij het opzoeken van
de dichtstbijzijnde lijn wordt handig gebruik gemaakt van
de zogenaamde locatie-index. Een database is onderver
deeld in bepaalde deelgebieden; ieder deelgebied is
uniek gekenmerkt. Voor ieder in de database opgenomen
object wordt een bepaalde relatie gelegd met het deelge
bied waarin het object is gelegen. Hierdoor kan bij het
zoeken naar de dichtstbijzijnde lijn veel tijd worden
bespaard. Er is sprake van een grafische toegang; op
ieder moment kan snel worden bepaald binnen welk
NGT GEODESIA 89 - 6
oppervlakte-object de gebruiker zich bevindt, nadat een
willekeurig punt binnen dat oppervlakte-object is aan
gewezen.
Zoals reeds eerder opgemerkt, kunnen tussen twee of
meerdere lagen met oppervlakte-objecten zogenaamde
verwijzingsstukjes worden bepaald; dat wil zeggen dat de
wijze waarop een oppervlakte-object is samengesteld,
wordt berekend uit (delen van) andere oppervlakte
objecten. Een dergelijke berekening wordt polygon over
lay genoemd en is mogelijk tussen alle lagen met
oppervlakte-objecten in een database. Ook deze bereke
ning kan met een commando, beschikbaar in de FINGIS-
module „interactief werken", worden uitgevoerd; het pro
ces kan visueel, dus gebruikersvriendelijk, worden ge
volgd, doordat de respectievelijke verwijzingsstukjes wor
den ingekleurd. Overigens kan zowel oppervlaktebereke
ning als toepassing van de polygon overlay voor bijvoor
beeld een omvangrijk gebied met veel oppervlakte
objecten ook worden uitgevoerd met de FINGIS-module
„utilities", waarmee uitlijstingen kunnen worden gepro
duceerd. De mogelijkheden van de topologische editor en
de polygon overlay vormen belangrijke hulpmiddelen bij
het ontwerpen van toedelingsplannen; de gebruiker kan
direct de oppervlakte en de waarde van bijvoorbeeld een
kavel controleren, nadat de begrenzing is ontworpen.
Definitie van de applicatie
De definitie van een applicatie betreft het aangeven van
de lagen- en objectgroepenstructuur, het opbouwen van
uitvoerbibliotheken en het ontwerpen van gebruikers
menu's. Deze definitie kan door de gebruiker van FINGIS
worden uitgevoerd. Een toepassing als bijvoorbeeld lei
dingenregistratie zal immers een andere structuur heb
ben dan een toepassing in de landinrichting. Dit geldt ook
voor de opbouw van gebruikersmenu's waarmee com
mando's kunnen worden geactiveerd en voor uitvoerbi
bliotheken (legendes) ten behoeve van gegevenspresen
tatie. De definiëring van een applicatie houdt in feite in,
dat aan de instelbare parameters in een aantal bibliothe
ken de gewenste waarden worden toegekend. Aldus
kunnen wijzigingen in bijvoorbeeld de presentatie van
een lijnobject eenvoudig worden ingevoerd, zonder dat
de programmatuur behoeft te worden aangepast. Symbo
len worden gedefinieerd in coördinaten.
inhoud
objectgroepnummers
lijn
tekst
symb.
punt
opp.
bebouwing
1
21
61
X
overige topografie
2
22
42
62
bijhoudingsmetingen
4
24
64
vakken
5
25
45
65
X
1e schatting
6
26
66
X
elementen
7
27
67
X
kadelen
8
28
68
X
kadelen mutaties
9
29
69
X
kavels peildatum
10
30
50
70
X
kavels peild. mut.
11
31
71
X
kavels bezwaren 1
12
32
72
X
kavels bezwaren 2
13
33
73
X
kadastrale percelen
14
34
54
74
X
Fig. 6. Overzicht van lagen en objectgroepnummers in de landin
richtingsapplicatie.
285