Urinoir of Metro?
Slotbeschouwing
s
0
object met behulp van FINGIS beschikbaar komen. Daar
na wordt in DBMS gecontroleerd of de oppervlakte
aanduiding reeds bestaat. In die situatie is de aanduiding
niet uniek en wordt het proces onderbroken. Bestaat de
oppervlakte-aanduiding niet, dan vindt invoer in DBMS
plaats van de aanduiding met bijbehorende waarde en
oppervlakte en is de koppeling gelegd. Vervolgens kan
voor een ander object de koppeling worden gelegd. De
totale duur van het hier omschreven proces is ongeveer
5 a 60 seconden, afhankelijk van de omvang van het
oppervlakte-object.
Voor de (schets)kavels kunnen, met behulp van afzonder
lijke functies die voor KAS zijn ontwikkeld, subjectaandui
dingen worden ingevoerd in DBMS. Zodra dit is gebeurd,
kan een actueel overzicht van de reeds toegedeelde ob
jecten per subject worden opgevraagd en vergeleken met
de waarde van het recht op toedeling. Laatstgenoemde
activiteit is, voor geautoriseerde gebruikers, op ieder
moment mogelijk.
Deze controle op toedeling per subject is mogelijk, door
dat de administratieve databases in DBMS ook worden
gebruikt door het systeem Vastgoed Registratie Land
inrichting (VRL). Via dit systeem komt het recht op toe
deling per subject beschikbaar. Er is dus sprake van één
database met administratieve gegevens, toegankelijk
vanuit twee systemen. Het systeem VRL zal in 1990/1991
worden geïntroduceerd in de vestigingen als opvolger
van het verouderde systeem Automatisering Ruilverkave-
lings Administratie Kadaster (ARAK). Het opvoeren van
waarden en oppervlakten vanaf ,,de kaart" in een data
base met administratieve gegevens zal tot besparingen
leiden. Overigens zijn er in het kader van de genoemde
koppelingsmogelijkheid natuurlijk ook (macro)comman-
do's om objecten te wijzigen en te verwijderen.
Door de beschikbaarheid van FINGIS is de automatise
ring van de kartografische werkzaamheden in de land-
inrichtingstaak van het Kadaster in een stroomversnelling
gekomen. Het binnen het Kadaster zelf ontwikkelen van
een systeem met vergelijkbare mogelijkheden zou zeker
aanmerkelijk duurder zijn geweest dan de aanschaf van
FINGIS. De aanschaf in Finland is niet noemenswaard
van invloed geweest op de inbouw van FINGIS in KAS en
op de ondersteuning door de National Board of Survey in
Helsinki. De introductie van FINGIS is haalbaar geweest
vanwege de gunstige prijs/prestatie verhouding die wordt
geboden. Bovendien zijn er geen noemenswaardige pro
blemen geweest bij de implementatie op de bij het Kadas
ter beschikbare computers. De verwachting is, dat de toe
passing van FINGIS zal leiden tot een besparing in de
produktiekosten, met name indien topografische objecten
in digitale vorm beschikbaar zijn.
Met dank aan Tapio Keisteri, Maarten Moolenaar en
Ernst Peter Oosterbroek.
Literatuur
Finnish Geographic Information System. User Manual Version 3.0.
Copyright National Board of Survey in Finland, Box 85, SF-00521
Helsinki, Finland, 1987. 457 p.
Keisteri, T., FINGIS-software and data manipulation. Proceedings
Auto Carto, London, 1986. Volume 1. p. 69-75.
Tuhkanen, T. and J. Tuokko. FINGIS Our approach to spatial
database. Proceedings Euro-Carto VI, Brno, 1987. p. 186-194.
Moolenaar, M. P., Kartografisch Administratief Systeem ten behoeve
van landinrichtingsprojecten. NGT Geodesia 1987 no. 12, p.
516-519.
Schans, R. van der, Relationele, netwerk- en hiërarchische databa
ses: wat is het verschil? NGT Geodesia 1989 no. 1. p. 8-17.
RAVI-rapport nummer 16 geeft een ontwerp voor
grafische presentatie van topografische elementen.
Grondslag daarvoor is een doctoraalscriptie Kartogra-
fie.
Piksel hoeft er geen evenwichtige bespreking aan te
wijden. Zij kan met de symbolische krenten uit de kar
tografische pap volstaan. De toelichting op de vormge
ving van de standaardsymbolen boeide haar het
meest. Vooral als het om straatmeubilair gaat, is het
voor vrouwen interessant. ,,Het symbool met de tele
foonhoorn werd in het algemeen beter herkend dan
het vierkantje met een Terin", zo bleek uit een test en
het werd dus een hoorn.
Daarmee is een tijdgebonden symbool ontstaan. Als
iets modegevoelig is, dan is dat wel de vormgeving
van telefoons en hoorns. En reken maar, dat de gepri
vatiseerde PTT de modetrends zal volgen. Over x jaar
weet niemand meer, dat zoiets een hoorn was in
plaats van een schotelvormige bak voor chemisch
afval, zoals dan langs de straat staat. De versmade
letter T lijkt tijdloos.
Dan het symbool voor een urinoir. (Piksel ergert zich
er in de eerste plaats al aan, dat er geen symbool voor
een sexe-neutraal toilet is.) Het symbool is een recht
hoekje met daarin een kromme in de vorm van de let
ter IJSymbool wordt door respondenten, al is het on
bekend, at goed herkend. Op schaal 1 500 is het
symbool nog schaalgetrouw weer te geven. Het feit
dat bijna alle respondenten mannen waren, kan van
invloed zijn op de testresultaten", aldus het RAVI-
rapport.
De laatste stelling moet wel kloppen, want Piksel en al
haar Duitse vriendinnen denken dat het de ingang is
van een U-Bahn, een Metro. Zij moet er niet aan dén
ken wat voor vrouw-onvriendelijke misverstanden er
door zo'n verwarrend symbool mogelijk worden. Zeker
na 1992, als we immers in heel Europa dezelfde sym
bolen op kaarten gaan benutten.
Piksel
MET ALGEMENE FUNCTIE
Q73
EED
urinoir: schaal 1
500
u
schaal 1
500
0
Q77
telefooncel
NGT GEODESIA 89 - 6 2 89