Dank aan de gemeenteraad van Epe Zwaartekracht op zee Fig. 3. Het slingerinstrument van Vening Meinesz: het registratie apparaat boven en de slingerkast onder in cardanische ophanging. Door zijn bronskleurige uiterlijk en het feit dat elke duik extra geld opleverde, noemde de onderzeebootbemanning dit apparaat ,,het gouden kalf". ding tot andere meetmethoden van hoogteveranderin gen, zoals waterpassing, is zwaartekrachtmeting een zeer snelle en goedkope methode. In een paar weken kan het hele Nederlandse primaire net worden hermeten. Daarmee kan men vaststellen of er hoogteveranderingen zijn over grote afstanden. Men kan bijvoorbeeld direct zien of Groningen daalt ten opzichte van Limburg of Zee land. Bovendien geeft zwaartekrachtverandering een ab solute daling aan. Als Nederland als geheel daalt, zal de zwaartekracht overal toenemen, terwijl men bij waterpas sing niets merkt. Dit is een voordeel boven waterpassing. Daar de hoogteveranderingen echter zeer klein zijn, moet men erop rekenen dat we pas over enige tientallen jaren iets met zekerheid kunnen concluderen. Op de oceanen heeft de laatste tien jaar een ware revolu tie plaatsgevonden wat betreft de informatie over de zwaartekracht. Voor die tijd was het verzamelen van zwaartekrachtgegevens op zee een zeer moeizame en kostbare zaak. Zwaartekrachtmeters aan boord van sche pen leverden slechts informatie langs de scheepsroutes. Daar de aarde voor 70% uit oceanen bestaat, bleven gro te delen onbekend. In 1978 werd de satelliet SEASAT gelanceerd, die een radarhoogtemeter (altimeter) aan boord had, waarmee de hoogte van het zeeoppervlak kon worden gemeten [Schrama, 1989]. Daar het zeeoppervlak zich instelt vol gens een niveauvlak, dus overal loodrecht op de zwaarte kracht, geeft de vorm van het zeeoppervlak tevens de vorm van de geoïde weer. Weliswaar zijn er afwijkingen ten gevolge van stromingen, wind, temperatuur, enz., maar deze kunnen in eerste benadering worden ver waarloosd. Uit de vorm van de geoïde kan weer het zwaartekracht veld worden berekend [Haagmans, 1988]. Met de SEA SAT satelliet is in drie maanden tijd een vrij dichte, homo gene bedekking van alle oceanen op aarde verkregen, zodat momenteel het zwaartekrachtveld op zee vaak be ter bekend is dan op sommige delen van de continenten. Dit onderzoek zal nog veel meer resultaten opleveren, want in 1985 is GEOSAT gelanceerd met een altimeter aan boord en in de nabije toekomst zullen de satellieten ERS-1 en TOPEX/POSEIDON worden gelanceerd. Literatuur Haagmans, R. H. N., Altimetry derived gravity compared with NAVGRAV observed gravity. Neth. Geodetic Commission, Nr. 32. 1988. Löwik, J. S. M., Het eerste orde zwaartekrachtnet van Nederland. NGT Geodesia 1989, no. 7/8. Schrama, E. J. O., Satelliet radarhoogtemeting: meten aan de vorm van het zeeoppervlak. NGT Geodesia 1989, no. 2. Strang van Hees, G. L., De rol van de zwaartekracht in de geodesie. Geodesia, 1976 no. 10. Strang van Hees, G. L., Adjustment and quality control of gravimetric networks. Bureau Gravimétrique International, Buil. d'lnformation nr. 59, 1986. Vening Meinesz, F. A., Gravity expeditions at sea 1923 - 1938. Delft. De Afdeling Rechtspraak van de Raad van State heeft deze zomer een besluit van de gemeenteraad van Epe vernietigd. Het besluit hield in dat een woning aan de Heerderweg op de riolering moest worden aangeslo ten en was gebaseerd op de beperkt veronderstelde afstand tot de hoofdriool. Tot zover was een vermel ding in de „Nieuwe Apeldoornse Courant" genoeg ge weest. Echter: volgens de Raad van State liet het ge meentebestuur ten onrechte na om de afstand van het huis tot de hoofdriool te meten. Die afstand werd al leen aan een analoge kaart ontleend. Volgens de be woner van het rioolloze pand zou het om 48 terrein meters gaan, terwijl de gemeente via „de kaart" op 38 meter uitkwam. Een gemeente als Epe zou gered zijn geweest met een digitaal topografisch bestand, waar aan de gegevens tenminste in de oorspronkelijke meetnauwkeurigheid kunnen worden ontleend. Zeg maar op schaal 1 1 in plaats van op de nu kennelijk gebruikte schaal 1 10 000. (We gaan maar uit van een afleesnauwkeurigheid van 0,1 mm.) Vreemde schaal trouwens voor een GBKE. Piksel dankt de gemeenteraad van Epe hartelijk voor deze gang van zaken. Menig landmeetkundige van boven de grote rivieren zocht nog naar argumenten om een digitale grootschalige kaart te rechtvaardigen. In Brabant en omstreken was de eis van goede hok- coördinaten van duivenmelkers om preciese vlucht- afstanden te berekenen al voldoende om fondsen los te krijgen. Maar nu is er dit stuk jurisprudentie, wat door het gehele land is te benutten. Bedanktl Piksel NGT GEODESIA 89 - 7/8 3 47

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 11