Metingen Berekening Opslag, beheer en publikatie eenstemming met het hierboven gestelde zijn de hoofd punten op de plaatsen gekozen zoals in fig. 4 is weer gegeven. Het punt in Delft ligt in het gebouw van de Faculteit der Geodesie en is gekozen vanwege de labora toriumomstandigheden; hier kan, indien gewenst, nader onderzoek worden verricht. In het Duitse optimaliseringsonderzoek [8] komt men tot de volgende aanbevelingen voor een goede precisie en betrouwbaarheid: elk punt moet vanuit minstens drie andere punten zijn bepaald; een zo groot mogelijke afstand tussen de punten. Dit is in de praktijk als volgt uitgewerkt. Tussen de hoofd punten is een aantal verbindingen (trajecten) gekozen, waarbij de reistijd per auto niet langer is dan ongeveer een uur in verband met de drift van de gravimeter. De ge kozen trajecten worden in fig. 4 aangegeven door getrok ken lijnen. Voor de uitvoering van de metingen is gebruik gemaakt van drie gravimeters: één zoals gezegd van de TU Delft, één van de TU Karlsruhe en één van de TU Stuttgart. Bij een meting worden de instrumenten één voor één op het meetpunt opgesteld en afgelezen. De meting, uitge voerd door twee personen, duurt ongeveer 15 minuten per instrument. In dit tijdsbestek wordt tevens de NAP- hoogte van het opstelpunt bepaald. Een meting begint op een hoofdpunt, vervolgens wordt in een rondgang een aantal punten ingemeten. De zwaarte krachtmeting wordt weer op het beginpunt afgesloten. Ook de Duitse en Belgische punten worden in deze rond- metingen opgenomen. De metingen zijn vooraf zodanig gepland, dat elk traject Wagenbor Oranjewoud) (D) ik zee Vlissingen Blankenberge (B) Fig. 4. Ligging van de hoofdpunten en gemeten verbindingen van het nieuwe eerste orde zwaartekrachtnet van Nederland. MEETKUNDIGE DIENST VAN DE RIJKSWATERSTAAT, AFD. NAP KANAALWEG 3B, POSTBUS 5023 2600 GA DELFT TEL. 015-691111 ZWAARTEKRACHTGEGEVENS NEDERLAND PRINTDATUM! 1988-12-14 STATIONSNUMMER STATIONSNAAM ADRES PLAATS 099A0630 NL GASSELTE DORPSSTR 7 GASSELTE X, Y (RD) (10M) LATITUDE, LONGITUDE (BESSEL) ZWAARTEKRACHT (MGAL) HOOGTE (NAP) (M) PROJECTDATUM 24908 54474 52 52576N, 6 47' 7.7" E 981314.719 +14.172 1987-11-01 PROJECTID PROJECTTITEL UITVOERENDE DIENST ORDE VAN METING ZW-PRIM01 IE PRIMAIRE ZWKR MET MD 1 BEHEERDER PERCEEL ADRES WOONPLAATS TELEFOON RWSMEETKUNDIGE DIENST AFD. NAP KANAALWEG 3b 2600 GA DELFT 015-691111 AANSLUITPUNT HOOGTE KORTE BESCHRIJVING WINDSTREEK X-MUUR Y-MUUR MERKTYPE (CM)s (CM)! 000A2080 OM GASSELTE, 2E-ORDE BIJZONDERHEDEN -BETONNEN PAAL VOORZIEN VAN INSPEKTIEPUT Fig. 5. ORSNAP-uittijsting van zwaartekrachtgegevens van het ondergrondse merk Gasselte. in minstens twee rondmetingen voorkomt. Met drie gravi meters tegelijk is elke verbinding dus minstens zes keer gemeten. De trajecten zijn steeds in tegengestelde richting in de rondmetingen opgenomen om de invloed van eventuele systematische fouten zo klein mogelijk te laten zijn. De metingen tussen de hoofdpunten waren eind 1987 ge reed na 32 dagen meten. Het aanmeten van drie of vier excentrische punten bij ieder hoofdpunt is in 1988 vol tooid. Deze meting nam in totaal 26 dagen in beslag. Elke rondmeting is in het terrein voorlopig doorgerekend voor de controle op grove fouten of verstoringen. De Faculteit der Geodesie heeft rekenprogrammatuur voor de toetsing en vereffening die speciaal geschikt is voor zwaartekrachtverschilmeting [9]. Na controle bij de MD zijn de meetgegevens bij de TU Delft vereffend. Door de grote overtalligheid in de totale meting konden nog overgebleven fouten vrij gemakkelijk worden opge spoord. De standaardafwijking van een zwaartekrachtver- schil tussen twee hoofdpunten bedraagt na vereffening ongeveer 5 microgal. Als basis voor het net zijn drie punten in West-Duitsland gekozen, namelijk Aurich (in Ost-Friesland), Bentheim en Aken. Deze punten maken deel uit van het Duitse primai re grondslagnet, dat op zijn beurt weer is verbonden met een Europees netwerk van absolute zwaartekrachtpun- ten. Op deze wijze is aan het Nederlandse net een zo goed mogelijke absolute waarde gegeven. De aansluitverschillen met de Duitse grondslagpunten waren kleiner dan 6 microgal. De standaardafwijking van de Nederlandse punten bedraagt na aansluiting onge veer 7 microgal. Voor opslag van de resultaten wordt het NAP-bestand ORSNAP gebruikt [10]. Er is een programma ontwikkeld, dat uit het bestand een nette presentatie maakt; zie als voorbeeld fig. 5. De zwaartekrachtwaarden worden gepubliceerd door de 350 NGT GEODESIA 89 - 7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 14