n
Fig. 6. Bij het ptanimetreren, digitaal fotogrammetrisch karteren of digitaliseren worden meestal te veel tussenpunten opgenomen.
wordt berekend of als het nummer wordt geplaatst? En
wanneer vervalt een kavel? Als de polygoon wordt onder
broken, als een polygoon wordt gesplitst, of als het num
mer wordt verwijderd?
Gekozen is voor de laatste optie: als het nummer wordt
geplaatst, respectievelijk wordt verwijderd. Dit betekent,
dat de integriteitsregel zich ook op dat niveau bevindt.
Het is dus toegestaan een oppervlakte-eenheid zonder
nummer in de geometrische database te hebben. Boven
dien moet een voorziening worden getroffen om te voor
komen dat het kavelnummer, dus de kavel, administra
tief, dat wil zeggen vanuit de administratieve database,
kan worden verwijderd.
Een andere interessante vraag in dit kader is: wordt eerst
de nieuwe kavel gevormd en daarna de oude verwijderd
of wordt eerst de oude kavel verwijderd en daarna de
nieuwe kavel gevormd? Dat deze vraag niet van acade
misch karakter is, blijkt uit de vele foutmogelijkheden:
men kan een grens en/of een nummer vergeten te verwij
deren, een grens en/of een nummer vergeten in te voe
ren, een oppervlakte vergeten te berekenen. Vormt men
eerst de nieuwe kavel, dan staan er in één kavel minimaal
twee kavelnummers en is er een dubbele oppervlakte.
Verwijdert men eerst de oude kavel, dan kan niet worden
ingepast op de oude vastgestelde oppervlakte en kunnen
relaties met andere gegevens (pacht, hypotheek, object
belemmeringen) niet worden omgehangen.
Gekozen is voor een werkwijze waarbij de nieuwe kavels
eerst in een andere laag worden geformeerd en vervol
gens, na beoordeling en goedkeuring van de resultaten,
via automatische procedures (voortplanting en wijzigin
gen) worden verwerkt. Daarnaast gelden integriteits-
regels en kunnen somcontroles worden uitgevoerd.
Een vierde probleem is het creëren van alternatieve ruim
telijke indelingen (alternatieve toedelingen/bezwaar-
oplossingen) (fig. 9). De vraagpunten hierbij zijn: waar
werk je het alternatief uit, wat doe je met de bestandsver
vuiling, hoe bereken je oppervlakte en waarde, wanneer
ontstaat/vervalt een kavel, hoe verwerk je het alternatief
geometrisch en administratief? Hier is gekozen voor een
werkwijze waarbij de alternatieven in aparte databases
worden gevormd en het gekozen alternatief automatisch
wordt verwerkt in de definitieve database.
Een vijfde probleem is de geometrische wijziging van ka
vels zonder dat deze begripsmatig andere kavels worden
(fig. 10). Een voorbeeld hiervan is een wegverbreding. In
de analoge werkwijze zullen de kavelnummers niet wijzi-
Fig. 7. Het vormen van gesloten polygonen en de controlemogelijk
heden.
342
NGT GEODESIA 89 - 7/8