O Systeemonafhankelijk Amsterdam bijvoorbeeld moesten 400 analoge kaarten worden omgezet. Op dit moment is de kaartvervaardiging al zover uitgegroeid, dat het 20% van ons werkpakket be draagt. De andere 80% bestaat uit engineering en manu facturing. We staan nu eigenlijk voor de beslissende vraag of we verder gaan in de mapping-wereld of niet, want dan zullen we specialisten op geodetisch gebied moeten aantrekken". Als ik wat verbaasd vraag hoe je zulke grote opdrachten kunt uitvoeren zonder over de nodige specialisten te be schikken, legt Muhoz me uit dat je daarvoor hun systeem moet kennen en dat wil hij graag uitleggen. Tussen twee happen brood (vanwege zijn dieet) tekent hij een schema op een wandbord. Daarop laat hij zien, dat het omzetten van analoge naar elektronische vorm in een aantal fasen geschiedt: Eerst worden ze gescand, dan gevectoriseerd en tenslotte opgeschoond. De fasen 1 en 2 (scannen en vectoriseren) bedragen 90% van het totale werk en juist dat werk gebeurt door John Brown. Het opschonen (en controleren) vraagt specialisatie; de opdrachtgever doet dat meestal zelf. De (tijd)winst is echter al binnengehaald in fase 1 en 2. Als John Brown verder gaat in „mapping", zal men ook de derde fase in eigen hand kunnen nemen. Als de drie fasen volledig zijn afgewerkt, kan de omge zette kaart nog niet door alle systemen worden gelezen. „Vertaling" is nodig naar het systeem dat de opdracht gever gebruikt. In principe kan worden omgezet naar IGES, AutoCAD, Cadam, Intergraph en vele andere. Munoz toont het resultaat van een kaart van Leidschen- dam. Hij legt het origineel, een afdruk na het vectorise ren, en een afdruk van het eindresultaat op tafel. Zo op het oog zijn ze inderdaad mooi. En daarmee is het ver haal van de heer Muhoz klaar. Maar ik mag ook zien hoe het in de praktijk werkt. Met drs. Rob Wallaart (software research and development vermeldt zijn kaartje) mag ik mee naar de naastgelegen produktieafdeling. Daar gonst en bruist het inderdaad van activiteit (dynamic and exciting). Tussen een aantal ande re medewerkers die achter beeldschermen zitten te werken, de telefoon bedienen of met elkaar overleggen, vinden we een plaatsje achter een set apparaten die sa men de configuratie van dit systeem vormen (officieel het GTX 5000 systeem). Het bestaat uit een scanner, de recognition module en een IBM-werkstation. Rob gaat demonstreren hoe je hiermee de analoge kaart omzet naar een bestand. De bewerkingsfasen in praktijk Fase 1: scannen Een origineel wordt op de scanner gelegd en zal er zo, in een paar minuten doorheen draaien, maar eerst moeten i oo FASE t ISZC Vrijereer ha el or uverk De hardware van hel GTX 5000 systeem. enkele parameters worden ingesteld, zoals scanningsty- pe, resolutie, formaat van het origineel en soort tekening drager. Zij dienen om een optimaal scanningsresultaat te krijgen; dat is erg essentieel volgens Rob, want een slechte „scan" kan nooit meer een goed eindprodukt leveren. Ik mag het vergelijken met het instellen van een aantal factoren bij het afdrukken van een foto (diafragma, belichtingstijd e.d.). De parameters zijn via toetsenbord en beeldscherm inge voerd; de scanner begint te zoemen en de tekening loopt er doorheen. Op het beeldscherm zien we het resultaat. Rob vergroot dat en constateert dat het resultaat goed is. We kunnen verder. Door het scannen is een rasterbeeld ontstaan, dat be staat uit pixels. Een CAD-systeem kan daar niets mee, want dat werkt met vectoren. Het rasterbeeld moet dus worden omgezet naar vectoren. Fase 2: vectoriseren Ook nu moeten eerst weer parameters worden ingesteld en dat zijn er heel wat meer dan voor het scannen. Het programma maakt gebruik van „artificial intelligence". Met de parameters wordt opgegeven wat moet worden gevectoriseerd, bijvoorbeeld herkennen van symbolen, woorden en lijnstijlen. Voorts worden de geometrische parameters ingesteld, zoals lijndiktes en laagindelingen; ook het vectorisatietype wordt bepaald, want vectoriseren kan op meerdere manieren. Voor dit soort kaarten wordt de ,,peeling"-methode ge bruikt. Het lijkt op het pellen van een ui. Het rasterbeeld geeft brede velden, bijvoorbeeld de letter A in onder staande tekening. Door het afpellen van wat lagen, van buiten naar binnen, resulteert een soort gemiddeld beeld en hieruit kan de letter A worden herkend. h/eaeoros/rrc/tr cheo/ /s /et otar j Ed O VTd /eteerX- De schets van de heer Munoz. Door afpellen van het rasterbeeld wordt door het systeem de letter A herkend. Domme box Nadat alle parameters zijn ingesteld, start de vectorisatie. Ook dat duurt niet lang en enkele minuten later consta teert Rob dat ook dit deel van het karwei is geklaard. Hij wijst op een klein kastje naast het werkstation. „Hierin gebeurt het allemaal", legt hij uit, „het is de eigenlijke herkenningsmodule die werkt met 8 microprocessoren (68020), elk met een eigen geheugen van 16 M-byte. Het is een krachtig systeem dat werkt met een snelheid van 21 MIPS (miljoen instructies per seconde)". Dat is aan- NGT GEODESIA 89 - 9 403

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 15