coördinaatsystemen en in het bijzonder het door GPS gebruikte WGS-84 referentiesysteem. Tevens wordt uitgebreid ingegaan op de satellietbanen. De gegeven informatie is zodanig, dat men in princi pe zelf een programma moet kunnen schrijven met behulp waarvan de positie van de satellieten is te berekenen. Het aanbod aan zgn. „alert" programma's of wellicht beter: „visibility" programma's is echter zodanig, dat slechts weinigen dit zullen doen. Meer inzicht in de beperkingen van GPS wordt vervolgens verkregen door lezing van hoofdstuk 5, waarin de invloed van troposfeer en ionosfeer op de GPS-signalen wordt beschreven. Staat men vervolgens voor het zelf toepassen van GPS, dan moet hoofdstuk 4 worden gelezen, waarin uitgebreid wordt ingegaan op de principes van het GPS- signaal, de ontvangers en de antennes. Een andere volgorde dan hiervoor aangegeven is uiteraard mogelijk, vooral ook omdat de verschillende hoofdstukken enige overlap verto nen. Dit is beslist niet hinderlijk en zelfs een voordeel, omdat dit bestudering van het boek in een andere volgorde en met meer of minder diepgang mogelijk maakt. Het is een bijzonder goede gedachte geweest het cursusmateriaal nu ook in boekvorm uit te brengen, waardoor voor het eerst in de Nederlandse taal een goed overzicht wordt gegeven van alle aspec ten van GPS. Dit boek, met zijn handige formaat en fraaie vorm geving, mag dan ook niet ontbreken in de boekenkast van mensen uit de praktijk, die de ontwikkelingen op hun vakgebied serieus willen volgen. Het boek is te bestellen door overmaking van I 67,50 op postgiro rekening 5957271 ten name van ir. G. J. Husti, Thijsseweg 11, Delft; het wordt dan franco thuisgestuurd. Vermeld wel naam en adres volledig op uw giro/bankoverschrijving. Het boek zal ook aan de NGL-stand op het NGL-congres in Utrecht te koop zijn voor de afhaalprijs van f 60, J. Denekamp OFFICIAL PUBLICATION Verschenen in de serie Official Publication van de European Organi zation for Experimental Photogrammetric Research: no. 22: Map compilation and revision in developing areas, test of large format camera imagery, door J. Rollin en I. J. Dowman, ISSN 0257-0505. LOCATIE ZUIDPOORT DELFT Stadsmorfologische atlas Rein Geurtsen, Gemeente Delft Dienst Stadsontwikkeling Deiftse Universitaire Pers, Delft 1988. ISBN 90 6275 413 9. Formaat 29,5 x 30 cm, gebrocheerd. Prijs f 55,60. Verkrijgbaar bij Pubiikatiebureau TU Delft, Beriageweg 1, 2628 CR Delft. Met de nieuwe naam „Zuidpoort" wordt in Delft het laatste „gat" in de binnenstad aangeduid. Het gebied is niet echt leeg en ligt inge klemd tussen de oude stad en de TH-wijk uit het begin van onze eeuw. ,,Voor een stad die vrijwel geen uitbreidingsmogelijkheden meer heeft, is dat geen geringe buitenkans", aldus de tekst achterop het boek. Het zeer rijk geïllustreerde werk beschrijft de stedebouwkundige ont wikkeling van het gebied in de 19e en 20e eeuw. Voorafgaand aan nieuwe plannenmakerij is er zo een stadsmorfolo- gisch onderzoek uitgevoerd. Bij een dergelijk onderzoek staat de cul turele betekenis van de vorm van de stedelijke ruimten centraal. Het richt zich daarbij in eerste instantie op de functie van de vorm van de stad voor het alledaags gebruik. Het tracht deze vorm te beschrij ven, te verklaren en te waarderen. In de letterlijke zin van het woord is de ontwikkeling van de locatie in kaart gebracht, vaak „oud over nieuw" op de schalen 1 2500 - 1 25 000. De benaming „atlas" is op zijn plaats. Uit het bezit van de TU-faculteit Bouwkunde zijn antieke stadsplatte gronden opgenomen uit boeken van Boitet, Braun/Hogenberg en Tirion, alsmede een kaart van Delf(t)shaven van de befaamde Blaeu. Terecht ook is alles bezien in het licht van de totale ontwikkeling van de regio en de stad Delft. De groei naar een moderne universiteits stad is daarbij een belangrijk element. De Koninklijke Academie, in 1842 gesticht, wordt in 1864 omge vormd tot Polytechnische School, ,,/n 1865 kreeg dit bolwerk van technisch-industriële vooruitgang een nieuwe vestiging, ontworpen door de gemeente-architect C. J. de Bruyn Kops. In 1872 volgde al een tweede gebouw", aldus het boek over het latere pand van de Topografische Dienst aan de Westvest. De locatie Zuidpoort is juist dat deel van de binnenstad, waar zich in de afgelopen twee eeuwen de meeste wijzigingen voordeden. In dit gebied met de Nieuwelaan, de uitspanning „De Prins" annex theetuin en golfbaan, kon men in de 19e eeuw rustig wandelen. Na de omlegging van het Rijn-Schiekanaal in 1892 ontstond er een NGT GEODESIA 89 - 9 stadseiland van bedrijf en techniek. De Polytechnische School werd tegen de eeuwwisseling fors uitgebreid. In 1895 schiep de Rijks bouwmeester op het stadseiland het Bacteriologisch Laboratorium, in 1898 stak hij het kanaal over met het Gebouw voor Geodesie en in 1903 volgde daarnaast het Gebouw voor Physica en Electrotech- niek. ,,De situering van deze gebouwen is opmerkelijk; ze zijn beide niet gericht op het gekromde beloop van het kanaal maar ze lijken te zijn opgenomen in een abstract orthogonaal patroon dat zijn richting ont leent aan de Nieuwelaan en aan de Rotterdamseweg. Het kanaal is te beschouwen als een element dat zich vrij door de ruimte tussen de TH-gebouwen aan weerszijden van het water beweegt", aldus de auteur over de bakermat van de vaderlandse geodesie. Enkele andere TH-gebouwen aan de zuidzijde van het kanaal wor den stedebouwkundig gekarakteriseerd als slagschepen" en ook het professorenwijkje" van de Ch. de Bourbonstraat wordt ge noemd. In de autovriendelijke jaren zestig veranderde het gebied drastisch door de noord-zuidtraverse. Deze sluit aan op de monu mentale aslijn van de TH-wijk en kruist het Rijn-Schiekanaal met een brede brug, de Sebastiaansbrug. ,,Deze biedt een majestueuze vista op het dwarsschip van de Nieuwe Kerk. Voor een gotische kerk moet het op zijn minst een verrassing zijn geweest om voor het eerst zo openlijk vanaf een grote afstand te worden bekeken", zo weet de auteur. Het in 1971 gekraakt Bacteriologisch Laboratorium staat vermeld als Renovatie Spookhuis (1980- 1982)". De ITC-flat wordt als een structurerend element" gezien. Het oude geodesiegebouw is door de gemeente Delft terecht aangewezen als .beeldbepalend pand". Het ITC-gebouw en de koperen koepel van het oude geodesiege bouw heten in de atlas „landmarks" ofte wel markante objecten. Een forse Engelstalige samenvatting, literatuurlijst en indexen op personen en zaken completeren het werk. Stadsmorfologische onderzoeken lijken een nieuwe goede gewoonte te worden in de stedebouwkunde. Ze kunnen een prima inspiratie zijn voor plannenmakers en hun critici. Het is goed om daar ook op te wijzen in dit landmeetkundig tijdschrift, dat mede op gemeente lijke burelen belandt. De aanpak van „Locatie Zuidpoort Delft" kan als voorbeeld dienen. Voor landmeters, (lucht)fotografen en kartografen is het een troost, dat o.a. hun werk in dergelijke onderzoeken ook postuum nog wordt gewaardeerdDe keus om juist deze stadsmorfologische studie hier te bespreken, zal duidelijk zijn. Burgemeester Van Walsum zegt al in de eerste zin van zijn voor woord ,,De stad Delft heeft vele liefhebbers". Voor landmeetkundig Nederland telt extra, dat in de beschreven periode TH-Geodesie, ITC, KLM Aerocarto en Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat in deze hoek van Delft zaten (en de Topografische Dienst van Defen sie binnen schootafstand was gevestigd). Aanbevolen! Adri den Boer KAARTEN MET GESCHIEDENIS 1550 - 1800 Een selectie van oude getekende kaarten van Nederland uit de Collectie Bodel Nijenhuis D. de Vries (red.), HES Uitgevers BV, Utrecht 1989. ISBN 90 6194 377 9. Verschenen als catalogus bij de gelijknamige tentoonstelling in het Museon te Den Haag. Prijs gebonden met stofomslag in de boek handel f 45,—(was tijdens de tentoonstelling ook als paperback ver krijgbaar voor f 29,50). Onder het overkoepelend motto ,,Oude kaarten en hun makers" was er in de afgelopen zomer een viertal exposities bij een viertal musea. (Zie bericht op p. 369/370 van nummer 7/8 van dit tijdschrift.) Bij HES Uitgevers BV verschenen vier essaybundels als catalogi bij de ten toonstellingen. Het zou wat ver gaan om deze vier historische bun dels hier te bespreken. De keus voor juist deze zal duidelijk zijn uit het volgend fragment van de achterzijde van de omslag. ,,ln Kaar ten met geschiedenis" is voor een functionele indeling gekozen, die de kaarten in hun maatschappelijke context plaatst. Zowel de verde diging van het land en de waterstaat als grondeigendom en ingewik kelde grenskwesties werden door landmeters en kartografen in kaart gebracht. Aan deze vaak rijk gekleurde bloemlezing van de Neder landse landmeterskartografie gaan enkele opstellen vooraf waarin een handreiking wordt gegeven voor het gebruik van oude kaarten bij historisch onderzoek". Redacteur drs. D. de Vries is conservator van de Collectie Bodel Nij enhuis bij de Universiteitsbibliotheek te Leiden. Een collectie van 300 atlassen, 50 000 kaarten en 22 000 topografische afbeeldingen werd door Johannes Tiberius Bodel Nijenhuis (1797- 1872) in een periode van zestig jaar opgebouwd. Hij ging naar veilingen en ver kreeg materiaal uit nalatenschappen, bijvoorbeeld van de befaamde 415

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 27