klasse label ^/"object identificatie Fig. 2. Verbinding van een objectidentificatie met een klasselabel (object-klasse-link). 2.1. Geometrie van vectorkaarten Een vector gestructureerde terreinbeschrijving zullen we een „vectorkaart" noemen. Het woord kaart wordt hier dus niet in de traditionele zin gebruikt. In een vectorkaart worden terreinobjecten in geometrische zin beschreven door de lineaire structuur van lijnobjecten, de grenzen van vlakobjecten en de positie van puntobjecten. We zullen nu proberen om fig. 1 verder uit te werken. Daarbij is van belang welke elementaire gegevenstypen voor de geometrische gegevens moeten worden ingevoerd, hoe die onderling verbonden zijn en wat hun verbindingen zijn met de objectidentificaties. voorkomt. Als twee knooppunten beide in één keten voor komen, zijn ze verbonden. Als ieder paar knooppunten in een graaf is verbonden, is de graaf „verbonden". In overige situaties is het een „niet-verbonden graaf". Met deze definities kunnen we nu de verbondenheid van een verzameling knooppunten en zijden onderzoeken, dus de topologie van een graaf G die bestaat uit N en A G (N, A). Voorbeeld 1 G (N, A) N {1, 2, 3, 4, 5, 6) A j(1, 2), (1, 3), (1, 4), (1, 5), (1, 6), (2, 3), (3, 4)} i[x 4 3 (a) (b) Fig. 3. Interpretaties van G (N, A). 2.1.1. Inschakeling van de grafentheorie Een aantal auteurs heeft zich met dit probleem bezigge houden en verschillende oplossingen zijn in de literatuur te vinden [1, 2, 3, 9, 10, 11, 12, 15]. De verschillen komen meestal voort uit het feit dat in eerste instantie wordt gezocht naar een efficiënte of zelfs optimale gegevens structuur. Wiskundige duidelijkheid of strengheid wordt dan ondergeschikt gemaakt aan praktische overwegin gen die binnen een bepaald toepassingsveld nodig zijn. Daardoor ontstaan verschillen in de definitie van geome trische primitieven en de wijze waarop deze aan object identificaties of klassen worden verbonden. Als men de verschillende benaderingen vergelijkt, wordt het duidelijk dat de grafentheorie een consistente verzameling van primitieven levert. Een graaf is een collectie van twee verzamelingen: een verzameling van knooppunten (nodes) N {n,n2,nh,nr} een verzameling van zijden (arcs) A ja,, a2,ara„| waarbij voor iedere a, e A geldt a, jnp, nqj met np, nq e N Dus een zijde is een deelverzameling bestaande uit twee elementen uit N. Als een knooppunt n, in m zijden voor komt, is zijn orde o(n;) m. In het vervolg gaan we ervan uit dat zijden geordende deelverzamelingen van N zijn, dat wil zeggen dat de volgorde np en nq in a (np, nqj van belang is. Dus als a, (np, np) en a: |nq, npj geldt aar In dat geval spreekt men van gerichte zijden. In het ver volg zullen we kortweg „zijde" in plaats van „gerichte zij de" schrijven. Als twee knooppunten in een zijde voorkomen, worden ze „verbonden door die zijde". Als twee zijden een knoop punt gemeenschappelijk hebben, zijn die zijden ver bonden. Een serie van verbonden zijden zullen we een „keten" noemen. In het vervolg zal deze term echter alleen worden gebruikt voor een serie van verbonden zijden, waarin iedere zijde slechts één keer voorkomt, ter wijl ieder knooppunt slechts in maximaal twee zijden Dit voorbeeld laat zien, dat een graaf nog geen volledige beschrijving van een kaartgeometrie levert. De interpreta tie in fig. 3a lijkt veel op een kaart. Fig. 3b is echter een totaal andere, niet-geometrische, interpretatie van de zelfde graaf. Dit betekent, dat voor de beschrijving van een kaartgeometrie nog informatie moet worden toege voegd. Voor een situatie in het platte vlak kan dit door de toevoeging van positie-informatie in de vorm van een (x, y)-coördinatenpaar per knooppunt (fig. 4). Voorbeeld 2 G (N, A) N j1(x„ y,), 2(x2, y2),6(x6, y6)j A j(1, 2), (1, 3),(3, 4)} (b) Fig. 4. Interpretaties van G (N. A). na toevoeging van positie informatie. Door gebruik van de positie-informatie lijken deze twee interpretaties veel op elkaar. Er is echter nog een ver schil, doordat de zijden niet dezelfde vorm hebben. Vorm- informatie moet nog worden toegevoegd om eenduidig heid in de interpretaties van grafen te verkrijgen. Dit kan op twee manieren: in een parametrische vorm: de parameters definiëren een wiskundige kromme; door een keten van punten met coördinaten, waarbij ieder paar opeenvolgende punten in de keten is ver bonden door een rechte lijn. Het gevolg van de tweede oplossing is, dat een tweede soort van punten wordt toegevoegd naast de knooppun- 394 NGT GEODESIA 89 - 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 6