De wereld moet worden gemanaged
passen. Het is een vorm van management waarin oor
delen niet noodzakelijk leek; het ging om discipline. Ach
ter het regelgeleide management steekt een verborgen
vooronderstelling, dat de maatschappij niet zou ver
anderen.
Die vooronderstelling is duidelijk ongeldig. Niet alleen
laten beleidslijnen, zoals die van Europa 92", duidelijk
zien dat de overheid de maatschappij wil veranderen. De
vooronderstelling dat de maatschappij een systeem zou
zijn, moet plaats maken voor het beeld van een proces.
Ook de nieuwsdienst meldt iedere dag, dat de vooronder
stellingen die we aanhielden ongeldig zijn. We dachten
dat het drinkwater uit de duinen zuiver was, dat de
bossen eeuwig zongen, dat de zeelucht fris was, dat voor
jaarsregen de groei van de bomen bevorderde, dat er
dranghekken nodig waren om te voorkomen dat mensen
het voetbalveld op zouden lopen, niet om het vluchten te
beletten.
Ik neem maar één van die vooronderstellingen, dat er in
Nederland steeds meer mensen geboren zouden worden,
het probleem van de bevolkingsexplosie. Men zag ge
boorten aanvankelijk in termen van het natuurlijke
systeem. De mensen planten zich simpelweg voort, dacht
men. Toen kwam het sociale regelsysteem tussenbeide;
dat bleek sturend op te treden. Een groot gezin en een
plaats, voor een vrouw, als arbeidskracht in het sociale
systeem bleken moeilijk te combineren. Zo werden de ge
zinnen klein, maar in de evaluatieve fase komt ook de
communicatieve zelfsturing er nog bij. Het is een heel
nieuwe vraag of mensen zich nog wel zullen willen voort
planten. Wat dat allemaal voor veranderingen met zich
meebrengt inzake groei, onderwijs, bevolkingsopbouw,
markten en management, geef ik ter overpeinzing.
In het algemeen geef ik hiermee aan hoe het komt dat de
wereld verandert. We veranderen de wereld zelf, doordat
we de vooronderstellingen, die in het verleden als geldig
werden beschouwd, in een proces van communicatieve
zelfsturing herzien. De mens is het enige wezen voor wie
het verschil maakt, voor zijn manier van zijn en voor het
zijn van de culturele, sociale en ecologische omgeving,
hoe hij zichzelf ziet. Vanuit dat standpunt gezien spreek
ik niet slechts over de manager als filosoof, maar ook
over de filosoof, waaronder ik in wezen ieder mens
versta, als manager. Ik denk dat de wereld moet worden
gemanaged.
Naschrift van de auteur
Volgens de kennistheorie van stabiliteitslagen in de cul
tuur komt het verschil tussen de landmeter in de traditio
nele opvatting, zoals die is ontstaan in de loop van de
XlXe eeuw, en die van de nieuwe landmeter, in onze tijd,
hierop neer dat hij overgaat, van het denken in twee stabi
liteitslagen, naar het denken in drie stabiliteitslagen.
Het object dat gemeten wordt, dus het land, met het
kenmerk van eigendom, hoort tot de stabiliteitslaag van
het natuurlijke systeem. Er was al eigendom voordat het
werd gemeten, er was dus al een systeem, het natuurlijke
systeem.
De landmeter is ontstaan nadat mensen als Napoleon
vonden dat alles sociaal moest worden geregeld en vast
gelegd. Landmeter zijn betreft dan ook een sociale func
tie, een specialisme, naast vele andere, dat zijn plaats
heeft in de stabiliteitslaag van het sociale regelsysteem.
Zo werkt de landmeter traditioneel in twee systemen.
NGT GEODESIA 89-10
Twee stabiliteitslagen, dat is in wezen nog de filosofie van
Descartes. De wetenschap, als meetkunde en reken
kunde, is bij Descartes het gebied van de geest, de land
meter paste in het model van de wetenschappelijke ken
nis bij Descartes. Zonder wetenschap geen landmeters
en dus ook geen sociaal regelsysteem waarin hij als
specialist past.
Maar het punt is nu dat de menselijke geest en dus ook
het denken van de landmeter veel complexer is dan men
in de vorige eeuw dacht. De geest blijkt nu uit twee stuk
ken te bestaan; het sociale regelsysteem wordt aange
vuld met een communicatief zelfsturingssysteem, men
sen denken sinds kort in drie systemen. Dat was vroeger
niet het geval, alles werd toen opgelegd, dat was de bete
kenis van de sociale regelsystemen.
Als een landmeter nu bij een verkaveling wordt betrok
ken, dan blijken er maar een paar regeltjes te zijn, stukjes
van het sociale regelsysteem, de rest moet de landmeter
zelf aandragen. Dat doet hij als expert, hij bouwt aan
vullende kennis op, door naar de mensen te luisteren en
te overleggen. Hij werkt dus tevens in een communicatief
zelfsturingssysteem, want hij vraagt waarom het volgens
de betrokkenen dan zo zou moeten, zoals zij voorstellen.
Hij bouwt een expertise op die veel meer omvat, aan
kennis uit de streek, aan mensenkennis, aan inzicht in
sociale relaties en aan betekenisgeving, dan hij in zijn
opleiding als specialist ooit heeft meegekregen.
In dat opzicht lijkt de landmeter trouwens op andere spe
cialisten, zoals een arts, een bestuurder, een manager,
een politiecommissaris, een goed docent.
We zouden er slecht aan toe zijn als die aanvullende
kennis, het beeld van het geheel waarin iemand werkt als
specialist, ontbrak. Naast specialist zijn bestaat de socia
le en culturele functie van de landmeter er ook nog in om
te sturen en deel te nemen aan beleid. Niet in de grote
politiek, maar in het kleine handwerk binnen het eigen
vakgebied, dat dus veel ruimer is dan het vroeger werd
gedefinieerd.
Literatuur
1. Arnold Cornelis, Logica van het Gevoel, Stabiliteitslagen in de
Cultuur als Nesteling der Emoties. Uitg. Essence, Postbus
12713, 1100 AS Amsterdam, 1989, 435 p. ISBN 90-72258-01-0.
27 oktober 1989
Kartografendag over „Auteursrecht en copyright", Kadaster,
Apeldoorn. Inlichtingen: drs. P. W. Geudeke, tel. 05910 - 96200.
27 oktober 1989
Afscheidscollege prof. ir. W. van Berk: „Een geodetische ver
kenning van de landinrichting in de jaren negentig". Faculteit
der Geodesie om 15.00 uur.
22 november 1989
Studiedag VVI. Onderwerp: „Europa 1992 en de Nederlandse
Vastgoedinformatie". Inlichtingen: mevr. E. Seinstra, tel. 015-
784548.
28 november 1989
VVL-ledenvergadering en excursie RAET. Zie bericht op p. 487
van dit nummer.
7 december 1989
Studiedag NVK. Aula TU Delft. Onderwerp: „3-D kartografie en
digitale hoogtemodellen". Inlichtingen: M. J. Kraak, tel. 015-
782584.
14 december 1989
Studiedag NVK „Kartografisch onderzoek in Nederland" te
Utrecht. Informatie bij prof. dr. F. J. Ormeling, telefoon 030 -
532044.
485