Toepassingsmogelijkheden van kunstmatige intelligentie in de geodesie 1. Inleiding door ir. M. J. P. M. Lemmens, universitair docent fotogrammetrie en remote sensing, Faculteit der Geodesie, Technische Universiteit Delft. SUMMARY Possible applications of artificial intelligence in the field of geodesy Al is a new tool in automation but is it useful in Geographical Information Systems? The author discusses the possibilities of Al and presents some background in particular in relation to the practical applications (e.g. photogrammetry and remote sensing). He also discusses whether knowledge and expertise will be transformed from man to machine or not. .Ze hebben een verbazingwekkend geheugen. Als u hen een encyclopedie in twintig delen zou voorlezen, zou den ze alles in de juiste volgorde herhalen. Iets nieuws valt hen nooit in. Ze zouden heel goed college kunnen geven aan universiteiten. Zo schrijft Karei Capek (1890 -1938), Tsjechisch dramaturg en schrijver, in Rezon's Universele Robots (1921), in het Engels vertaald onder de titel: RUR: Rossum's Universal Robots (1923). Zowel in de populaire pers als in de vakliteratuur treft men steeds vaker de termen kunstmatige intelligentie, neurale netwerken, knowledge-based-systemen en ex pertsystemen aan. Volgens veler overtuiging schijnt het toekomstige welbevinden van veel vakgebieden in hoge mate samen te hangen met deze begrippen. Waarop zijn deze inzichten gebaseerd? Stoelt de overtui ging op de behoefte om de tekst te larderen met futu ristische geur- en smaakstoffen ten einde te imponeren dan wel subsidie te verwerven? Hebben de termen zo'n sterke suggestieve werking, dat men er wel voor moet be zwijken? Of biedt de kunstmatige intelligentie reële opties? Het voornaamste doel van dit artikel bestaat uit een poging om met name de laatste vraag te beantwoorden voor het eigen vakgebied: wat heeft de kunstmatige intel ligentie de geodesie te bieden? Het gaat daarbij vooral om dié ontwikkelingen welke primair vanuit de geodesie kunnen worden gestuurd. Andere belangrijke ontwikke lingen die het gebruik van het instrumentarium zeker zullen beïnvloeden, zoals de mens-machine interactie in de vorm van de invoer van opdrachten en gegevens via het gesproken woord, blijven hier onbehandeld, evenals de invloed van de kunstmatige intelligentie op het compu terondersteunde onderwijs. Alvorens dieper op de vraag te kunnen ingaan, moeten eerst de huidige ontwikkelingen in het eigen vakgebied worden geschetst. Voorts dienen we nader kennis te maken met de achtergronden van de kunstmatige intelli gentie; in het vervolg aan te duiden met Al, de internatio naal geaccepteerde afkorting. 2. Informatiebehoefte Onze samenleving wordt gekenmerkt door een grote in formatiebehoefte. Een gigantische gegevensproduktie, die nog steeds exponentieel groeit, is het gevolg. Dit geldt zeker ook voor de ruimtelijke gegevensinwinning. Produceerde de multispectrale scanner (MSS) op de eer ste van de Landsat-reeks, gelanceerd op 23 juli 1972, „slechts" 3840 bits/km2 ofwel 5.106 bits/sec., de Thema tic Mapper (TM), gemonteerd op Landsat 4 en 5, brengt 54 000 bits/km2 ofwel 75.106 bits/sec. voort en de op 22 februari 1986 gelanceerde SPOT-satelliet zelfs 80 000 bits/km2 voor de panchromatische opname en 60 000 bits/km2 voor de multispectrale opname; méér dan een vertienvoudiging binnen één decennium. Maar niet alleen de remote sensing, ook de fotogrammetrie, de landmeet kunde, de geografische informatiesystemen en de karto- grafie tonen een explosieve groei van gegevens in digi tale vorm. De gegevensstroom schept een urgent probleem: hoe de gegevens binnen redelijke tijd te transformeren tot zin volle informatie? Handmatige verwerking biedt geen uit komst, daar dit een arbeidsintensief en tijdrovend proces is. Bovendien veroudert informatie snel door de vele dynamische processen in de samenleving. Het handmati ge uitwerkingsproces zal daarom vaak slechts achter haalde informatie opleveren. Het antwoord op dit informatiedrama lijkt te schuilen in automatiseren. Automatiseren leidt echter tot beheers problemen, vooral met betrekking tot de kwaliteitsbewa king, doordat vertrouwde procedures met uitgebalan ceerde interne controlestructuren overbodig worden. In de traditionele kadastrale landmeetkunde bijvoorbeeld worden het veldwerk en de kartering door verschillende personen uitgevoerd. De landmeter meet meer dan nood zakelijk is, ten einde zijn eigen waarnemingen te velde te controleren. De tekenaar zet het veldwerk om in een kartering die sluitend dient te zijn. Verdere controle wordt uitgevoerd door een separate numerieke en grafische oppervlakteberekening. De computertechnologie ondergraaft deze solide contro lestrategie. Metingen kunnen „met een druk op de knop" op een elektronisch veldboek digitaal worden gere gistreerd, en tot coördinaten en kaart verwerkt door de computer. Van registratie tot kaart; er hoeft geen mens aan te pas te komen. Maar hoe dient de kwaliteit te worden gewaarborgd? Welke controlemechanismen moeten worden ingebouwd om de metingen te controleren? De micro-elektronika, vooral in de vorm van CCD- camera's, is inmiddels al zover, dat de computer zelf metingen kan verrichten. Ingebouwd in landmeetkundig instrumentarium kunnen hierdoor, na grove instelling op 470 NGT GEODESIA 89 - 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 2