3. Kunstmatige intelligentie
een baken, de preciese afstand en richting worden
bepaald. Ingebouwd in fotogrammetrisch instrumenta
rium kunnen geautomatiseerd Digitale Hoogtemodellen
(DHM's) worden verkregen en aerotriangulatie worden
uitgevoerd. Deze ontwikkelingen noodzaken tot herover
weging van de huidige concepten.
De hoge opslagcapaciteit van magneet en optische ge
heugens maakt het aantrekkelijk om de kaart digitaal op
te slaan, waardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan aan
gaande manipuleren, extraheren, combineren en repre
senteren van gegevens.
Maar hoe moeten deze geografische informatiesystemen
worden gevuld en gestructureerd, opdat de informatie
ook metterdaad snel ter beschikking komt en hoe moeten
de gegevens worden gecombineerd, zodat er betekenis
hebbende informatie ontstaat?
Pogen om op al deze vragen antwoorden te vinden, zou
onbezonnen werk zijn. Mogelijk is het antwoord gelegen
in kunstmatige intelligentie.
In de kunstmatige intelligentie1) wordt getracht om voor
een beperkte omvang aan probleemstellingen een com
puterprogramma te ontwerpen, dat op grond van een
zekere hoeveelheid informatie dezelfde beslissingen
neemt als een deskundige zou doen. In tegenstelling tot
conventionele programmatuur is de oplossingsstrategie
niet vastgelegd in het algoritme (de source code), maar in
de gegevens. Op grond van de kennis die het systeem
bezit over het scherp afgebakende probleemgebied en de
overige gegevens, bepaalt het systeem de oplossings
methodiek.
De term kunstmatige intelligentie nodigt uit tot mis
verstanden, want intelligentie is een woord dat omringd is
met emotie. Intelligent zijn betekent over bovengemiddel
de verstandelijke vermogens beschikken. Daaraan wordt
hoge waarde toegekend in onze maatschappij. Boven
dien heeft de term zo'n sterke suggestieve werking, dat
hij allerlei wilde fantasieën in gang zet; zelfs erkende Al-
specialisten hebben zich laten verleiden tot onvergefe
lijke grootspraak2). Teleurstelling en diskrediet bleven
niet uit. Veel serieuze beoefenaren spreken daarom
thans liever van machine intelligence, heuristic program
ming of advanced computer systems.
Het laatste decennium worden praktische toepassingen
gerealiseerd. Zij worden vooral mogelijk gemaakt door de
ontwikkelingen in de technologie, die de voor Al nood
zakelijke buikopslag en grote rekensnelheden leveren.
Door deze doorbraak ontstaat vanuit veel vakgebieden
grote belangstelling en worden nieuwe toepassingen
onderzocht. Desondanks bestaat er weinig eenstemmig
heid over de definitie van Al (zie definities Al).
Het vakgebied houdt zich o.a. bezig met vertaalmachi-
1) 1956 wordt beschouwd als het geboortejaar van het vakgebied
der kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence). Toen organi
seerde John McCarthy te zamen met Marvin Minsky de Dart
mouth conferentie. John McCarthy was de eerste die de term in
geschrift gebruikte [3, p. 10, 11).
2) Marvin Minsky, meer dan twintig jaar een erkende autoriteit op het
vakgebied, deed in Life van 20 november 1970, p. 586, de volgen
de uitspraak [13, p. 147]: „Binnen drie tot acht jaar zullen we een
machine hebben met de algemene intelligentie van een ge
middeld menselijk wezen. Ik bedoel een machine die in staat zal
zijn Shakespeare te lezen, een auto door te smeren, een beleid
uit te stippelen, een mop te vertellen of ruzie te maken".
NGT GEODESIA 89-10
nes, schaakcomputers, spraakherkenning, patroonher
kenning, robotica en expertsystemen. De laatste zijn het
meest succesvol en worden nu uitvoeriger besproken.
3.1. Expertsystemen
De meest bekende expertsystemen zijn ontwikkeld voor
medische toepassing. MYCIN bijvoorbeeld kan bij infec
tieziekten diagnosen stellen en therapieën voorschrijven.
Een expertsysteem is opgebouwd uit (fig. 1):
kennisbestand (knowledge base);
kennisvergaringssubsysteem (knowledge acquisition);
redeneermachine (inference engine);
gebruikersinterface (user interface).
3.2. Kennisbestand
De informatie in het kennisbestand is het uitgangsmate
riaal om via een redeneerproces te komen tot de op
lossing van een gesteld probleem, behorend bij een strikt
afgebakend probleemgebied. Het kennisbestand bestaat,
in het algemeen, uit de rule base en de database (ge
gevensbestand).
3.2.1. Rule base
Vrijwel elke vorm van kennis kan worden geschreven als
een keten van „als. .dan" voorschriften, bijvoorbeeld
(fig. 2):
als het perceel bebouwd is dan behoort het tot be
bouwd gebied
De rule base bestaat uit grote aantallen van zulke
constructies. Het ,,als"-deel drukt één of meerdere voor
waarden (premissen) uit en het ,,dan"-deel geeft de actie
aan bij overeenstemming van de gegevens met de voor
waarde. Zo'n actie kan bestaan uit informatie die weer de
premisse kan vormen voor een volgend „als. .dan"
voorschrift, hetgeen leidt tot een redeneerketen. Een
voorbeeld:
Definities Al
Barr en Feigenbaum [1 definiëren Al als: Het deel van de com
puterwetenschappen dat zich bezighoudt met het ontwerpen
van intelligente computersystemen, dat zijn systemen die ken
merken vertonen die we associëren met intelligentie wanneer
het om menselijk gedrag zou gaan.
Doordat intelligent gedrag niet nader wordt uitgewerkt, blijft
deze definitie vaag.
Raphael [11] geeft nog zo'n weinig handzame definitie: Al om
vat alles wat een machine op een zodanige wijze doet dat het,
als het door een mens verricht zou zijn, voor anderen een intel
ligente activiteit zou heten.
Veel concreter is: Al probeert systemen te ontwikkelen die hun
omgeving waarnemen en interpreteren, en systemen, die op
grond van eigen waarneming of van ingevoerde gegevens,
adviezen kunnen verstrekken en/of beslissingen kunnen
nemen.
Een aantal onderwerpen, welke sommigen graag tot Al reke
nen, wordt er echter door uitgesloten. Omdat een scherpom
lijnde definitie onmogelijk schijnt te zijn, geven velen de voor
keur aan een relativistische omschrijving.
Rich [12] bijvoorbeeld meent: Al omvat het onderzoek naar het
vervaardigen van computers die dingen kunnen waarin men
sen, thans, beter zijn.
Deze definitie lijkt obscuur en stuit tegen de borst, daar hij
indruist tegen onze neiging naar absoluutheid en eeuwige
geldigheid. Daar alles verandert, ook onze opvattingen, is een
definitie die rekening houdt met het facet tijd, het minst kwets
baar. Zo werden klokken in de middeleeuwen als intelligent be
schouwd, omdat iets wat door de mens was vervaardigd, in
staat bleek tot zoiets ingewikkelds als het zelfstandig aangeven
van de tijd [16].
471