Expertsysteem kennisbestand rule base gegevensbestand kennisvergaring redeneermachine gebruikersinterface Fig. 1. De vier subsystemen waaruit een Al-systeem over het algemeen is opgebouwd. als de perceetsgrenzen onregelmatig zijn en de patro nen binnen het perceel niet door de mens zijn ge maakt dan als het perceel egaal zwart is dan is het een water oppervlak als het perceel niet egaal zwart is dan is het woeste grond. Daar absolute waarheden zeldzaam zijn, en trouwens vaak berusten op een foutieve interpretatie van de werke lijkheid, hebben uitspraken afkomstig van een redeneer- keten altijd een onzeker karakter. Zo deterministisch ge makkelijk als we hier hebben doen voorkomen, zal een uitspraak dat uit de eigenschappen van een perceel: (1) onbebouwd, (2) niet door mensen gemaakte patronen en onregelmatige perceelsgrenzen en (3) niet egaal zwart, de conclusie volgt van woeste grond, daarom niet te maken zijn. Een perceel zou namelijk evengoed grillige grenzen kunnen hebben, omdat braakliggend akkerland enerzijds grenst aan woeste grond en anderzijds aan een natuurlijke, dus grillig gevormde waterloop. Is het perceel bebouwd? Ja Nee Ja Patronen niet door de mens gemaakt, onregelmatige perceelsgrenzen? Nee Perceel egaal zwart? Gewassen ontbreken? Ja Nee Ja Nee Kronen van planten duidelijk afzonderlijk te onderscheiden? Ja v. Nee Hoogte groter 4 m? Fijne textuur. geen rijen? Ja Nee Ja Nee Planten in de rij afzon- \derlijk? Ja Nee Bebouwd gebied Water opper vlak Woeste grond Braak liggend Hoog- stam boom gaard Laag stam boom- gaard Gras land Bieten Graan Fig. 2. Een voorbeeld van een deterministische redeneerketen uit de fotoïnterpretatie. Natuurlijk is het mogelijk de keten simpelweg in een conventioneel programma onder te brengen. Kenmerk van Al- systemen is echter, dat de redeneerketen niet in de programmatuur, maar in het gegevensbestand ligt verankerd. De onzekerheid in de redenering wordt uitgedrukt in de zekerheidsfactor (certainty factor): cf, hetgeen leidt tot in exact reasoning (zie paragraaf 3.4). Rules krijgen daar door de volgende vorm: Als voorwaarde dan conclusie cf. 3.2.2. Gegevensbestand Het gegevensbestand (database) bevat de gegevens over het probleemgebied. Bij het opstarten van het systeem zijn slechts de initiële feiten bekend: de algemene kennis van het afgebakende probleemgebied. Gedurende de consultatie worden er nieuwe gegevens aan toegevoegd, zowel afkomstig van de gebruiker als afgeleid uit de rules. 3.3. Kennisvergaring Wanneer de initiële kennis eenmaal op tafel ligt, dient hij in het systeem te worden opgeslagen. Hiervoor dient het kennisvergaringssubsysteem. Vooral de lege expertsys temen, de skeletten, zijn voorzien van uitgebreide acqui sitiefaciliteiten. Skeletten zijn ontwikkeld vanuit het in zicht, dat de regels kunnen worden toegepast onafhanke lijk van de inhoud van de feiten. Er kan een expert systeem mee worden gebouwd, waarbij men zich kan concentreren op de gegevens en hun onderlinge relaties, zonder zich te hoeven bekommeren om programmeer- technische aangelegenheden. Zo heeft zich uit MYCIN EMYCIN ontwikkeld, een skelet voor andere typen ex pertsystemen. 3.4. Redeneermachine De redeneermachine leidt uit bekende informatie, opge slagen in het kennisbestand in de vorm van gegevens en regels, nieuwe informatie af en voegt deze weer toe aan het kennisbestand. Daar redeneren neerkomt op het ver gelijken van feiten met regels, is het eigenlijk een zoek proces. Meerdere zoekstrategieën zijn mogelijk. Hun doelmatigheid hangt onder meer af van de probleem stelling en de wijze van kennisrepresentatie. De twee voornaamste procedures zijn: voorwaarts redeneren (for ward-chaining) en achterwaarts redeneren (backward- chaining). Om de zoektijd te beperken, wordt noodge dwongen teruggegrepen op heuristiek ofwel vuistregels. Hierbij wordt probleemafhankelijke kennis benut. Onzekerheden zijn kenmerkend voor het menselijk rede neren. Tussenvoegingen als: waarschijnlijk, soms, moge lijk en vermoedelijk geven daar uiting aan. In de computer dienen onzekerheden getalsmatig te worden uitgedrukt. Deze onzekerheidsfactoren (certainty factors) verwijzen naar de inexactheid van een redenering en dienen niet te worden verward met stochastiek, die de nauwkeurigheid van gegevens kwantificeert. De factoren kunnen waarden aannemen tussen -1 en 1 -1 betekent: de feiten leiden met absolute zekerheid niet tot de conclusie; 1 geeft aan dat met absolute zekerheid de conclusie wel gerechtvaar digd is). Het kwantificeren van onzekerheden is niet een voudig. De tweewaardige of Booleaanse logica is voor in exacte redeneerprocessen niet toereikend en dit heeft geleid tot de ontwikkeling van de zogenaamde vage logi ca (fuzzy logic). 3.5. Gebruikersinterface Wanneer wordt gesproken over Al-systemen, bedoelt men vaak interactieve systemen; de gebruiker voert een dialoog met de machine om tot de oplossing van een pro bleem te komen. De nadruk bij de probleemoplossing ligt 472 NGT GEODESIA 89 - 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 4