4. Toepassingsmogelijkheden in de geodesie
op het aspect raadplegen. Voor dit doel is een gebruikers
interface nodig. Een goede interface moet o.a.:
gebruikersvriendelijk zijn;
de ingevoerde gegevens op hun juistheid controleren;
de gebruiker niet tot een passieve gegevensintoetser
degraderen, maar hem ook het initiatief gunnen;
de gebruiker behulpzaam zijn bij het gebruik;
verantwoording kunnen afleggen van het gegeven
advies, dat wil zeggen tekst en uitleg kunnen geven
met behulp van de explanation facility.
Bij veel toepassingen in de geodesie ligt de nadruk niet
zozeer op raadplegen dan wel op het verwerken van in
bulk opgeslagen gegevens. Dit zou kunnen leiden tot
hybride systemen, waarbij de conventionele programma
tuur is geïntegreerd met een kennissysteem. Voor de ge
bruiker zal zo'n pakket één geheel vormen.
3.6. Opmerkingen
Vanuit computertechnisch oogpunt maakt Al gebruik van
drie belangrijke gereedschappen:
snelle zoekprocedures;
symbolenvergelijking;
geschikte datastructuren (bijvoorbeeld semantische
netwerken).
De Al-programmatuur is vaak geschreven in LISP en
PROLOG, maar een onvoorwaardelijk kenmerk is het niet
[17], Ook talen als PASCAL, C, FORTRAN en BASIC
worden wel gebruikt, maar LISP en PROLOG zijn in het
bijzonder geschikt wegens hun mogelijkheden van sym
boolmanipulatie. LISP is reeds in de jaren vijftig ont
wikkeld. PROLOG dateert uit 1970. Beide talen kennen
nogal wat dialecten.
Het succesvol opereren van een Al-programma is volle
dig afhankelijk van het feit of men in staat is de noodzake
lijke deskundigheid op adequate wijze te formaliseren3).
Onvoldoende inzicht in de processen die men wil be
schrijven, zal leiden tot ontoereikende codificatie [18]. De
computer kan nu eenmaal nooit hoger reiken dan het peil
van de informatie die hij krijgt aangereikt en die geselec
teerd is door de mens. Dit is het GIGO-principe: garbage
in, garbage out („rotzooi in, rotzooi uit").
Ter illustratie, en meer is het niet, worden thans enkele
mogelijke toepassingen binnen de geodesie belicht.
4.1. Geografische informatiesystemen: GIS
Het verschijnsel GIS vindt zijn oorsprong.in de digitale
technologie. Belangrijke knelpunten worden o.a. ge
vormd door het gegevens verzamelen en de doeltreffen
de analyse van de gegevens.
4.1.1. Gegevens verzamelen
Het verzamelen van de gegevens wordt gehinderd door:
1. de huidige, analoge opslag van ruimtelijke informatie,
met name kaarten en fotogrammetrische en remote
sensing opnamen, wat noodzaakt tot een analoog-
digitaal conversie;
3) Het formaliseren van kennis is uiteraard niet nieuw. Zodra de
mens het schrift had uitgevonden, heeft hij zich al beziggehouden
met het formaliseren van kennis. Om gebruik te kunnen maken
van computergestuurde redeneerprocessen, is het echter nood
zakelijk dat de kennis in digitale vorm wordt gerepresenteerd.
Onderzoek naar kennisrepresentatie is lange tijd een hoofddoel
van Al geweest; een noodzakelijk, maar weinig opvallend karwei.
NGT GEODESIA 89 - 10
2. het probleem van de omzetting van raster- naar
vectorstructuur wanneer beelden in digitaal formaat
zijn, zoals de remote sensing satellietopnamen Land-
sat en SPOT of gescande luchtfoto's.
Ad. 1. Handmatige omzetting, met behulp van digitizers,
van kaart- en beeldmateriaal van het analoge naar het
digitale domein is een tijdrovend karwei. Met scanners
echter kan analoog materiaal worden omgezet in digitaal
rasterformaat. In principe is het daardoor mogelijk om het
GIS geautomatiseerd te vullen onder gebruikmaking van
patroonherkenningstechnieken. Ook vanuit andere disci
plines wordt aan deze problematiek gewerkt, maar daar
wordt de benadering gedicteerd vanuit heel andere
doelstellingen dan de geodesie nastreeft. Eén zo'n ge
zichtspunt is het verkrijgen van een fraai ogende repre
sentatie; een kwaliteitscriterium dat ver verwijderd ligt
van de geodetische kwaliteitsnormen. Daarom ligt hier
een belangrijke taak voor de geodesie.
Daar het tweede punt nauw samenhangt met paragraaf
4.3 wordt het daar besproken.
4.1.2. Analyse
De analyse heeft tot taak om uit de gegevens, opgesla
gen in diverse bestanden en gegevensstructuren, en
afkomstig uit verschillende bronnen, zinvolle en beteke
nishebbende informatie te extraheren, liefst binnen een
overzienbaar tijdsbestek. De gegevensstructuren vormen
daarbij knelpunten wegens:
het feit dat de keuze van de gegevensstructuur sterk
afhangt van de informatie die men uit de bestanden
wil extraheren. Wil men een ander type informatie,
dan kunnen bij consultatie de responsietijden erg lang
worden;
het feit dat er nog geen geschikte algoritmen bestaan
om zonder informatieverlies een koppeling tot stand te
brengen tussen de raster- en vectorstructuren, waarin
de geografische gegevens zijn opgeslagen.
Er zijn in de loop der tijd meerdere gegevensstructuren
bedacht, waarvan de belangrijkste zijn: hiërarchische,
relationele en netwerkstructuren. Een fraai overzicht is in
dit tijdschrift gegeven door Van der Schans [15]. Geen
van deze gegevensstructuren werkt bevredigend en er
bestaan nog geen goede concepten om tot keuze te
komen. Het ontbreken van goede concepten hindert de
verdere ontwikkeling van GIS [10]. Thans wordt wel heil
gezocht in semantische netwerkstructuren, welke zijn
voortgekomen uit het Al-onderzoek naar kennisrepresen
tatie.
Na analyse wil men vaak de informatie, die men uit het
GIS heeft geëxtraheerd, grafisch gepresenteerd zien. De
gebruiker zal dit zelf willen doen, maar daar hij in het
algemeen geen kartografische achtergrond zal hebben,
biedt het zeker voordelen om de grafische presentatie-
regels, zoals die bij de kaartvervaardiging worden gehan
teerd, in een kennisbestand onder te brengen.
4.2 Geodetische netwerken
Een van de eerste toepassingen van de computertechno
logie binnen de geodesie betrof het vereffenen en toetsen
van 1-D, 2-D en 3-D geodetische grondslagen, zoals
waterpas-, zwaartekrachts-, landmeetkundige en lucht-
fotogrammetrische netwerken. Inmiddels is de theorie in
brede kringen bekend en voetstoots geaccepteerd.
Thans is reeds een scala aan op deze theorie gebaseerde
commerciële programmatuur in omloop. Hoewel de pro
grammatuur gebruik maakt van zeer geavanceerde tech
nieken, uit o.a. de numerieke analyse, blijft voor de ana
lyse van de resultaten een expert noodzakelijk. Ten einde
473