Organisatie en werkwijze van de dienst De buitendienst zit binnen Gewestelijke directie Oost-Vlaanderen inkomen. En dat het om erg veel geld gaat, weet de heer Storms zo uit het hoofd te zeggen: voor heel België 175 miljard BF (10 miljard gulden). Dat het Kadaster bij „Financiën" zit, heeft voor de carriè re van de medewerkers overigens zijn voordelen. Men kan als landmeter doorstromen van operateur (aspirant landmeter) tot inspecteur of directeur; een enkeling brengt het zelfs tot Directeur-Generaal. Men heeft geen universitaire studie nodig om landmeter te worden; wel is het diploma van landmeter vereist (meetkundig schatter van onroerende goederen). Fliervoor dient men, na de hogere middelbare school (humaniora), voor de Centrale Examencommissie te slagen in de „eerste technische proef"; na twee jaar stage en een „tweede technische proef" voor dezelfde commissie wordt het diploma uit gereikt. Het is geen overbodige luxe eerst een indruk te geven hoe de organisatie is opgebouwd; figuur 3 maakt dat duidelijk. Men maakt onderscheid tussen het hoofd bestuur en de buitendienst, maar pas op: deze laatste werkt hoofdzakelijk binnen. Het hoofdbestuur staat onder leiding van de Directeur-Generaal. Dan is een tweedeling gemaakt in de „gewone dienst" (mutaties en schattingen) en de „speciale dienst" (DGOAP). Het totaal vinden we terug in negen geweste lijke directies (elke provincie een gewest). De tiende ge westelijke directie is de DGOAP (voor het „ganse" land). Naast die gewone dienst en de speciale dienst is er nog een Centrum voor Informatieverwerking (CIV) en het Centrum voor Beroepsopleiding (CBO). Hoe het allemaal werkt in dit gewest, vertelt gewestelijk directeur F. Storms; zijn adjunct Stichelbaut valt hem regelmatig bij. De Brabander zwijgt nog, want het gaat nu over de gewone dienst. Het Kadaster heeft een tweevoudige taak: fiscaal: het vaststellen van het kadastrale inkomen; technisch: bijhouden documentatie inzake onroerend goed (kaarten, registers en beschrijvingen). Men is eigenlijk voortdurend bezig met het vaststellen van het kadastrale inkomen, waarop de grondbelasting thans onroerende voorheffing genoemd wordt ge heven. Daar het de eigenaars zijn, die geacht worden deze belasting te betalen, moeten alle mutaties in het be zit van onroerend goed van nabij worden gevolgd en in de kadastrale documenten bijgewerkt. Dat is een heel werk, zowel buiten als binnen. Binnen bestaat daarvoor de sedentaire dienst met vele kadastrale kaarten, leggers en formulieren. Een complete papierwinkel dus. Voor het buitenwerk is er een veld dienst; dat zijn de mensen die de schattingen verrichten en de huurwaarde van het goed vaststellen. (We hebben het nog steeds over de gewone dienst.) De velddienst is in Oost-Vlaanderen opgedeeld in vier in specties (met aan het hoofd een inspecteur). Elke inspec tie is weer verdeeld in zes controles. In een controle werken, onder leiding van de controleur, de landmeters, verificateurs en enkele financiebeambten. „Maar echt landmeten doen die landmeters niet", verzekert de heer Storms. Het landmeterswerk beperkt zich tot opmetingen nodig voor de jaarlijkse bijwerking van de kadastrale plans. Hierbij wordt wel rekening gehouden met de metin gen van de particuliere landmeters, welke aan de akten Alg. Directie Inspectie mut. schatt. (2 insp. gen.) Techn. Directies Dir. Autom. Insp. Gen. Grote Opm. Gewest. Directie (9) (prov.) Centrum v. Beroepsopl. Centrum v. Int. Verwerk. Gewest. Directeur (heel België) Sedent. Dienst Rek.afd. Fotogr. Fotolab Sedentaire Dienst Velddienst (10) Inspectie (met inspecteur) Inspecties (met inspecteur) I II I controles SPECIALE DIENST controles GEWONE DIENST Fig. 3. De organisatie van het Belgische Kadaster; de grijze blokjes stellen de bezochte afdelingen voor. NGT GEODESIA 89-11 529

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 17