Adviesgroep Landmeetkundig Onderwijs opgeheven Interview met leden van de Klankbordgroep IVITS-landmeetkunde Na slechts enkele jaren te hebben gewerkt (sinds 1985) werd de klankbordgroep (KBG) landmeetkunde in 1989 door een drastische overheidsmaatregel weer om zeep gebracht. En dat terwijl juist over die MTS-opleiding de noodklokken luiden wegens een te gering leerlingenaantal. Heeft het onderwijs die steun uit het vak gebied zelf niet meer nodig? De klankbordgroep voor het MTS-onderwijs was een onder steunende werkgroep voor de onderwijscommissie CCB (Commis sie Contacten Bedrijfsleven), ingesteld door de Vereniging van MTS-en (VMTS) en had als doel het verzamelen van gegevens uit het bedrijfsleven en de overheid over de behoefte die de praktijk heeft aan opgeleiden en van daaruit adviezen te geven met betrek king tot de opleiding. De KBG landmeetkunde heeft in de korte tijd van haar bestaan voortvarend gewerkt en nuttig werk geleverd. Door de adviezen van de commissie Wagner kwam er een geheel nieuwe structuur op een geheel ander niveau. Er kwam een bran che overleg technisch onderwijs" (BOTO), waarin zeven branches werden gevormd. Een specifieke branche landmeetkunde is daar niet bij, die werd ondergebracht bij de branche Grond, Weg- en Waterbouw. De CCB en alle klankbordgroepen, waaronder de KBG landmeetkunde, werden opgeheven. NGT Geodesia interviewde de voorzitter, ir. W. Berends, en enkele leden van de klankbordgroep, te weten: J. A. Takens en P. A. van Rhee. Thema van het interview: ,,Komt deze nieuwe situatie de landmeetkunde ten goede?" Dat de KBG is opgeheven, roept de vraag op of deze werkgroep wel bestaansrecht (nut) had dan wel of zij het werk had voltooid en daarmee zichzelf overbodig heeft gemaakt? We hadden een duidelijk bestaansrecht, er is al een heleboel werk verzet en we waren zeker nog niet klaar. We hebben naar onze mening onszelf beslist niet overbodig gemaakt. Wat we gedaan hebben, is onder meer het opstellen van een profielschets MTS-er landmeetkunde (gezien vanuit de wensen van het bedrijfsleven en de overheid). Daarmee wordt eigenlijk de technische bruikbaar heid van de WITS-er bedoeld. Van daaruit werden adviezen op gesteld voor de inhoud van de opleiding. We gaven steun aan het streven van de scholen om tot een aparte afdeling landmeetkunde te komen, adviseerden en bemiddelden in de aanschaf van apparatuur en programmatuur. Over de ontwikke lingen in de vastgoedinformatie en de stageperiodes werden even eens adviezen opgesteld. Tenslotte heeft de KBG steun gegeven bij de promotie van het onderwijs in de landmeetkunde en is ook nog een onderzoek verricht naar de behoefte aan MTS-ers in de praktijk. U ziet dat het al een achtenswaardige lijst is geworden, maar we waren zeker niet klaar. Heeft de MTS-opleiding veel baat gehad bij uw werk en wat is er mee gedaan? Er is zeker een heleboel mee gedaan. Veel aandacht is geschon ken aan het leerplan en de indeling van de stageperiode. Gezien het feit dat men pas in het tweede studiejaar landmeetkunde ging leren, geeft een stage in het derde studiejaar problemen. Stage in het vierde jaar is weer erg laat. Tenslotte is voor een overlapping in het derde en vierde jaar gekozen. Maar eigenlijk is belangrijker dat er in het eerste jaar meer aan landmeetkunde wordt gedaan. Het leerplan behoeft aanpassing op dat gebied. Wie op de MTS komt om landmeetkunde te studeren, wil niet eerst een jaar lang allerlei weg- en waterbouwkundige zaken leren, al vorens aan de landmeetkunde te beginnen. Dat geeft teleurstelling en demotivatie. In de nieuwe structuur (BOTO) zijn de adviesgroepen per branche ingedeeld. De landmeetkunde is hierbij een onderdeel van de ■MtsaA.L m groep Grond, Weg- en Waterbouw". Bent u van mening dat de belangen van de landmeetkunde daar voldoende aandacht zullen krijgen? Nee, dat is juist onze grote zorg. De landmeetkunde is daarin slechts vertegenwoordigd door één man zonder stemrecht. Het is een verarming, een afzwakking van de oude situatie, net nu er zo veel staat te gebeuren in de landmeetkunde (ontwikkeling vast goedinformatiesystemen). Bovendien is de BOTO een overleg groep op heel hoog niveau (bestuurlijk, strategisch). Het praktijk niveau ontbreekt geheel. Je zou een soort tussenniveau moeten hebben voor een tactische en pragmatische invulling van de ad viezen. Op een bijeenkomst op 4 oktober j.l. van vertegenwoordigers van bedrijfsleven, overheid en onderwijs, klonk de alarmerende kreet dat er grote behoefte bestaat aan kwalitatief goed opgeleid perso neel. Zowel de praktijk als het onderwijs heeft er dus belang bij dat beiden goed op elkaar zijn afgestemd. Heeft u enig idee waarom de MTS-wereld dan toch kan beweren geen behoefte te hebben aan klankbordgroepen? De MTS-leerplancommissie landmeetkunde heeft de opheffing van deze KBG juist betreurd, maar er is nu eenmaal van bovenaf een nieuwe structuur ingevoerd bij het gehele MTS-onderwijs en daér- voor gold die stelling waarschijnlijk meer. Juist door de snelle ontwikkeling in de vastgoedinformatievoorzie ning is de behoefte aan een adviesgroep in de landmeetkunde erg groot. De nieuwe structuur is ontstaan uit het eindrapport van de commis sie Wagner, dat als titel droeg ,,Op weg naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid". Hoe ziet u, als vertegenwoordigers van de diensten die de land meetkundigen straks nodig hebben, uw verantwoordelijkheid? Met andere woorden, op welke wijze denkt u dat de belangen van de landmeetkunde in de nieuwe structuur het best zouden kunnen worden behartigd? Het probleem in de nieuwe structuur is, dat er geen landmeetkun dige inbreng komt op praktijkniveau. Wij zijn van mening dat die onmisbaar is en de MTS-en landmeetkunde zijn het daarin met ons eens. Volgens ons zijn er twee mogelijkheden om dat te bereiken: a. omdat landmeetkunde nu in de BOTO groep „Grond, Weg- en Waterbouw" is ondergebracht, zouden we daarin een officieel aangewezen vertegenwoordiger moeten krijgen uit de land meetkundige wereld, met stemrecht; b. instellen van een afzonderlijke BOTO landmeetkunde. In deze laatste mogelijkheid zien wij veel heil. Er wordt immers op ini tiatief van het NGL al een branche-organisatie landmeetkunde opgericht en ook een werkgroep MTS-onderwijs. Er ligt een taak voor beide organisaties om deze mogelijkheid mee te nemen. Het is van groot belang dat er goed opgeleide vak krachten worden afgeleverd. Kunt u nog adviezen meegeven aan bovengenoemde werkgroepen of anderzijds wat opmerken over de MTS-opleidingen of de advise ring daarin? Wij zouden van harte de acties willen ondersteunen van de nieuwe NGL werkgroep die zich gaat inspannen om het vak landmeetkun de en daarin de ontwikkeling van vastgoedinformatiesystemen meer bekendheid te geven, maar ook andere advisering blijft nodig. Wij zijn ook bereid met onze opgedane ervaring ons steentje bij te dragen. Die suggesties geven wij bij deze gaarne door aan de inmiddels in gestelde werkgroepen. Met dank aan de geïnterviewden voor hun medewerking. Theo Scheele Leden van de KBG waren: ir. W. Berends (Kadaster) voorzitter ing. W. A. van Beusekom (MD RWS) secretaris ing. H. Oudeman (Openbare Werken gemeente Amsterdam) P. A. van Rhee (Openbare Werken gemeente Dongen) J. A. Takens (Heidemij) E. Schut (Provincie Gelderland) G. C. Klamer (Geo Meetdienst) NGT GEODESIA 89-11 537

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 25