Particuliere sector Naast de 300 ambtelijke landmeters speelt de beëdigde particuliere landmeter een belangrijke rol in de Deense landmeterij, vooral in de kadastrale landmeterij. Er zijn in Denemarken ongeveer 400 beëdig de landmeters, ofwel Landinspektors. Wil men in Denemarken onroerend goed overdragen of er een recht op vestigen, dan dient men een Landinspektor in te schakelen. Deze verricht de noodzakelijke opmetingen en zoekt allerlei kadastrale en juridische zaken uit. Hij maakt daarvan officiële documenten op, die vervolgens ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Kadaster. Als alles in orde is, kan de overdracht plaatsvinden. Aan de hand van het document van de Landinspektor worden het Grundbuch en het Kadaster bijgewerkt. Opleiding De opleiding van landmeters moet dus ook wel in orde zijn. Op LBO/MBO-niveau is er de technische school in Horsen, waar men in een combinatie van school en training kan worden opgeleid tot Male- tekniker (landmeter). Wil men echter Landinspektor worden, dus beëdigd en geregistreerd landmeter, dan zal men naar de Universi teit van Aalborg moeten om daar middels een vijfjarige studie zijn graad in de geodesie te behalen. Vervolgens dient men nog drie jaar stage te lopen bij een beëdigd landmeter. Heeft men die stage met goed gevolg doorstaan, dan kan men zich laten registreren als Land inspektor. Tenslotte geef ik u nog een korte beschrijving van de landmeter in Italië, Spanje en Griekenland. Italië In Italië zijn veel landmeters. De Consiglio Nazionale dei Geometri telt 45 000 leden, waarvan 15 000 een eigen private praktijk hebben en de rest zich in overheidsdienst bevindt. Eigenlijk bestaat er in Italië alleen een opleiding op MBO-niveau. Er zijn 200 Instituto Tecni- co per Geometri (landmeterscholen) die in vijf jaar in halve dagen opleiden tot geometra (landmeter). Sinds 1985 moet men vervolgens twee jaar stage lopen, welke dient te worden afgesloten met een staatsexamen. Om te zeggen dat alle geometri het landmeten uit oefenen, zou te ver gaan. Ze werken ook als taxateurs en mogen zelfs huizen ontwerpen tot een inhoud van 1500 m3. Spanje In Spanje bestaan plannen om de hele grondregistratie eens goed te reviseren. Hierbij zal een belangrijke rol zijn weggelegd voor de 1350 particuliere landmeters die het land telt. Sinds 1974 heeft de Spaan se regering een aantal beroepsorganisaties in het leven geroepen en uitgerust met wettelijke bevoegdheden op diverse gebieden, onder andere de Colegio Oficial de Ingenieuros Tecnicos en Topografia. Om te kunnen toetreden, moet men speciale cursussen volgen aan de Universiteiten van Madrid, Las Paimas, Merida of Barcelona. Ik zie hier een parallel met de opleiding tot civiel-landmeter, zoals wij die vroeger kenden aan de Landbouwhogeschool Wageningen. Voor het LBO/MBO-niveau bestaan diverse beroepsopleidingen. Griekenland In Griekenland bestaat helemaal geen Kadaster. Sinds 1836 is er echter wel een politieke discussie over. Pogingen om grondregistra- ties op te richten, zijn tot op heden nog steeds gestrand. De topogra fische dienst van het leger zorgt voor kaartmateriaal, onder andere een kaart 1 5000. Om landmeter te worden, moet men na zijn middelbare school een driejarige opleiding volgen op een technische school. Men kan dan het diploma „Landmeter" behalen. Op universitair niveau kan men terecht op de Universiteiten van Athene en Thessaloniki, waar een zesjarige studie de student opleidt tot het examen van Surveying and Rural engineer. Tot zover de Tour d'horizon. Ongetwijfeld zult u zich nu afvragen: kunnen landmeters in de EG-landen nu zomaar overal werken? Brengt Europa vrij verkeer van landmeters? Hoe wil de Europese Commissie het vrije verkeer en de vrije vesti ging van personen in de EG lid-staten realiseren? De Europese Com missie acht het van essentieel belang dat de belemmeringen die er binnen de gemeenschap bestaan voor het vrij verkeer van zelfstandi gen en werknemers, uit de weg worden geruimd. Burgers die dit wensen, moeten in staat worden gesteld hun beroep in elke lid-staat uit te oefenen. Deze zaken zijn al opgenomen in het Verdrag van Rome, in artikel 44 voor wat betreft werknemers en loontrekkers, in de artikelen 52 en 59 voor wat betreft zelfstandigen. Het vrije verkeer van werknemers acht de commissie op dit moment bijna volledig geregeld, en wel met de Europese Verordening 1612/68. Een onderdaan van een lid-staat mag in een andere lid staat gedurende tenminste drie maanden verblijven om daar naar werk te zoeken. Als hij werk vindt, heeft hij zonder meer het recht om in het land te blijven en wordt hem door de Europese Commissie een verblijfsvergunning verstrekt, de zogenaamde verblijfskaart uit de EG-richtlijn 68/360. Nu geraken wij bij de vraag of het diploma dat de werknemer met zich meebrengt, door het gastland wordt erkend als een bewijs van voldoende en gelijkwaardige vakbekwaamheid. Hier kunnen de nodi ge problemen ontstaan. In de praktijk van alledag is dit al talloze ma len gebleken. Slaat u de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie er maar op na. Welke maatregelen heeft de Europese Com missie genomen om deze belemmeringen op te heffen? Wederzijdse erkenning van diploma's De EG gaat natuurlijk niet uitmaken welke kwalificaties zijn vereist voor bepaalde functies. Als een gemeente een landmeter vraagt met een MBO-opleiding, dan zal de EG niet zeggen dat het HBO moet zijn. Als wij een landmeetassistent vragen met een artsen-diploma er gebeuren immers weieens ongelukjes in het veld dan moet nie mand in Brussel zich in het hoofd halen daar iets van te zeggen. Dat beslissen wij zelf, dat is onze zaak. Daar wil en kan de EG zich niet mee bemoeien. De EG doelt op de zogenaamde „gereglementeerde" beroepen. Dat zijn de beroepen en de functies waaraan óf de staat, óf de staat sa men met beroepsorganisaties, óf officieel erkende beroepsorganisa ties zelf, bepaalde opleidingseisen (diploma-eisen) hebben gesteld. Beroepsactiviteiten dus waarvan de uitoefening direct of indirect af hankelijk is gesteld van het bezit van een diploma, krachtens wettelij ke of bestuursrechtelijke bepalingen. Het maakt niet uit of het gaat om beroepsactiviteiten van loontrekkenden of van zelfstandigen. De Europese Commissie ging aan de slag met het harmoniseren van dit soort beroepen en opleidingen: een EG-richtlijn voor artsen in 1975, voor verzekeringsagenten in 1976, voor tandartsen in 1978, voor dierenartsen in 1978, voor verloskundigen in 1980, voor kap pers in 1982, voor apothekers in 1985, voor architecten in 1985 en voor zelfstandige handelsvertegenwoordigers in 1986. Daarna zeeg de Europese Commissie vermoeid neer en werd op de Europese top in Fontainebleau in 1984 geconstateerd, dat als het zo moest door gaan, men het wel kon „schudden" met de interne markt. De Europese Commissie kreeg het lumineuze idee om af te stappen van de moeizame gelijkschakeling en harmonisatie van de opleidin gen en over te gaan tot het stellen van wederzijds vertrouwen in el- kaars opleidingen. 582 NGT GEODESIA 89 - 12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 14