Twente te Enschede. De toegangsprijs bedraagt voor leden van CIAD, het Nederlands Genootschap voor Informatica (NGI) en de Nederlandse Vereniging voor Ergonomie (NVvE) f 350,voor ove rige belangstellenden f 395, Inlichtingen en opgave bij: CIAD, ir. P. de Kiewit, Postbus 74, 2700 AB Zoetermeer, telefoon 079 - 219324. PRIJSVRAAG KLM AEROCARTO KLM Aerocarto BV had tijdens het afgelopen NGL congres een prijs vraag uitgeschreven met als opgave: Hoeveel coördinaten produceerde KLM Aerocarto in 1988?" De juiste oplossing is 6 125 000 coördinaten. De prijswinnaar werd ing. C. IJsendoorn (Kadaster Apeldoorn), aan gezien hij met 6 100 198 coördinaten het dichtst de juiste oplossing benaderde. De prijs bestaat uit een vliegreis naar een KLM bestemming naar keuze. UITSLAG SOKKISHA PRIJSVRAAG TIJDENS NGL CONGRES Ter gelegenheid van het 15e NGL congres stelde Sokkisha Europe BV een prijs beschikbaar voor de bezoekers aan haar stand. Precisie en verfijning van de Japanse keuken werden gekoppeld aan haar eigen leveringsprogramma: de prijs bestond uit een Japans diner voor-twee met overnachting in het Okura-hotel te Amsterdam. De prijswinnaars zijn geworden: J. R. F. de Thouars - Provincie Drenthe; A. M. Molen - Gemeente Barneveld; C. J. Stada - Gemeente Hoogezand. De overige deelnemers aan deze loterij ontvingen een kleine atten tie. BRAVENBOER SCHEERS Per 1 november 1989 heeft Bravenboer Scheers, Landmeten en Hydrografie een stap oostwaarts gezet. Teneinde de filosofie „dicht bij de klant" kracht bij te zetten, is als nieuwe lokatie Deventer gekozen. Het kantoor maakt deel uit van een kantorencomplex aan de Schonenvaardersstraat. De heer J. H. J. M. Vos zal als nieuw afdelingshoofd de belangen van de klant en van B&S gaan behartigen. Tevens zal per 1 januari 1990 door een organisatieverandering de af deling Almere geleid gaan worden door de heer J. B. van Vegten. Deze is sinds kort bij Bravenboer Scheers in dienst. Voordien was hij werkzaam als rayonhoofd-noord bij de Gemeente Amsterdam. AFSCHEIDSBIJEENKOMST PROF. IR. W. VAN BERK Op vrijdag 27 oktober 1989 vond in de practicumzaal van de Faculteit der Geodesie van de TU Delft het officiële afscheid plaats van prof. Van Berk, buitengewoon hoogleraar landinrichting. De bijeenkomst begon met een afscheidsrede, onder de titel: ,,Een geodetische verkenning van de landinrichting in de jaren negentig". In deze rede schetste Van Berk allereerst het algemene kader van de landinrichting, zoals dat zich heeft ontwikkeld vanuit de klassieke ruilverkaveling. De eerste wetgeving op het terrein ging in de ont werpfase (1908) nog uit van onteigening van gronden om tot struc tuurverbetering te komen; sinds de definitieve wet uit 1924 staat de herverkaveling van gronden centraal. In de loop der jaren komen naast de verbetering van de eigendomsstructuur steeds meer ande re doelstellingen naar voren (integratie met landbouwstructuurmaat regelen, belang van gebruikers, landschapsbouw, recreatie en natuurbehoud). Van Berk sprak daarbij de verwachting uit, dat in de komende tijd met name de ruilverkaveling met een administratief karakter en de herinrichting aan betekenis zullen winnen. Voor de eerste vorm ziet hij, naast toepassing in het klassieke agrarische ge bied (vanwege de lage budgettaire last en de korte doorlooptijd), mogelijkheden om te komen tot een herverkaveling van verspreid gelegen natuurgebieden. Vervolgens ging Van Berk vrij uitgebreid in op de duur van een her inrichtingsproject. Hij gaf aan dat een project gemiddeld zo'n 27 jaar in beslag neemt; daarbij duurt de voorbereiding ongeveer 9 en de uit voering ongeveer 18 jaar. Deze lange duur van de procedure is hem een grote zorg en vooruitlopend op een evaluatiestudie naar de uit voering van landinrichtingsprojecten, gaat hij daarom in op mogelijk heden om de procedure te versnellen. Hij schetste daarbij twee ont wikkelingslijnen. In de eerste plaats zijn er ontwikkelingen op het terrein van de geo desie en de vastgoedsystemen die versnelling van een aantal activi teiten in het landinrichtingsproces mogelijk maken. Doordat in de loop van de jaren '90 een aantal nieuwe vastgoedsystemen operatio neel zal zijn, zal met name bij de gegevensverzameling tijd kunnen worden bespaard. Van Berk noemde hierbij de automatisering van de kadastrale boekhouding (AKR), de gebruikers pachters)regis- tratie en de uitbreiding van de dekkingsgraad van de grootschalige basiskaarten (GBKN's). Ook van de specifieke landinrichtingsvast- goedsystemen (VRL Vastgoed Registratiesysteem voor de Land inrichting en KAS Kadastraal Administratief Systeem) wordt ver wacht dat ze in de jaren '90 operationeel zijn. Daarnaast maken nieu we landmeetkundige technieken een versnelling van het uitzetwerk mogelijk. Van Berk verwacht dat de geschetste ontwikkelingen een tijdsbesparing van ongeveer 5 jaar kunnen opleveren. De totale pro cedure zou daarmee op 22 in plaats van 27 jaar terechtkomen. Omdat de inkorting volgens Van Berk nog onvoldoende is, schetste hij een tweede, meer ingrijpende, weg tot versnelling van de proce dure. Deze voorstellen vereisen echter wel een aanpassing van het huidige, wettelijke kader. Hij pleitte daarbij voor een naar voren schuiven van een aantal elementen uit de procedure, alsmede voor een voorkeursrecht. De vaststelling van de lijst van rechthebbenden en de eerste schatting kunnen op elk moment plaatsvinden en dus naar voren worden gehaald; de sluiting van overeenkomsten met be hulp van boerderijverplaatsing zal ook eerder moeten plaatsvinden. Om de grondverwerving geen vertragende factor te laten zijn, pleitte Van Berk voor een voorkeursrecht, dat tegelijk met plaatsing op het voorbereidingsschema van kracht wordt. Daar per jaar 2 a 3% van de grond wordt verkocht, sprak hij de verwachting uit dat in 5 a 6 jaar voldoende grond zal zijn verworven, ervan uitgaande dat in totaal ongeveer 13% van de grond nodig is (3% voor overbedeling, 10% voor toedeling). Daarnaast zal vaststelling van herinrichtingsplan en begrenzingenplan gelijktijdig moeten plaatsvinden. Het herverkavelingsplan dient gefaseerd te worden vastgesteld; in eerste instantie alleen betrekking hebbend op de eigendoms- en gebruiksrechten, later op de suppletoire rechten. Voordeel is dat de bezwarenbehandeling dan naar voren kan schuiven. Hij schatte dat al met al met deze versnelling de totale procedure tot 18 jaar kan worden teruggebracht (9 jaar voorbereiding en 9 jaar uitvoering). Van Berk besloot deze, naar zijn zeggen theoretische, exercitie met een verwijzing naar de faculteit. Juist de koppeling tussen praktijk en theorie die door zijn werk aan de faculteit (vanaf 1977 met een leer opdracht en de laatste vier jaar als hoogleraar) mogelijk was, vond hij heel interessant. Ook voor de opleiding moet gelden dat naast kennis tevens begrip en gevoel voor het „mijn en dijn" moeten worden bijgebracht. Vervolgens sprak prof dr. ir. M. J. M. Bogaerts namens de faculteit. In zijn toespraak vertelde hij iets over de voorganger van Van Berk, prof. ir. G. F. Wittdie de planologische geodesie als vakgebied binnen de faculteit heeft ontwikkeld. Van Berk was in zijn ogen een goede opvolger „met gevoel voor research". Hij schetste ook de samenwerking met Van Berk, toen deze nog volledig bij het Kadaster werkzaam was en hoe Van Berk en het Kadaster door verschillende onderzoeksprojecten naar elkaar zijn toegegroeid. Vanwege het gro te belang van de geodetische ingenieur in de landinrichting sprak Bogaerts de hoop uit, dat een goede opvolger op korte termijn kan worden gevonden. Daarna sprak prof. dr. P. van Schilfgaarde namens de werkeen heid Planologische en Juridische Geodesie. Hij vertelde over de plezierige samenwerking die ze, beiden part-time aan de faculteit verbonden, hebben gehad. Ondanks dat ze onregelmatig op de faculteit aanwezig waren, is er veel werk op poten gezet, niet in het minst dank zij de 2 UD-ers, Peter de Wolf en Ruud Kathmann. Van Schilfgaarde ziet op langere termijn goede perspectieven voor de recent door een fusie gevormde werkeenheid Planologische en Juri dische Geodesie. Met de opmerking dat de stoel van Van Berk in ieder geval klaar blijft staan, sprak hij tenslotte uit, dat ook in de toe komst Van Berk gastvrijheid binnen de groep zal ontvangen. Namens het Kadaster sprak ir. J. K. B. Sonnenberg, die goede perspectieven voor de landinrichting ziet. Hij sprak over de mede verantwoordelijkheid van het Kadaster bij het landinrichtingsonder- wijs en -onderzoek. Tenslotte sprak Kees de Smit namens Snellius. Hij sprak over de „koei'n en de schap'n en de duzend'n hectar'n" van Van Berk. Daarnaast had hij veel waardering voor de vele goede informele con tacten. Na het officiële gedeelte werd op een receptie de mogelijkheid gebo den persoonlijk afscheid te nemen van Van Berk, en dat gebeurde in groten getale. We hebben echter de toezegging dat Van Berk voor de faculteit en voor de landinrichting in het algemeen voorlopig nog oproepbaar blijft! Herman de Wolff NGT GEODESIA 89-12 589

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1989 | | pagina 21