Fig. 5. Ik kan mij echter ook een andere manier voorstellen om de puzzel te maken en dat is een methode die een puzzel oplevert die niet in elkaar te leggen is. Bij deze methode worden op willekeurige plekken uit een stuk karton de verschillende puzzelstukjes geknipt. Hoe ver volgens de figuratie op de puzzelstukjes moet komen, is mij niet ge heel duidelijk. Wel duidelijk is dat, hoe nauwkeurig men ook heeft ge werkt, de losse puzzelstukjes wel ongeveer in elkaar passen, maar niet voldoende om een mooie aaneengesloten puzzel op tafel te leggen. Fig. 5 geeft een illustratie van deze methode. Dit is dus een poging om het principe van het werken van groot naar klein enigszins aanschouwelijk te maken. Ook twee kaarten van twee aan elkaar grenzende gebieden zullen niet op elkaar passen, als zij los van elkaar worden opgemeten en gekarteerd. We moeten eerst een groot stuk karton nemen, ofwel eerst een landelijk dekkende RD- grondslag hebben, voordat we puzzelstukjes, ofwel losse kaarten, kunnen maken, die toch precies op elkaar passen. Waarom kunnen we puzzelstukjes, als ze eenmaal als losse stukjes uit het karton zijn geknipt, niet of slechts zeer moeizaam aan elkaar leggen? Dat komt omdat we nooit perfect langs de kniplijntjes kun nen knippen èn omdat het karton waarvan de puzzelstukjes zijn gemaakt, een stijf materiaal is, dat zich niet soepel kan vervormen. Het karton is niet rekbaar. Ook voor kaarten op papier of op ander tekenmateriaal geldt, dat zij stijf en niet rekbaar zijn. Dat willen we trouwens ook: de tekeningdrager moet zelfs zo goed mogelijk maat vast zijn. Kijken we naar kaarten zoals die in een computer worden opge slagen, dan zijn de opgeslagen coördinaten zeer „maatvast". Maar zelden zal een in „bitjes en bytes" opgeslagen coördinaat spontaan een verschuiving van enkele millimeters gaan vertonen. Toch kunnen we juist met digitaal opgeslagen coördinaten allerlei bewer kingen gaan uitvoeren, die met een analoge kaart op papier onmoge lijk zijn. Die bewerkingen kunnen worden opgevat als het synoniem voor het rekbaar zijn van een kaart: dus digitale kaarten zijn wèl rekbaar. De bewerkingen en berekeningen die we wel met digitale kaarten, maar niet met analoge kaarten kunnen uitvoeren, en die ervoor zorgen dat digitale kaarten rekbaar zijn, kunnen in een aantal basis bewerkingen worden onderscheiden. Allereerst kunnen coördinaten worden getransformeerd. Denk hierbij aan een gelijkvormigheids transformatie of een affiene transformatie. Vervolgens kunnen we de onbekende ligging van punten op de kaart gaan schatten op grond van punten in de omgeving, waarvan we de ligging wel kennen. De wiskundige technieken die hiervoor worden gebruikt, heten inter polatie of predictie. Op grond van de onderlinge ligging van een aan tal punten ten opzichte van elkaar kunnen we besluiten de ligging van die punten lichtelijk te corrigeren. Dit wordt aangeduid met filte ren of ook wel met het Engelse woord smoothing, dat kan worden vertaald door gladmaken. Door deze technieken kunnen we digitale kaarten gaan vervormen. In het voorbeeld van de legpuzzel betekent dit, dat de puzzelstukjes niet meer stijf zijn, maar als het ware van rubber zijn geworden, zodat ze vervormbaar, rekbaar, worden en exact op elkaar kunnen gaan passen. Op de genoemde wiskundige technieken wil ik nu wat nader ingaan. Allereerst nemen we de transformaties. De gelijkvormigheidstrans formatie en de affiene transformatie zijn vrij goed bekend. Waarom zijn ze eigenlijk zo goed bekend? Ze zijn ook met de hand, met pot lood en papier, of met een Brunsviga, eenvoudig door te rekenen door de eenvoud van de formules, maar er zijn legio andere transfor maties mogelijk. Een gelijkvormigheidstransformatie kent vier trans formatieparameters. Het zijn twee translaties, één rotatie en één wijziging van de lengte-eenheid. Evenzo kent de affiene transforma tie zes transformatieparameters. Uitvoerbaar zijn echter ook een drieparameter- of een vijfparametertransformatie. Bij een driepara- metertransformatie wordt bijvoorbeeld de lengte-eenheid ongewij zigd gelaten. Een andere transformatie is bijvoorbeeld ook de projec tieve transformatie. In het computertijdperk is het argument dat een bepaalde methode gemakkelijk met de hand is door te rekenen, niet meer relevant. Van daar ook dat de laatstgenoemde transformaties steeds meer ingang beginnen te vinden. In fig. 6 is met behulp van twee puzzelstukjes het effect aangegeven van een drieparametertransformatie. Door middel van een translatie in de x-richting, vervolgens een translatie in de y-richting en tenslotte 3 - parameter- transformatie Fig. 6. Het effect van een drieparametertransformatie. NGT GEODESIA 90 - 1 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 15