-e- -e- -e e- wv WAH e2 -e, -h r h r VW sf -VW* WAf straling Radiogoiver straling Stralingsbereik Microgolven Frequenties en golflengten Golflengte Fig. 1. Elektromagnetische straling kan zich op verschillende manieren manifesteren, af hankelijk van de golflengte of de frequentie. Licht is elektromagnetische straling met golf lengten tussen 400 en 700 nanometer (nm.). meer fotonen die in de lengterichting van de staaf bewogen; er trad versterking (Amplification) op. Een klein deel van de fotonen verliet de staaf door de niet 100% reflecterende zijde: de laserstraal. landmeetkundige toepassingen afvalt. Men is er inmiddels wel in geslaagd een zichtbare diodelaser te ontwikkelen, maar deze is nog niet commercieel beschikbaar. Toepassingen Er zijn duizenden stoffen bekend, die laserwerking kunnen vertonen. Het betreft zowel gassen, vloeistoffen als vaste stoffen. Voor „land meetkundige" instrumenten wordt een beperkt aantal stoffen ge bruikt. Op de eerste plaats „HeNe" (Helium Neon), een gasmengsel dat een rode laserstraal voortbrengt. Daarnaast worden in toe nemende mate diodelasers toegepast, waarvoor veelal het halfgelei der materiaal „GaAs" (Gallium Arsenide) wordt gebruikt. Vergeleken met HeNe-lasers zijn diodelasers goedkoper, compacter en zuiniger. Het belangrijkste nadeel van de GaAs-diodelaser is de infrarode, dus niet zichtbare, straal, waardoor deze voor bepaalde Absorpt1e E, h r Spontone emissie Fig. 3. In 1960 gelukte het Theodore Maiman in de Hughes Research Laboratories om met een staaf robijnkristal een intensief rode stra ling op te wekken, die aanwijsbaar door gestimuleerde emissie werd veroorzaakt. Tenslotte kan nog een type laser worden vermeld, die gebaseerd is op het metaal Neodymium (Nd), ingebouwd in het YAG-kristal (Yttrium Aluminium Granaat) of ook wel in glas. Dit type heeft even eens een infrarode laserstraal. Gestimuleerde emissie E hf hf Fig. 2. Schematische weergave van de interactie tussen elektro magnetische straling en materie. E1 is het laagste energieniveau (grondtoestand) en E2 is een hoger energieniveau (aangeslagen toestand). De energie van het lichtdeeltje (foton) E2 E1 hf, waarin de constante van Planck h (- 6,6261 x 10~34 joule x sec.) en f de frequentie van het foton. Licht dat afkomstig is van een laser, heeft vergeleken met conventio nele lichtbronnen een aantal unieke eigenschappen. De spectrale zuiverheid, het hoge uitgangsvermogen en de geringe divergentie zijn van belang voor landmeetkundige toepassingen. Laserlicht is in hoge mate monochromatisch, dit wil zeggen het grootste deel van de uitgezonden straling heeft dezelfde kleur golflengte). Deze spectrale zuiverheid is met name belangrijk voor het meten van lange afstanden. Wat betreft het uitgangsvermogen van een laser wordt onderscheid gemaakt in een continue golf met laag vermogen en korte pulsen met een hoog piekvermogen. Een continue golf wordt gebruikt voor het realiseren van een referentielijn of -vlak en voor afstandmeting via het meten van het faseverschil tussen de uitgezonden en ontvangen golf. De pulse mode wordt gebruikt voor afstandmeting via het meten van de tijd die verloopt tussen het versturen en ontvangen van de NGT GEODESIA 90 - 1 17

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 19