KLIC voorkomt miljoenen schade aan kabels en leidingen Jaarlijks wordt in ons land voor tenminste 150 miljoen gulden aan ondergrondse kabels en leidingen bij grondverzet en graafwerk zaamheden kapotgetrokken. De economische schade als gevolg van verstoorde of ontregelde energie- en waterleveringen, tele foonverbindingen, verkeersinstallaties, computerlijnen, gemalen, praatpalen en ondergrondse transporten loopt eveneens jaarlijks in de miljoenen. Ook de schade aan het milieu kan groot zijn als er bijvoorbeeld bij graafwerkzaamheden calamiteiten gebeuren. Een aantal jaren geleden traden kabel- en leidingenbeheerders, bouwers en aannemers met elkaar in overleg om de ruim 1,25 mil joen kilometer lange, ondergrondse infrastructuur, met een vervan gingswaarde van 120 a 150 miljard gulden, beter te beschermen tegen schaden. Dit overleg resulteerde in het oprichten van zes Kabels- en Leidingen Informatie Centra (KLIC), verdeeld over één of meerdere provincies. Woensdag 8 november 1989 gaf de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer het startsein voor de laatste KLIC. Met de start van KLIC-West zullen in heel Nederland KLIC- organisaties operationeel zijn. De Minister gaf tevens groen licht voor de Federatie KLIC-Nederland, waarin alle regionale KLIC- organisaties kunnen deelnemen. De KLIC's werken als centrale meldposten voor degene die in de bodem wil graven. Drie werkdagen vóór uitvoering één telefoontje naar een regionaal KLIC is voldoende om alle beheerders van gas, water, telefoon, elektriciteit, riool en kabeltelevisie te informeren over de voorgenomen graafwerkzaamheden. De medewerkers van de KLIC's zorgen ervoor dat de „graver" in contact komt met de beheerder, die over de liggingsgegevens van kabels, buizen en leidingen beschikt. Wat KLIC-West betreft, rekent men op 6 000 meldingen van graaf werkzaamheden in de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht per jaar. Uit de toespraak van de Minister van VROM ter gelegenheid van de officiële opening van KLIC-West en de oprichting van KLIC-Nederland op 8 november 1989 Uitgesproken door mr. ir. C. J. Remijnse, hoofddirecteur van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers. Dames en heren. Op 4 juni 1989 veroorzaakte een lek in een ondergrondse pijp leiding in de Sovjetunie een ontploffing die aan zeshonderd mensen het leven kostte. Uit zo'n voorval blijkt dat er risico's zijn verbonden aan ondergrondse leidingen. Uit de ongevalscasuïstiek zoals die onlangs is gepubliceerd door de gezamenlijke Europese aardgasbedrijven, blijkt dat lekkages of breuken in ondergrondse pijpleidingen vooral het gevolg zijn van externe beschadiging. Vooral graafwerkzaamheden kunnen ge vaarlijk zijn. Een conclusie van de aardgasbedrijven is, dat een goed overzicht en een meldingssysteem van graafwerkzaamheden in de buurt van pijpleidingen van belang zijn, maar dan is het ook wel belangrijk precies te weten waar de pijpleiding ligt. Een kwestie dus van vastgoedinformatie. Als coördinerend bewindsman voor de vastgoedinformatie heb ik graag uw uitnodiging aangenomen vandaag een openingswoord te spreken en een openingshandeling te verrichten ter gelegenheid van de officiële start van KLIC-West en de oprichting van KLIC- Nederland. Ik vind het bijzonder belangrijk dat er informatiecentra bestaan zoals het KLIC; het doet mij dan ook deugd dat er nu in heel Nederland KLIC's zijn en dat er een Federatie KLIC- Nederland is die voor de coördinatie zorgt. Er is veel vastgoed in Nederland; er zijn zeven miljoen gebouwen, twee miljoen terreinen en een geschatte 1 250 000 km kabels en leidingen in gebruik. Informatie over de rechtstoestand en de geo grafische ligging van vastgoed is vitaal voor het functioneren van onze hedendaagse maatschappij. Voor de toekomst, denk ik, geldt dat de afhankelijkheid van goede, betrouwbare en actuele vast goedinformatie alleen maar zal toenemen. Een gebrekkige vast goedinformatie kan, zoals ik hiervoor al even heb aangestipt, zelfs ernstige fysieke gevolgen hebben. Wil vastgoedinformatie nuttige informatie zijn waarmee je iets kunt, dan moeten de gegevens een duidig zijn voor wat betreft de omschrijving van de begrippen; zij moeten vergelijkbaar zijn en uitwisselbaar. Dat te bereiken is een zaak van coördinatie. Een belangrijke voorwaarde voor een effectief vastgoedinformatie systeem is te bevorderen dat informatiesystemen op elkaar raken afgestemd en de beheerders ervan worden aangespoord van el- kaars faciliteiten gebruik te maken. Zoiets kan worden bereikt door bijvoorbeeld basisregistraties tot stand te brengen met gestandaar diseerde uitwisselingsformaten. Verstrekkers van vastgoedinfor matie dienen ook klantgerichter te werken. In dit verband past het mij melding te maken van de activiteiten van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers waarvoor ik ook politieke verantwoordelijkheid draag. Het Kadaster beheert het omvangrijkste vastgoedinformatiesysteem in ons land, gericht op inzicht in de rechtstoestand van vastgoed. Omdat ik ervan over tuigd ben dat onze samenleving steeds meer behoefte krijgt aan betrouwbare en vooral zo actueel mogelijke informatie, heb ik de automatisering van de kadastrale registratie versneld doen plaats vinden. Daardoor kan die omvangrijke automatiseringsoperatie be gin 1990 succesvol worden afgesloten. Het Kadaster is overigens alweer bezig aan volgende fasen van automatisering, nameljk die van de hypothecaire registratie en de ontwikkeling van het Land meetkundig Kartografisch Informatiesysteem (LKI), waarbij de liggingsgegevens van objecten op de kaart in geautomatiseerde vorm beschikbaar komen. Regelgeving is een belangrijk instrument voor de overheid om beleid te verwezenlijken. De snelle groei van het ondergrondse lei- dingennet in Nederland sinds de jaren zestig met de daaraan ver bonden risico's was er mede de oorzaak van dat de overheid daar voor wettelijke regels wilde stellen. Het wetsontwerp leidingenbeheerdersregistratie, het woord is al bijna symbolisch voor de omvang van het leidingennet, dat op 25 juli 1984 bij de Tweede Kamer werd ingediend, was een eerste stap naar een uiteindelijke centrale registratie van alle leidingen in Nederland door het Kadaster. Het belangrijkste uitgangspunt was een betere bescherming te bieden tegen externe beschadigingen van de leidingen, bijvoorbeeld door grondwerkzaamheden. Maar ook de leidingenbeheerders gaven blijk de ontwikkelingen op hun juiste waarde te kunnen schatten en hun maatschappelijke verant woordelijkheid te kennen. Het steeds groeiende aantal Kabels- en Leidingen Informatie Centra (KLIC's) en het feit dat steeds meer nutsbedrijven hun leidingenregistratie verbeterden, leidden ertoe dat het wetsontwerp in december 1986 werd ingetrokken. Ik heb daarop advies gevraagd aan de voorlopige Raad voor Vast goedinformatie (RAVI) op welke wijze, zonder wettelijke regeling, registratie van leidingen effectief tot stand kan worden gebracht. De adviezen van de RAVI in het rapport Kabels en leidingen- gegevens geleid" heb ik overgenomen. Het feit dat particulier initiatief en gemeenten elkaar hebben ge vonden op dit terrein, verheugt mij zeer. Dat dit kon zonder een daartoe expres ontworpen wettelijke regeling, vind ik bijzonder be vredigend. Als coördinerend bewindsman blijf ik het tot mijn taak rekenen waar dat mogelijk is initiatieven te ontplooien die uw samenwerking ten goede kunnen komen. Verbetering van de vast goedinformatievoorziening blijft een zaak die de overheid tot een voortdurende zorg moet zijn. Vandaag is die zorg een lichte last; ik wens u van harte geluk met de KLIC-organisatie die ik als voorbeeld wil stellen voor samen werkingen op het gebied van de vastgoedinformatie. Ik twijfel er niet aan dat het coördinerend overleg tussen mijn departement en uw organisatie tot in lengte van dagen blijft „klieken". NGT GEODESIA 90 - 1 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 23