personalia GEOBASE vooral een manier van omgaan met vastgoedinformatie is. Doelstelling van GEOBASE: een beheersbare, doelgerichte en vooral ook betaalbare vastgoedinformatievoorziening. Na de lunch ging Arjan van Heiningen in op het landmeetkundig- karlografisch informatiesysteem GEOCAD, ondersteund door een parallel aan zijn voordracht lopende demo. Er werd stilgestaan bij de verschillende modules van GEOCAD en de plaats van GEOCAD binnen GEOBASE. Natuurlijk duurden voor ons, landmeters, deze voordracht en demo niet lang genoeg. De laatste voordracht betrof de beheersystemen. Ruud Bouw- meister vertelde over, en toonde ons, de geometrische modules van de groen- en rioolbeheersystemen. Rioolstrengen en -putten en groenvlakken werden aangelegd en verwijderdtot een fotograaf begon te flitsen alsof zijn leven ervan afhing. Hij had wellicht de in druk getuige te zijn van een onvermoed huwelijk, mogelijk ingegeven door de pen die de bezoekende VVL-ers ontvingen met de inscriptie ,,RAET - VVL - 28-11-1989". De VVL-leden lieten hem in die waan en togen met de consumptiebonnen van ceremoniemeester Van Raamsdonk naar de afsluitende receptie. RAET LAD heeft op deze dag de VVL-leden laten zien dat er hard wordt gedacht en gebouwd aan het flatgebouw GEOBASE en als het goed is aan een beheersbare, doelgerichte en betaalbare vastgoed informatievoorziening. Wim van Pijkeren EUROPA-SEMINAR VAN DE VERENIGING VOOR VASTGOED INFORMATIE (VVI) Woensdag 22 november 1989 hield de VVI een bijeenkomst onder de titel „Europa 1992. Ook voor vastgoedinformatie". Dag voorzitter was het bestuurslid ir. J. B. Ebbinge. In de door de VVI ver strekte stukken heette de bijeenkomst beurtelings een „seminar" en een „studiedag" en was de plaats aangeduid als „aula TU Delft". De nadere plaatsaanduiding altijd relevant bij vastgoedinformatie bleek de Senaatszaal van de aula te zijn. Voor het tachtigtal deel nemers was die ruimte ook groot genoeg. Aardig was bovendien, dat VVI-voorzitter Bogaerts kon zeggen, dat hij 20 jaar geleden in die ruimte promoveerde. Aardig was ook, dat er zo nu en dan een hoog leraar in toga om de hoek kwam kijken, het woord ..Europa" hoorde en zo wist, dat hij in een ander vertrek moest zijn. De eerste spreker was geen vastgoedman: C. J. Schrama, IBM-er en op visiting basis associate professor bij het European Institute of Public Administration te Maastricht. Ook hij benadrukte, dat er geen kant en klaar recept is te geven of er door 1992 wat verandert en zo ja, wat. Informatietechnologie speelt echter zeker een rol. Stimuleert de Europese Commissie niet nu al met subsidies zulk onderzoek bin nen bedrijven? Normaliseren, een noodzaak!" Dat was het thema van de eerste Kadaster-directeur van Flevoland, ir. L. A. Koen. Zijn spreken was gebaseerd op zijn functies in (inter)nationale organisaties, spruitend uit zijn loopbaan bij de Hoofddirectie van het Kadaster (OEEPE en NNI). Normaliseren bleek al een heel lange geschiedenis te hebben. (..Karet de Grote normaliseerde het handschrift van zijn ambtenaren, terwijl hij zelf niet kon schrijven".) Ook binnen de vastgoedinformatie heeft normalisering historie. Napoleon, die aan de wieg stond van de grote fiscale vastgoedsystemen in Europa, bevorderde immers ook de normalisering van de lengte-eenheid. Nu is normalisatie vooral van belang voor de informatieverwerking. Nederland loopt aldus Koen bepaald niet achter bij de normalisatie op het gebied van de vastgoedinformatie. In Europees verband is er minder tot stand gekomen dan nationaal. De bestaande wetgeving is vaak een belemmering. „De sector vast goedinformatie is ook een relatief kleine sector, die op het gebied van de informatica sterk afhankelijk is van andere sectoren", aldus de spreker. Toch leek het hem zinvol om op een aantal sectoren van de vastgoedinformatie Europese normalisatie te stimuleren door onder andere „pre-normalisatië-onderzoek", dit vooral voor Euro pees opererende bedrijven in de landmeetkundig-kartografische sector. Als concrete terreinen werden genoemd: kwaliteitsaspecten, objectclassificatie, bestandsstructuren, vormgeving, adressen en geocoding. Dr. H. J. Scholten van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieuhygiëne inmiddels ook hoogleraar ruimtelijke informatica aan de VU was de volgende spreker. Hij gaf een overzicht van GIS/LIS-toepassingen. Vanwege het dagthema was aan zijn titel toe gevoegd ,,in Europa" en memoreerde hij Europese gebruikersbij eenkomsten van een bepaald pakket. Na de driedeling van ruim telijke informatiesystemen in automatische kaartvervaardiging (AM), LIS en GIS ging hij in op de ,,GIS-boom". GISsen staan nog in de kinderschoenen. Er zijn vriendelijker gebrui kersinterfaces nodig. Verschillende soorten gebruikers hebben recht op verschillende systemen. In Nederland ziet Scholten GISsen nog 32 nauwelijks of niet toegepast voor het plannen van voorzieningen als winkels en ziekenhuizen, maar bijvoorbeeld wel van routes. Hij memoreerde een Engels onderzoek, waarbij men achter nieuwe cau sale relaties kwam door elke kankerpatiënt van coördinaten te voor zien. Overigens is er op het terrein van de ruimtelijke statistiek nog veel te doen. Tot slot had de vlotte spreker een Engels citaat over onvrede met „GIS-antwoorden op ongestelde vragen". Na de lunch opende prof. dr. ir. M. J. M. Bogaerts met het noemen van enkele Europese samenwerkingsverbanden op het gebied van kennisoverdracht: UDMS, AM/FM, URSA-NET, de Europese facul teit inzake grondgebruik te Straatsburg en zelfs het Atlantic Institute. Dat laatste was zeer grensverleggend: het is een samenwerkingsver band tussen universiteiten in Europa en de VS, onder andere op het gebied van de vastgoedinformatie. De Griekse prof. N. D. Polydorides (Universiteit Patras) was de eni ge buitenlandse spreker op deze Euro-dag. Hij is ook projectmana ger/secretaris van URSA-NET, een drie jaar oud Europees netwerk voor studie in het computergebruik binnen ruimtelijke ordening (vol ledig: Urban and Regional Spatial Analysis Network for Education and Training). Het project ressorteert binnen het COMETT-programma van de Europese Commissie, dat samenwerken van universiteiten en insti tuten op het terrein van nieuwe technologie bevordert. Men verzorgt onder meer uitwisselingsprogramma's. Met Bogaerts werd snel een „Delft Seminar" over gegevensinwinning geregeld voor 4-9 april 1990, voorafgaand aan EGIS '90 in Amsterdam. (Maar daar leest men vast meer van.) De laatste spreker was J. H. Pongers, de in Bennekom wonende Associate Director van CMG London. Zijn missie in Engeland is de implementatie van het CLOVIS-concept. Onder de titelExperiences with a land information concept in the UK" werd een Nederlands talige lezing gehouden. Er zijn tussen de diverse EG-landen grote verschillen in overheidsorganisaties en -registraties. Daarmee heeft Pongers ook te maken bij pogingen om een toch Nederlands vast goedconcept te exporteren. Grote verschillen zijn er bijvoorbeeld in postcode- en kadastersystemen. Onder het exportprodukt moet men dan ook niet zozeer apparatuur en programmatuur verstaan, maar meer iets als het „maken van een introductieplan". Daar ziet de „consultant" een markt voor, want er is ook in Engeland vaak een machine neergezet zonder een gestructureerde aanpak. Wat deze CMG-er de normale brede aanpak" noemde, zou in Engeland minder werken en daarom beveelt hij daar eerst deel oplossingen aan. Over de Europese integratie was de vlot pratende Pongers relativerend: grenzen in wetgeving verdwijnen niet en stan daarden blijven wachten. Wel voorziet hij de komst van meer Ameri kaanse bedrijven naar de ene Europese markt. En het CLOVIS- concept zal ook in West-Duitsland worden beproefd. Het geheel overziend kun je je voorstellen, dat er achter de titel „Europa 1992... Ook voor vastgoedinformatie" een vraagteken had gestaan. In de inleiding pretendeerde de VVI zelf ook niet meer dan een aanzet tot een antwoord" te geven. Bedrijven krijgen met de gevolgen van 1992 te maken. Van uniforme ren van overheidsregistraties, beroepsuitoefening en dergelijke is echter (nog?) geen sprake. Tussen de Euro-dag op het NGL congres in oktober 1989 en de publikatie van de lezingen daarvan in NGT Geodesia van december 1989 was de VVI-dag een extra bewijs, dat het organiseren van praten over Europa „in" is. Ook voor vastgoed informatici. Adri den Boer Ir. B. J. Beers is per 15 november 1989 in dienst getreden bij T. J. Poelstra Data Management Consultant BV, Apeldoorn, als adviseur en consultant op het gebied van de vastgoedinformatievoorziening. Voorheen was ir. Beers werkzaam bij Tele Atlas International BV te 's-Hertogen- bosch. Prof. mr. P. de Haan, emeritus professor van de Technische Univer siteit Delft, Faculteit der Geodesie, heeft op 8 januari 1990 een ere doctoraat ontvangen aan de Universiteit van Amsterdam. NGT GEODESIA 90 - 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 34