Wetenschap
m
Fig. 7. Perceptuele eigenschappen
van grijswaarde: a) als grafische
variabele: b) als diepte-aanwijzing:
c) gecombineerd gebruik als grafi
sche variabele en diepte-aanwij
zing.
omdat er een sterke relatie bestaat tussen de grafische variabelen en
de psychologische diepte-aanwijzingen, zoals men in fig. 6 kan zien.
Beide worden gebruikt om de perceptuele kwaliteiten, de grafische
variabelen om ruimtelijke relaties weer te geven en de diepte
aanwijzingen om de indruk van de derde dimensie te wekken.
Hoe functioneert deze combinatie in een 3D-kaart? Ervan uitgaande
dat een combinatie inderdaad mogelijk is, vindt dan een versterking
of een neutralisatie van de informatie-overdracht plaats? Een voor
beeld illustreert dit.
In de kartografie wordt de grafische variabele „grijswaarde" gebruikt
om de gegevens met de waarnemingseigenschappen binding en
orde weer te geven. De beste toepassing van grijswaarde in de karto
grafie is de choropleeth. In deze kaart wordt de intensiteit van het
voorkomen van een verschijnsel weergegeven door verschillen in
grijswaarde (fig. 7a).
Variaties in grijswaarde worden ook gebruikt in 3D-afbeeldingen om
een diepte-effect te creëren. De terminologie is echter verschillend
(fig. 7b). Grijswaarde wordt hier schaduwering genoemd, daar het
effect wordt verkregen door het gebruik van een denkbeeldige
lichtbron die een object belicht, wat resulteert in schaduw en slag
schaduw.
Vragen die nu opkomen, zijn: „wat is het effect van een gecombi
neerd gebruik van de grafische variabele grijswaarde en de diepte
aanwijzing schaduwering?", „wat is het effect van het gebruik van
een hulpmiddel als een stereoscoop op de kaartleesresultaten in een
dergelijke kaart?" en „wordt de kaartlezer afgeleid van de choro
pleeth gegevens door de schaduwering van het ruimtelijke model?".
Fig. 7c laat dit gecombineerde gebruik zien. Voor een verdere dis
cussie van deze problematiek zie [1
Vervolgens zijn diverse ruimtelijke modellen geproduceerd om op
vragen als hierboven en die opgesteld voor de andere grafische
variabelen antwoord te krijgen. De antwoorden op de vragen moeten
leiden tot conclusies omtrent het al dan niet in combinatie gebruiken
van bepaalde grafische variabelen en psychologische diepte
aanwijzingen.
6. Literatuur
1. Bertin, J., Semiology of graphics. Madison: The University of
Wisconcin Press. 1983. Original french edition „Sémiologie
graphique" published in 1967 by Mouton in Paris.
2. Dent, B. D„ Principles of thematic map design. Reading Mass.:
Addison-Wesley. 1985.
3. Foley, J. D. en A. Van Dam, Fundamentals of interactive compu
ter graphics. Reading: Addison-Wesley. 1984.
4. Gibson, J. J., The ecological approach to visual perception.
Boston: Houghton Mifflin. 1979.
5. Hodges, L. P., D. F. McAllister en W. E. Robbins, True three
dimensional display technology and techniques for computer
generated images. San Francisco: SIGGRAPH-coursenotes no.
13. 1985.
6. Hsu, M. L„ The cartographer's conceptual process and thema
tic symbolization. American Cartographer 6, no. 2, p. 117-127.
1979.
7. Marr, D„ Vision. San Francisco: W. H. Freeman. 1982.
8. Kraak, M. J„ Computer-assisted cartographical three-dimensio
nal imaging techniques. Delft: Delft University Press. 1988.
9. Newman, W. M. en R. F. Sproull, Principles of interactive com
puter graphics. New York: McGrawHill Inc. 1981.
10. Okoshi, T„ Three-dimensional imaging techniques. New York:
Academic Press. 1976.
11. Overbeeke, C. J. en M. H. Stratmann, Space through move
ment. Delft: Faculty of Industrial Design. 1988.
12. Robinson, A. H. en B. B. Petchenik, The nature of maps. Chica
go: University of Chicago Press. 1976.
13. Rock, l„ Perception. New York: W. H. Freeman. 1984.
14. Taylor, D. R. F„ The educational challenges of a new carto
graphy. In: Education and training in contemporary carto
graphy, edited by D. R. F. Taylor. Chichester: J. Wiley Son,
p. 3-25. 1985.
Het begin van de jaren negentig was voor de weten
schapsbijlage van het deftige NRC Handelsblad de
aanleiding tot een omkaderde kolom „10 jaar onder
zoek" (9-1-1990). Piksels collega Frans W. Saris zette
er niet alleen zijn naam bij, maar ook nog zijn foto.
Voor deze kolom ging Piksel op haar beurt op zoek
naar de geodetische onderzoeksresultaten in Saris'
waslijst. Onder de subkop „Wat wij 10 jaar geleden
nog niet wisten" staat op één rij vermeld met „hoe
kanker ontstaat" en „wat de zin is van het leven" heel
rustig ,,wat zwaartekracht is". Maar dat is nog niet
alles. Iets inzake ons vakgebied komt namelijk ook
voor onder de subkop „Waarvan 10 jaar geleden nog
geen sprake was". Daaronder staat dan te midden
van andere nieuwigheden Normaal Amsterdams
Peil".
Er valt nog veel aan PR te doen voor filmmaker Louis
van Gasteren, TBS Soest (schenker van replica's van
NAP-palen) en voor de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat als beheerder van dat oude referentie-
vlak. Of zou men het daar soms leuk vinden om
modern te lijken?
Piksel
74 NGT GEODESIA 90 - 2