Een gemeentelijke visie
op het toepassen
van vastgoedinformatie*]
door ing. J. Klerks, hoofd Bureau Vastgoed van het Grondbedrijf in de gemeente Breda.
SUMMARY
A municipal view on land information applications
In this article a specific view is given on the use and management of „vastgoed" in a municipal information
system. Special reference is made to topics of management, classification of elements, basic registration
and the relationship between the different types of basic registration.
Inleiding
Er is de laatste tijd zoveel geschreven en gezegd over de vastgoed
registratie en -informatie, vaak vanuit een centraal orgaan en vanuit
een theoretische benadering, dat het tijd wordt eens te kijken hoe
deze theorieën en opvattingen binnen een gemeente in de praktijk
gebracht kunnen worden. De hier gepresenteerde visie zal hier en
daar afwijken van de gangbare visie en van de lijn, zoals die door de
VNG is uitgezet. Getracht zal worden de grote lijnen inzichtelijk te
maken.
Hoofdlijnen informatiebehoefte
Er zijn voor een gemeente vier aandachtsvelden te onderscheiden,
waarbinnen alle beleids- en bestuurlijke beslissingen worden geno
men, te weten: personen, vastgoed, maatschappelijke objecten en
middelen. De betekenis van de eerste twee begrippen wordt bekend
verondersteld. Voor maatschappelijke objecten geldt: deze objecten
geven een beschrijving van alles wat met bedrijvigheid, handel en
nijverheid te maken heeft. De inhoud van het begrip middelen zal
hierna duidelijk worden.
Als we ieder aandachtsveld nader bekijken op gegevens die voor de
vastgoedinformatie interessant zijn, ontstaat het schema van fig. 1.
personen
vastgoed
maatschappe
lijke objecten
middelen
natuurlijke
personen
identificatie
van:
grond/water
gebouwen
activiteiten
en
bedrijvigheid
financiën
woon
adressen
publiek- en
privaatrecht
registraties
vestigings
adressen
personeel
natuurlijke en
niet-natuurlijke
personen
zetels
natuurlijke en
niet-natuurlijke
personen
materieel en
hulpmiddelen
Fig. 1. Aandachtsvelden en gegevensgroepen.
Personen
In de gemeentelijke bevolkingsadministratie zijn gegevens opgeno
men over alle natuurlijke personen die binnen het grondgebied van
de gemeente wonen. Aan deze personen wordt een woonadres toe
gevoegd, waardoor ze locatiegebonden zijn.
Vastgoed
leder bebouwd of onbebouwd gedeelte van het aardoppervlak dat
door een verdeling ontstaat, krijgt een aanduiding mee: een gemeen
tenaam, een wijk- of buurtaanduiding, een straat en huisnummer, de
Lezing gehouden op 13 oktober 1989 te Utrecht tijdens het 15e
NGL congres.
64
kadastrale perceelsaanduiding of een willekeurig getal. We kunnen
dus stellen dat alle stukken grond/water en alle gebouwen zijn
voorzien van een identificatie (een adressering in de meest ruime
betekenis van dit begrip). Ten aanzien van deze bebouwde en
onbebouwde objecten heeft de overheid vele maatregelen uitgevaar
digd over onder andere de bestemming, het gebruik en de inrichting
van het onroerend goed. Daarnaast oefenen private personen zowel
zakelijke als persoonlijke rechten uit op de grond. De gemeenten
kunnen op hun beurt deze private rechten beperken.
Maatschappelijke objecten
De rijksoverheid heeft de Kamers van Koophandel en Fabrieken
onder andere belast met de registratie van de maatschappelijke ob
jecten in een handels- en vestigingenregister en in het verenigingen
en stichtingenregister. Iedere bedrijvigheid kent een vestigingsadres
en heeft een relatie met een eenheid van beheer, dat wil zeggen met
een eigenaar, beheerder en/of gebruiker.
Middelen
De middelen geven de mogelijkheden aan voor het gemeente
bestuur om bepaalde zaken te realiseren. Bij de financiële middelen
zijn aspecten aan te wijzen, die een nauwe relatie hebben met het
vastgoed, zoals:
uitkeringen uit het gemeentefonds, die onder meer het aantal
wooneenheden binnen de gemeente als basis hebben;
objectgebonden heffingen, zoals de onroerend-goedbelastingen,
die gebruik maken van vastgoedgegevens;
stortingen in of uitkeringen uit het stadsvernieuwingsfonds;
retributies.
Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd, dat een gegevens-
groep uit één van de aandachtsvelden één of meer relaties heeft met
gegevensgroepen uit één of meer van de andere aandachtsvelden.
Dit leidt tot de stelling:
Stelling 1
Er bestaan zoveel relaties tussen de vier aandachtsvelden
personen, vastgoed, maatschappelijke objecten en middelen,
dat het niet mogelijk is deze aandachtsvelden los van elkaar In
GFO's te beschrijven.
Fig. 2.
Hiermee is niet gezegd dat het beschrijven van informatiesystemen
in GFO's (Gemeentelijk Functioneel Ontwerp) een zinloze activiteit
is. Integendeel zelfs. Het nut van het beschrijven van GFO's ligt in
het feit, dat op een organisatie-onafhankelijke wijze een basis
gegevensmodel voor de informatievoorziening wordt opgezet. Bo
vendien worden tijdens het ontwikkelingsproces de problemen aan
gescherpt, worden hoofd- en bijzaken (entiteiten en attributen) van
elkaar gescheiden en ontstaan er goede begripsomschrijvingen.
Hier zit een bottle-neck; voor verschillende toepassingen kunnen
aan één begrip meerdere specifieke, functioneel gerichte betekenis
sen worden toegekend. Een voorbeeld hiervan is het begrip waarde,
dat wordt gebruikt in transactiewaarde, economische waarde, huur
waarde, verzekerde waarde, fiscale waarde, enzovoort. Dit werkt
heel verwarrend. De RAVI heeft dan ook ten aanzien van het begrip
waarde een rapport uitgebracht, getiteld ,,De wet WOG, op weg naar
één waardebepaling onroerend goed".
NGT GEODESIA 90 - 2