gegevens. In feite een top-down benadering, waarbij organisatie- onafhankelijke gegevensverzamelingen worden aangelegd. Is op deze manier structuur aangebracht in de informatievoorzie ning, dan dient men zo snel mogelijk over te schakelen naar een bottum-up situatie, dat wil zeggen de gebruikers inspraak geven over de samenstelling van de gegevens in de basisregistratie. Hierbij moet worden onderzocht waarvoor het gegeven nodig is, hoeveel inspanning (en dus financiën) het kost om het gegeven te verzame len en actueel te houden en hoe het is gesteld met het meervoudig gebruik binnen het gemeentelijke apparaat. Er is dus onderscheid tussen basisregistraties waarin gegevens worden opgeslagen en beheerd, en de processen waarbij gegevens uit een of meer basisregistraties worden gebruikt of gecombineerd met andere gegevens en bewerkt tot informatie. De bestanden die hierbij worden gevormd, zijn over het algemeen van tijdelijke aard. Er zijn echter ook procesbestanden die een lang leven beschoren zijn, zoals een bestand rationeel wegbeheer, groenbeheer, gege vens met betrekking tot het onderhoud van gebouwen, een OGB (Onroerend Goed Belasting)-bestand en dergelijke. Deze bestanden dienen echter allemaal voor het uitvoeren van taken en bevatten een beperkt aantal basisgegevens die worden aangevuld met eigen procesmatige gegevens. De keuze om gegevensgerichte verzamelingen aan te leggen en geen procesgerichte verzamelingen, berust op het feit, dat een gegevensstructuur meer stabiel is dan een processtructuur. Proces sen zijn afhankelijk van voorschriften en zij veranderen veelal bij wijzigingen in de organisatie. De gegevens die voor deze processen nodig zijn, blijven vrijwel hetzelfde. Hooguit worden in de loop der tijd nieuwe gegevens toegevoegd of worden sommige geregistreerde gegevens niet meer gebruikt. leder vastgoedobject heeft een administratieve en een geometrische component. De eerste geeft een beschrijving van de kenmerken en bepalingen, de tweede toont de ligging, vorm en grootte van het object in het platte vlak. Ontdaan van alle toeters en bellen zijn de reële vastgoedobjecten te verdelen in bebouwde en onbebouwde terreinen; op bebouwde terreinen staan gebouwen, kunstwerken en technische installaties en gebouwen worden onderverdeeld in woon verblijven en niet-woonverblijven. De onbebouwde terreinen zijn te verdelen in bedrijfsmatig te exploi teren onbebouwde terreinen (hiertoe behoort ook de „openbare ruimte" die in beheer is bij de gemeente, dus wegen, waterlopen en openbaar groen), natuurterreinen, water, standplaatsen voor woon wagens en ligplaatsen voor woonschepen. De hier genoemde inde ling leidt tot het schema van fig. 5. In dit schema kunnen de volgende basisregistraties worden onder scheiden: basisregistratie gemeentekadaster, die is sa mengesteld uit de registraties AKR en terrei nen; basisregistratie gebouwen, die de totaliteit van woonverblijven en niet-woonverblijven omvat; basisregistratie topografie, die de geometrie weergeeft van de gegevens uit de derde kolom en ze zichtbaar maakt op een gemeentelijke grootschalige basiskaart. Op dit punt sporen de gedachten van de VNG niet meer met de hiervoor afgeleide relaties. Volgens de opvatting van de VNG wordt het vastgoedconcept gevormd door onder meer één basisregistratie vast goed die wordt beschreven in een aantal deel- GFO's. Het is een utopie om te geloven dat alles wat met het begrip vastgoed te maken heeft, in één basisregistratie kan worden gevat, zelfs wanneer daarvoor ten behoeve van de ontwikkeling deel- GFO's worden gebruikt. Het vastgoedconcept dient uit een aantal basisregistraties te bestaan, die een primaire algemene, openbare informatiebron zijn en waar vanuit kan worden voldaan aan de interne en externe informatiebehoeften. In feite gaat het over grond, gebouwen, de visuele presentatie van grond en gebouwen en over de onderlinge rang schikking van en de relatie tussen deze vastgoed objecten. kadastraal perceel. Een kadastraal perceel kan worden omschreven als de geometrie van een zakelijk recht, dat wil zeggen de plaats, vorm en grootte. De indeling in terreinen geeft de beheers- en inrichtingssituatie weer van het totale gemeentelijke grondgebied. Definitie Een gebouw is een bouwwerk of een deei van een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte en geheel of ge deeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt, dat bestemd en/of ingericht is voor permanent menselijk verblijf, arbeid, handel of verkeer en dat aard- en nagelvast met de grond is verbonden. Fig. 6. Definitie gebouw. Het Kadaster registreert de zakenrechtelijke rechtstoestand met be trekking tot het onroerend goed, en de gemeente de publiekrechte lijke rechtstoestand. Beide registraties zijn dus complementair aan elkaar. De terreinen worden opgedeeld tot op een niveau dat voor het ge meentelijke gebruik is gewenst: voor de belastingheffing, voor het toekennen van bestemmingen, voor het aangaan van overeen komsten en voor het uitvoeren van gemeentelijke beheerstaken. De woondoeleinden doeleinden van handel en bedrijf agrarische doeleinden recreatieve doeleinden verkeersdoeleinden doeleinden van landschapsbeheer en natuurbescherming andere doeleinden van openbaar nut Fig. 7. Indeling vastgoed volgens de Wet op de Ruimtelijke Ordening. i— woonverblijf - bebouwd- terrein Basisregistraties Laten we nu de genoemde drie basisregistraties eens nader bekijken. De basisregistratie gemeentekadaster is de optel som van de gegevensverzameling AKR van het Kadaster (de geautomatiseerde kadastrale registra tie) en de basisregistratie terreinen van de gemeen te. Het begrip terrein verschilt van het begrip -gebouw I— niet-woonverblijf- -woning -wooneenheid •—bewoonde andere ruimten (BAR) r—gebouw t.b.v. handel en bedrijf gebouw t.b.v. agrarische doeleinden -gebouw t.b.v. recreatieve doeleinden —gebouw t.b.v. verkeersdoeleinden -gebouw t.b.v. landschapsbeheer en natuurbescherming gebouw t.b.v. andere doeleinden van openbaar nut -verkeersdoeleinden kunstwerk- r-bruggen —viaducten tunnels -sluizen -stuwen -duikers Uwaterhuishouding andere doeleinden -sluizen van openbaar nut •—technische installatie Idelfstoffenwinning telecommunicatie Udoeleinden van handel energietransport en bedrijf •—waterhuishouding andere doeleinden van (incl. zuivering) openbaar nut Fig. 8. Projectie van de indeling uit fig. 5 op de indeling in hoofdklassen van fig. 7. 66 NGT GEODESIA 90 - 2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1990 | | pagina 6