Het meetsysteem van Almere
door ir. B. Miels, hoofd Bureau Systeembeheer en Ontwikkelingen bij de gemeente
Aimere.
SUMMARY
The surveying system in the municipality Almere
Briefly the data capturing model is described which is applied in the municipality Almere for topographic
applications.
Het meetsysteem Almere werd bij de afdeling Vastgoed
informatie van de gemeente Almere ontwikkeld ten be
hoeve van de opbouw van de digitale topografische
bestanden. Inhoudelijk vertegenwoordigen deze bestan
den de grootschalige topografische basiskaart van de ge
meente.
In de bestanden zijn de topografische objecten ruimtelijk
beschreven.
Hoe is een topografisch object gedefinieerd?
Een topografisch object is een verzameling van punten
die voor één kenmerk dezelfde waarde hebben. De een
heden zijn in de bestanden beschreven door middel van
de volgende geometrische objecten: punt, poiylijn en vlak
(veelhoek).
Een punt vertegenwoordigt de objecten, die kartogra-
fisch gezien als nul-dimensionaal kunnen worden ge
zien (boom, paal).
Een potytijn (een keten van lijnen) beeldt de ééndimensio
nale objecten uit, zoals leidingen, rasters enz.
Een vlak wordt als gesloten keten van lijnen weergegeven
ten behoeve van de afbeelding van de tweedimensionale
objecten.
Een- en tweedimensionale objecten zijn dus een samen
stelling van basiselementen/lijnen.
De positie van de geometrische objecten is beschreven in
de tweedimensionale ruimte in het orthogonale stelsel.
Een z-coördinaat kan als een kenmerk worden toege
voegd. Dit kenmerk is een functie van de x- en y-coör-
dinaat.
De ordeningsmethode die voor de bestanden werd toege
past, is een kenpuntenbestand. Bij deze methode wordt
de topografische eenheid vertegenwoordigd door een
uniek referentiepunt, het kenpunt.
De relatie tussen het kenpunt en de lijnen bepaalt de
vorm van de topografische eenheden (of een kartografi-
sche weergave daarvan). Een uitzondering hierop vor
men de puntobjecten; zij zijn primair.
In de praktijk bestaat er geen behoefte aan een polypunt-
object en daarom is er ook geen polypunt als topografi
sche eenheid gedefinieerd.
Het kenpuntenbestand kan als een combinatie van het
centroïdebestand en Polyvrt-bestand worden gezien. De
kenpunten krijgen per geografisch gebied (in ons geval
het gebied van de gemeente Almere) een uniek nummer
toegewezen. Binnen de topografische bestanden wordt
aan een kenpunt alleen het kenmerk oppervlakte of leng
te toegevoegd. De hoedanigheid van het kenmerk, die
het object definieert, is in het grafische formaat van het
bestand aan de elementen toegekend. Alle andere admi
nistratieve gegevens worden in niet-grafische bestanden
beheerd en via het kenpuntnummer aan het grafische
bestand gekoppeld.
Hoe worden nu topografische bestanden gecreëerd?
Deze activiteit wordt verricht door een geautomatiseerd
proces. Het proces bestaat uit twee gedeelten:
1. Meetsysteem. Via dit systeem worden de meetgege
vens ingewonnen en verwerkt tot invoergegevens.
2. Verwerkingssysteem. Hier worden de invoergegevens
verwerkt tot topografische bestanden.
Bij het ontwikkelen van het meetsysteem is uitgegaan van
de volgende eisen:
de gegevens dienen zodanig te worden opgenomen
dat zij voor geautomatiseerde verwerking „vatbaar"
zijn;
alle gegevens (grondslagmeting, detailmeting, topo
grafie) worden in een bestand opgenomen;
streven naar efficiëntie bij de veldwerkzaamheden.
(2)
(3)
18
(4)
(7)
(6)
<51
19
(1)
17
(1)
opname van het punt
(8)
17
nummer van het opgenomen punt
1e code
2e code
opname-
betekenis
blok
blok
gegevens
(1)
P
17
ja
opnamepunt 17
(2)
L HK
ja
lijn vanaf (1)
punt 17)
(3)
L HK
18
ja
opnamepunt 18,
lijn vanaf (2)
(4)
L
ja
lijn vanaf (3)
(5)
L
19
ja
opnamepunt 19,
lijn vanaf (4)
(6)
L
ja
lijn vanaf (5)
L
- 1.18
nee
lijn vanaf punt
18
naar (6)
(7)
L
ja
lijn vanaf (6)
L
- 1.17
nee
lijn vanaf punt
17
naar (7)
(8)
L
0.19
ja
lijn vanaf punt
19
L
- 1.17
nee
lijn vanaf punt
17
naar (8)
Verklaring
1e codeblok
P
punt
L
lijn (C
curve, R
cirkelboog)
HK
hek
2e codeblok:
Alleen de knooppunten worden genummerd, tussenpunten krij
gen automatisch een 0 toegekend.
-1
speciale instructie t.b.v. afsluiting van de vlakken.
verwijzing naar eerder opgenomen punt.
NGT GEODESIA 90 - 3
119