Het WDGM-model:
een korte notatiewijze voor geografische
informatieverwerkingsprocessen
1. Inleiding
De meetgegevens worden terrestrisch opgenomen en in
programmeerbare veldgeheugens geregistreerd. Grond-
slag- en detailmeting worden per standplaats integraal
opgenomen. Daarna kunnen de uitkomsten van de
grondslagmeting via een vereffeningsprogramma worden
vereffend. Tijdens de detailmeting worden de topografi
sche elementen opgenomen en gecodeerd. Voor de ob
jectclassificatie is het BOCO-classificatiestelsel gebruikt.
De codering is alfanumeriek en zodanig gekozen, dat de
afkortingen herkenbaar de classificatie weergeven. Aan
een element kunnen meerdere classificatiecodes worden
toegekend.
Om een „topografisch schoon" meetbestand te kunnen
leveren, worden aan dit bestand de volgende restricties
gesteld:
lijnen mogen elkaar niet snijden;
een punt mag slechts eenmaal worden opgenomen;
vlakken moeten gesloten zijn.
Door een speciale codering kunnen de gevolgen van de
laatste twee restricties worden opgelost.
Alle gegevens van een punt en/of de codering van een lijn
worden in één opnameregel genoteerd. De regel is daar
voor in vier codeblokken verdeeld. In voorgaande figuur
is hiervan een voorbeeld weergegeven.
De metingen worden tachymetrisch verricht. Excentri
sche opnamen van punten en bijmetingen door middel
van een meetlijn blijven mogelijk. Daarvoor zijn de blok
ken 3 en 4 bestemd.
Voor de vlakobjecten wordt het kenpunt (een willekeurig
punt binnen het vlak) opgenomen en tevens wordt de ver
wijzing naar een punt van de tot het vlak behorende grens
(begin- of eindpunt van een lijn) geregistreerd. De hoeda
nigheid van het vlak wordt aan het kenpunt gerelateerd.
Daarmee vervalt de gebruikelijke links-rechtscodering
van de lijnen.
door ir. R. van der Schans, Centrum voor Geografische Informatieverwerking, Vakgroep
Landmeetkunde en Teledetectie, Landbouwuniversiteit Wageningen.
SUMMARY
The WDGM model:
a short notation method for geographical information handling processes
For classifying information handling processes in geography and physical planning, in engineering and
visual arts, four systems are defined: W: the world, D: digital models, G: graphical representations and M:
mental representations. Within and between these basic systems sixteen basic processes can be defined,
from WW, WD, WG, to MG, MM, It is possible to combine basic processes to more complex ones, e.g.
the process of interactive editing of a geographical database can tie considered as a DGMD process.
Het verwerkingsproces van geografische informatie ver
loopt steeds vaker via digitale bestanden. Vroeger wer
den menselijk waarnemingen vrijwel direct omgezet in
kaarten. De op kaarten ontwikkelde plannen werden later
gebruikt als aanwijzingen voor menselijke ingrepen in de
wereld. Tegenwoordig construeren we uit waarnemingen
en denkbeelden eerst digitale bestanden, die we dan
later gebruiken voor het sturen van de tekenpen of van de
machine die de wereld verandert. Deze laatste werkwijze
is geschetst in [1] en de voorgaande ontwikkelingsfasen
in [2],
Tussen verwerkingsprocessen waarin digitale bestanden
een rol spelen en die waarin alleen kaarten en tekeningen
of zelfs alleen maar mentale voorstellingen worden toege
past, zijn vele mengvormen mogelijk. Dit is niet alleen het
geval bij de geografische gegevensverwerking, waarin de
lezers van dit tijdschrift zijn gespecialiseerd, maar ook bij
het technisch en architectonisch ontwerpen, bij de ruim
telijke planning en in de beeldende kunst. In het kader
van een bij het Centrum voor Geografische Informatiever
werking (CGI) van de Landbouwuniversiteit lopend onder
zoek naar de kartografische mens-machine-interface in
het ruimtelijk analyse- en ontwerpproces leek het mij
zinnig om een soort model te ontwikkelen, waarmee ver
schillende verwerkingsprocessen zouden kunnen worden
geclassificeerd. Dit model was in eerste instantie bedoeld
voor het ordenen van literatuur over tekeninggebruik in
de geografie, het technisch ontwerp en de kunst, maar
het lijkt ook ruimer toepasbaar, bijvoorbeeld als raam
werk voor onderwijs in geografische informatiesystemen
en om richting te geven aan verder onderzoek. Het zit in
elk geval uiterst simpel in elkaar.
2. Transformatie van een schema
In [1] is een schema beschreven voor geografische gege
vensverwerkingsprocessen die deels via de computer
verlopen (zie ook fig. 1). In het schema ontbreken oudere
maar nog steeds actuele processen, zoals het direct
waarnemen van de aarde en het veranderen ervan door
de mens, en het vervaardigen van kaarten en ontwerp
tekeningen langs manuale weg. Ook ontbreken „meta-
processen", bijvoorbeeld het maken van gegevensstruc
turen en het ontwikkelen van algoritmen voor het uit
voeren van bewerkingen; twee activiteiten die (nog) aan
mensen zijn voorbehouden. Ik kom daar later op terug.
Het schema is symmetrisch, waarmee is aangegeven dat
de algoritmische en interactieve bewerking van ruimte
lijke gegevens in GIS-gegevensbanken zeer sterk ver-
120
NGT GEODESIA 90 - 3