JT
Beschrijving van de reflector van Douglas
dus alleen gebruikt bij plaatsbepaling van in hoogte inge
meten punten. Later is dit gebruik dus kennelijk veel
intensiever geworden!
Dat bij historisch onderzoek van oude instrumenten het
toeval een belangrijke rol speelt, toont het volgende:
In het archief van de Rijkscommissie voor Geodesie werd
bij toeval een oud boek ontdekt met doorslagen van oude
brieven. Hierbij was een brief, gedateerd 23 december
1913, van professor H. J. Heuvelink, hoogleraar aan de
TH, aan de firma P. J. Kipp en Zonen te Delft. In deze
brief bedankt hij de firma Kipp voor twee toegezonden
oude instrumenten. Eén daarvan blijkt het instrumentje
van Laporte te zijn, want we lezen onder meer:
,,Het instrumentje van Laporte is een 'reflector van
Douglas', enigermate anders uitgevoerd dan volgens de
beschrijving in 'Van Kerkwijk's Geodesie'. Er ontbreken
een paar schroefjes en een viziertje; ik vertrouw echter,
dat ik het in den oorspronkelijken vorm kan terug
brengen".
Niet alleen was nu bekend hoe het sextantje van Laporte
in de collectie van Geodesie terecht was gekomen, maar
bovendien zou het boek van Van Kerkwijk verdere ge
gevens kunnen verschaffen.
Inderdaad wordt in het genoemde boek de reflector van
Douglas genoemd en beschreven en tevens op halve
grootte afgebeeld (fig. 2) [4, fig. 48],
We zullen hier nader ingaan op de constructie en werking
van deze reflector om daarmede aan te geven wat de
Fig. 2. De reflector van Douglas. Uit: G. A. van Kerkwijk-Geodesie.
overeenkomsten, maar vooral ook wat de verschillen zijn
met de sextant-transporteur.
Bij de reflector wordt evenals bij de sextant gebruik ge
maakt van het principe van de dubbele spiegeling. De
opstelling van de spiegels wijkt echter sterk af en dit
resulteert in een andere handelwijze bij het meten.
EFG is een verdeelde halve cirkel met middelpunt in M.
MD is een beweegbare lineaal die met plaat H is ver
bonden; gezamenlijk draaien ze om het punt M. Op plaat
H is bij p een nonius aangebracht, waarmee tot op twee
minuten nauwkeurig kan worden afgelezen. A is een half-
verfoeliede spiegel, die staat op een beweegbare lineaal
AO; deze draait bij A om de as van de spiegel. Bij O be
vindt zich een vizierplaatje ab, voorzien van een klein
gaatje. In de lineaal is een gleuf cd en bij C een knopje
dat past in de sleuf en bevestigd is op de plaat H. De be
weging van AO (om A) heeft dus een beweging van H (om
M) tot gevolg. Op de plaat H staat een tweede spiegel B;
deze kan dus met plaat H om het middelpunt M draaien.
Zoals bekend mag worden verondersteld, heeft de sex
tant (en ook de sextant-transporteur) een vaste kleine of
kimspiegel en een grote draaibare spiegel [5], De reflec
tor van Douglas heeft echter twee beweegbare spiegels,
namelijk een kleine, draaibare spiegel A en een grote, in
een cirkelboog om M beweegbare spiegel B.
Bij het meten wordt vanuit het viziergaatje bij O door het
onverfoeliede deel van spiegel A gericht op een punt P en
via de spiegelende vlakken van A en B op het punt Q. De
grootte van de hoek tussen P en Q wordt daarna met de
nonius afgelezen op de verdeelde cirkelrand. Voor de be
wijsvoering van de juistheid wordt verwezen naar het
boek van Van Kerkwijk.
De hier beschreven reflector is in het begin van de 19e
eeuw uitgevonden door de Brit Sir Howard Douglas en in
1811 gepatenteerd. De Engelse benaming van het in
strument is reflecting-protractor [6]. Bij de Engelse uit
voering is op het brede platte gedeelte bij I een transver-
saalschaal voor 1760 yards 1 mijl) aangebracht. Van
Kerkwijk maakt echter geen vermelding van de aanwezig
heid van een schaal op het instrument.
Zoals uit de beschrijving blijkt, wordt bij het meten eerst
via de lineaal OA gericht op het eerste punt en daarna via
de twee spiegels op het tweede. Dit betekent, dat tijdens
het meten het gehele instrument ten opzichte van OA
moet worden bewogen. Dat maakt het instrument on
handig in gebruik, want hoe houdt men de lineaal OA
goed vast en goed gericht? Hiermee vergeleken is het
werken met de sextant-transporteur veel eenvoudiger.
Alhoewel beide instrumenten gebruik maken van het prin
cipe van de dubbele spiegeling en in beide gevallen
onmiddellijk na het meten de hoek kan worden getekend,
blijken de opbouw en de constructie sterk te verschillen.
Ik ben het dan ook niet eens met Heuvelink, die stelt dat
het instrument van Laporte een „eenigermate anders uit
gevoerde" reflector van Douglas is. Gezien de grote ver
schillen kan hier zeker worden gesproken van een eigen
Nederlandse vinding. Hier is hoogstens sprake van een
gelijke achtergrondgedachte, namelijk meten en direct
tekenen. Helaas is (nog) niet bekend wie de ontwerper is
geweest. Is het Laporte zelf geweest of heeft deze het op
aanwijzing van iemand anders gemaakt?
Zullen we hier ooit het antwoord op vinden?
Uit het bovenstaande blijkt weer eens duidelijk hoe ge
makkelijk kennis omtrent oude instrumenten verloren kan
gaan. Vooral bij kleine en/of minder gebruikte instrumen
ten blijkt dat voor te komen. Doordat de instrumenten in
onbruik raken en de mensen die ermee hebben gewerkt,
NGT GEODESIA 90 - 4
163