Fotogrammetrische bijhouding
Met behulp van Intermap Analytic, een fotogrammetrisch werk
station van Intergraph, is het mogelijk een bestaand digitaal
topografisch bestand met een actueel stereomodel te combine
ren en gelijktijdig zichtbaar te maken. Hierbij wordt de stralen
bundel die nodig is om het digitale bestand op een scherm te
presenteren, zodanig gemanipuleerd, dat een afbeelding op
het scherm en in het oculair van het uitwerkingsinstrument
ontstaat.
Fotogrammetrische bijhouding vindt plaats met behulp van:
digitaliseren ontschrankte luchtfoto's;
digitaliseren orthofoto's;
digitale uitwerking stereomodel;
superimpositie van stereomodel en direct digitaliseren van
mutaties.
Doordat het stereomodel nu absoluut kan worden georiënteerd
op de onderliggende topografie, worden paspuntbepaling en
blokvereffening overbodig. Uiteraard blijft de kwaliteit afhanke
lijk van de precisie, betrouwbaarheid en idealisatie van de
gekozen terreinpunten.
Doordat het grafische werkstation is geïntegreerd met het uit
werkingsinstrument, kunnen de bestaande grafische en the
matische gegevens van bestaande objecten direct worden ge
muteerd en nieuwe objecten toegevoegd. Het werkstation
maakt daarbij gebruik van twee gescheiden gegevensbanken,
waarbij de objectrelatie wordt gerealiseerd door middel van
een logisch koppelingsmechanisme. Toepassing van de the
matische gegevensbank heeft het voordeel, dat entiteiten en
attributen kunnen worden gespecificeerd door de opdracht
gever. De grafische gegevens worden vastgelegd in een
vectorstructuur, waarbij met name aandacht wordt geschonken
aan afbeeldingsafhankelljke parameters. In tegenstelling tot de
thematische gegevensbank kan de vectorstructuur niet worden
aangepast door de gebruiker.
Naast ergonomische en financiële voordelen biedt dit systeem
ook mogelijkheden in visuele zin. Door superimpositie van het
stereomodel en het vectorbeeld kunnen problemen als gevolg
van gegevensdefinitie en interpretatie sterk worden geredu
ceerd.
Wellicht vormt deze ontwikkeling de eerste stap naar een volle
dig rastergeoriënteerde verwerkingsomgeving.
infraroodfotografie, dat ook de natuur gaat meeprofiteren
van de luchtfoto. Planten reflecteren infraroodstraling
veel sterker dan straling in zichtbaar licht. Bovendien
reflecteren zieke planten minder dan gezonde, zodat de
foto niet alleen duidelijk weergeeft waar bomen staan en
welke dat zijn, maar ook verklapt welke bomen gezond
zijn en welke ziek.
De registratie van dat alles geschiedt in een boom
kadaster, een gegevensbank waartoe steeds meer ge
meenten overgaan. Pauline legt uit hoe dat werkt.
De opname geschiedt hartje zomer, de bomen staan dan
in volle tooi en er is nog geen herfstverkleuring. Er wordt
een infrarood kleurenfotovlucht uitgevoerd met een over
lap van 60%; elke boom kan dan driedimensionaal wor
den bestudeerd.
In het terrein wordt door een team van ecologen en boom
deskundigen een interpretatiesleutel opgesteld, dat wil
zeggen van een aantal plaatsen wordt precies genoteerd
welke soort bomen er staan, hoe de standplaats eruit ziet
en hoe vitaal de bomen zijn. Op de foto herkent men de
verschillende kroonstructuren, en uit het veldwerk hun
conditie. Soortenkennis is nodig, omdat bijvoorbeeld een
gezonde wilg een lichtroze beeld geeft op de foto en een
zieke eik ook. Zonder interpretatiesleutel zou men dus
kunnen concluderen: hier staan zieke bomen. Per foto-
vlucht wordt daarom een interpretatiesleutel gemaakt.
De uitwerking gebeurt op speciale apparaten, namelijk
Wild Aviopret APT 1. We mogen ook dit even zelf uit
proberen. We leggen twee stereofoto's onder het toestel
en maken het beeld zo goed mogelijk stereoscopisch. Dat
214
gaat tamelijk vlot. Dan bekijken we enkele boomstructu
ren, maar ondanks het feit dat het beeld vijftien maal kan
worden vergroot, lukt het me niet een zieke boom te
vinden. Volgens mij waren er geen, maar volgens Pauline
is het specialistenwerk.
Op het beeldscherm zien we dat er al een groot stuk van
de foto is verwerkt: de standplaats van de boom, de
boomsoort en de vitaliteit (vitaal, minder vitaal, weinig
vitaal, niet vitaal). Het zijn niet alleen de stadsbomen, ook
de particuliere bomen in voor- en achtertuin doen mee.
Logisch, vindt Pauline, de vogels trekken zich er ook
niets van aan of het een particuliere of een gemeente
boom is.
Op een ander toestel is een specialist bezig met een land-
schapsonderzoek. Dat is een onderzoek naar de wijze
waarop het landschap in de loop der jaren verandert. Dat
is meestal „door 's mensen toedoen". In Nederland is er
bijna geen natuurlijke verandering meer, alles gebeurt
kunstmatig. De operateur maakt een grondgebruikkaart.
We mogen even meekijken in het toestel. Weiland,
bietenland en maïsvelden zijn goed van elkaar te onder
scheiden, evenals een natuurgebied rondom een venne
tje, maar een vreemde structuur ertussenin vraagt nadere
toelichting. Volgens de operateur is het een slechte
paardewei.
Zo ontstaat een mooie kaart die duidelijkheid moet ver
schaffen over probleemgebieden, bijvoorbeeld tussen
agrarische en ecologische belangen. Voor MER-doel-
einden is deze zeer geschikt. (MER Milieu Effect
Rapportage.)
Infrarood landschapsonderzoek onder toezicht van Pauline.
NGT GEODESIA 90 - 5